Fifty-Fight, slecht nieuws voor mijn kankergenoot

Op één of andere manier voel ik mezelf verbonden met andere kanker lotgenoten. Het is inmiddels een flinke club van onvrijwillig toegetreden leden. Het schijnt dat gemiddeld 1 op de 3 mensen kanker krijgt. Dat is veel, heel veel.

Dankzij het ziekenhuis, het Marikenhuis (inloophuis in Nijmegen voor mensen die geraakt zijn door kanker), internet en via via, heb ik inmiddels veel kankergenoten leren kennen. Deze kankergenootjes van mij, hebben allemaal verschillende soorten kanker in allerlei stadia. Sommigen zijn al helemaal genezen verklaard, weer andere zitten midden in de behandeling, zijn in remissie of helaas uitbehandeld.

Mijn kankersoort is vrij zeldzaam maar toch heb ik contact met een paar mensen die dezelfde vorm hebben. Er is zelfs een beroemdheid die mijn ziekte had, Farrah Fawcet. Je leest het goed, had, zij heeft het niet overleefd.

Eén van die mensen met dezelfde vorm van kanker heeft slecht nieuws gehad. Op 4 juli kregen we allebei te horen dat de kanker niet meer zichtbaar is maar nog geen maand later was het bij hem al mis. De tumor is weer aan het groeien.

Gelukkig geen uitzaaiingen en hij heeft ook de escape knop nog. Die escape knop betekent wel een operatie van 8 uur, 10 dagen in het ziekenhuis en levenslang een stoma. Maar zijn leven staat nog steeds niet op het spel. Hij heeft er zelfs goede hoop op dat zijn leven een stuk prettiger gaat worden. Want de incontinentie problemen en het niet meer lekker kunnen zitten door de bestraling, zijn bij hem een stuk erger dan bij mij.

Door dit nieuws ben ik zelf flink geschrokken. Het duwt je met je neus op de feiten. Je bent in remissie en nog lang niet officieel genezen. Het blijft spannend of de kankercellen echt allemaal zijn vernietigd. Het kleine lichtpuntje in dit verhaal is dat de escape knop inderdaad bestaat, ook voor mij.

Sommige kankergenoten willen liever geen contact met andere leden van de club, onder andere om het horen van dit soort horrorverhalen te voorkomen. Daar is iets voor te zeggen maar dat is voor mij geen optie. Want denk niet dat onze gesprekken altijd verdrietige toestanden zijn, helemaal niet. Met de meesten kun je gewoon nuchter babbelen over je ervaringen en je angsten. Niets is zo leuk als smakelijk lachen met een andere kankerpatiënt over alle kommer en kwel rondom je ziekte.

Praten met de meeste van mijn kankergenootjes is voor mij vaak makkelijker dan praten met mensen die het, gelukkig, niet hebben. De omstanders bedoelen het eigenlijk altijd goed maar je echt begrijpen, is voor hen heel lastig. Ik weet zeker dat ik, voordat ik tot deze club behoorde, ook goed bedoelde maar soms onbenullige kreten uitkraamde tegen mensen die kanker hadden.

De voor mij beste tips komen van deze kankermaatjes. Een greep hieruit:

Wees egoïstisch

Neem ruim de tijd om te genezen en weer fysiek en geestelijk sterk te worden

Laat alles rustig naar buiten glijden en pers niet (specifieke tip voor mijn poepertjeskanker)

En zo heb ik nog vele goede tips gehad waardoor ik beter was voorbereid op hetgeen me te wachten stond voor, tijdens en na de behandeling.

Dus lieve kankergenootjes, jullie weten wel wie ik bedoel, een dikke dankjewel knuffel voor alle goede, grappige, zorgzame en bruikbare gesprekken en tips. Ik had en heb er veel aan.