Chromosomen- en DNA-onderzoek bij CLL
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofon
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonIn een chromosomenonderzoek onderzoekt de arts de samenstelling en kenmerken van het erfelijk materiaal (DNA) van deze cellen. Hiervoor gebruikt hij meestal cellen uit het bloed.
DNA bestaat uit kleine stukjes, de genen. Deze genen zijn verpakt in chromosomen. Bepaalde veranderingen in het DNA of de chromosomen wijzen op bepaalde vormen van leukemie. Deze afwijkingen voorspellen hoe iemand reageert op chemotherapie. Slaat de behandeling aan of niet? Dit is belangrijk bij de keuze van een behandeling.
Chromosomen- en DNA-onderzoek bij CLL
Met de gegevens uit het chromosomen- en DNA-onderzoek kan de arts:
- beter bepalen hoe de ziekte waarschijnlijk zal verlopen
- een specifieke behandeling adviseren
Chromosomen- en DNA-onderzoek is alleen nodig als de arts bepaalde behandelingen overweegt.
Afwijkingen waar de arts in ieder geval naar kijkt zijn:
- TP53-mutatie, een verandering in het gen met de naam TP53
- 17p-del, hier mist een stukje (deletie) van chromosoomnummer 17
Eventueel kijkt de arts ook naar:
- 13q-del, hier mist een stukje (deletie) van chromosoomnummer 13
- 11qdel, hier mist een stukje (deletie) van chromosoomnummer 11
- trisomie 12, hierbij zijn 3 stukjes van chromosoomnummer 12 aanwezig in plaats van 2
Niet erfelijk
De veranderingen in het DNA of de chromosomen ontstaan in de loop van iemands leven. De afwijkingen zitten alleen in de leukemiecellen en niet in andere cellen in het lichaam, zoals de eicellen of zaadcellen. Je kunt de mogelijke chromosoomafwijking dus niet doorgeven aan je kinderen.