Kortademigheid bij mesothelioom

Kortademigheid komt veel voor bij mesothelioom. Er kunnen allerlei redenen zijn voor de kortademigheid. Meestal is er iets tegen te doen.

Je kunt kortademig worden als:

• Er vocht achter je longen zit.
• Je longen niet meer voldoende kunnen uitzetten als je inademt.
• Er meer bindweefsel groeit in je longen. Dit heet zwoerdvorming.

Behandelingen tegen kortademigheid

Kortademigheid is vervelend. Je kunt er benauwd en angstig van worden. Er zijn 4 soorten behandelingen tegen kortademigheid.

Vocht in borstkas wegzuigen

De arts zuigt het overtollige vocht in je borstkas weg. Dit kan op een aantal manieren: met een pleurapunctie, een thoracoscopie of met een drain in het borstvlies. Een drain is een slangetje dat vocht afvoert.

Na deze ingreep ben je minder kortademig. Een pleurapunctie kan zo vaak als nodig herhaald worden.

Verblijfsdrain

Sommige mensen met mesothelioom hebben regelmatig een pleurapunctie nodig, omdat ze veel last hebben van vocht achter de longen. Dan kun je een verblijfsdrain krijgen. Dit is een afvoerslang die maanden kan blijven zitten. Je hoeft dan niet steeds naar het ziekenhuis voor een pleurapunctie. Met een verblijfsdrain verwijder je zelf thuis overtollig vocht. Zo nodig helpt een familielid of de thuiszorg je hiermee.

Borstvlies plakken

Het borstvlies bestaat uit 2 lagen. Bij vocht achter de longen zit er vocht tussen deze 2 lagen. Door de lagen aan elkaar te plakken, kan het vocht niet meer ophopen. De artsen noemen deze behandeling een pleurodese.

Plakken van het borstvlies kan op 2 manieren. Door via een drain vloeibaar talkpoeder in te spuiten, of door tijdens de thoracoscopie medicijnen in de borstholte in te brengen.

Bij de helft van de patiënten lukt het niet goed om de vliezen aan elkaar te plakken of komt het vocht toch weer terug.

Extra zuurstof

Extra zuurstof kan helpen om de kortademigheid te verlichten. Je krijgt een slangetje in je neus dat verbonden is met een zuurstoftank. Zo stroomt zuurstof je neus in.

Morfine

Morfine kan ervoor zorgen dat je je minder benauwd voelt. De arts kan morfine voorschrijven.

Kortademigheid en emoties

Kortademigheid kan je bang maken, bijvoorbeeld om te stikken. In de praktijk komt verstikking bijna nooit voor.

Misschien ben je boos, raak je in paniek of ben je bang om dood te gaan. Veel mensen met mesothelioom hebben daar last van. Dat is heel normaal.

De kortademigheid kan erger worden door de emoties. Praat daarom over je angsten met je arts. Hij of zij kan je behandelen en zo de kortademigheid verminderen. Als je met deze emoties en spanningen leert omgaan, kan je kortademigheid en ook je pijn minder worden.