Hier en nu
Al geruime tijd gaat het niet heel goed met mijn vader. Door alle bestralingen op de tumor in zijn long heeft zijn slokdarm beschadiging opgelopen. Slikken en dus ook eten gaat moeizaam. Zelfs zo moeizaam dat hij veel is afgevallen en een week in het ziekenhuis is opgenomen geweest. Daar kreeg hij sondevoeding en er werd thuiszorg geregeld. Dat is ongeveer 8 à 9 weken geleden en nog heeft hij sondevoeding. Hij zegt zelf geen verbetering te merken, geen vertrouwen te hebben dat hij weer ‘vaster’ voedsel kan eten en eigenlijk merkt hij dat zijn stemming negatiever wordt.
Ik als hulpverlener heb nu 7 jaar werkervaring en op zich kan ik best wat opties en mogelijkheden bedenken om eten gemakkelijker te maken. Deze gesprekken voeren we de laatste tijd dan ook regelmatig. Toch heeft hij er weinig vertrouwen in, lijkt het niet echt te proberen en liever voor de veilige route te gaan, ofwel de sondevoeding. Dit zie ik natuurlijk alleen als buitenstaander, die niet ziek is en dus makkelijk kan praten. Maar dit zie ik wel als ‘naaste’ en als zijn dochter, die om hem geeft en graag wil meedenken of zelfs helpen. Hoewel ik er voor moet waken dat ik zijn hulpverlener word. Dat is best een lastige balans die ik moet vinden, tussen het soms moeten helpen en het soms moeten bewaken van mijn eigen grenzen. Waar ik overigens snel over heen wals.
Dus dat is iets waar ik erg bewust mee om moet blijven gaan. Tot mijn eigen ergernissen, want ik kan het soms niet uitstaan dat hij het niet lijkt te proberen. Ik ben iemand die ondanks alle emoties die ik ervaar, het risico aandurf te gaan om te bekijken waar ik uit kom. Ik negeer mijn emoties dus niet, maar ik laat ‘ze’ er zijn en doe een poging om mijn doel te bereiken. Maar dan heb ik het over mijn aanpak om mijn doelen te bereiken, niet over hoe ik mij moet gedragen ten opzichte van de ander. Dat blijk ik een stuk lastiger te vinden. Daarnaast is er wel redelijk wat gebeurd tussen mijn vader en mij, waardoor dit soort situaties misschien meer beladen voor mij kunnen voelen. Dat vergt dan nog iets meer energie en bewust zijn, zodat ik mij niet laat leiden door ‘oude’ gevoelens en patronen, maar juist door het hier-en-nu.
Maar misschien praten we ook te weinig over wat het met mij doet, of hoe ik er echt over denk. Anderzijds weet ik niet of ik mijn meningen en ideeën moet benoemen, want ik wil mij niet opdringen. Het gaat namelijk over zijn leven, zijn ziekte en zijn manier hoe hij er mee om wil gaan. Daarnaast, gaat het over ‘niet willen’ of ‘niet kunnen’?
Ik moet toegeven dat ik nooit had kunnen bedenken dat zo’n ziekte als deze zoveel teweeg kon brengen. Zowel bij de persoon die ziek is, als zijn of haar familie. Eigenlijk kan je dat ook nooit bedenken tot het je overkomt.
Liefs.