Voor wie leeft met afscheid in zicht

                                   In het centrum van het zwijgen                                                                               Ik zit. Niet om te vluchten, maar om te blijven.

Rond mij cirkelen ringen van licht— gouden adem van het onzichtbare. Elke kring een fluistering, een herinnering: Stilte is niet leeg. Stilte is vol van aanwezigheid.

Mijn lichaam draagt het einde, maar mijn ziel is wijd open. Ik ontvang wat niet gezegd wordt. Ik voel wat niet benoemd kan worden. Ik ben hier, en dat is genoeg.

Geen woorden nodig om liefde te dragen. Geen geluid nodig om verbonden te zijn.

Want in het midden van het zwijgen ontstaat een heilig weten: Ik ben gedragen. Ik ben gezien. Ik ben licht.

En als ik verdwijn uit zicht, weet dan: Ik ben niet weg. Ik ben in de stilte, die alles hoort.maar om te blijven.

Rond mij cirkelen ringen van licht— gouden adem van het onzichtbare. Elke kring een fluistering, een herinnering: Stilte is niet leeg. Stilte is vol van aanwezigheid.

Mijn lichaam draagt het einde, maar mijn ziel is wijd open. Ik ontvang wat niet gezegd wordt. Ik voel wat niet benoemd kan worden. Ik ben hier, en dat is genoeg.

Geen woorden nodig om liefde te dragen. Geen geluid nodig om verbonden te zijn.

Want in het midden van het zwijgen ontstaat een heilig weten: Ik ben gedragen. Ik ben gezien. Ik ben licht.

En als ik verdwijn uit zicht, weet dan: Ik ben niet weg. Ik ben in de stilte, die alles hoort.

1 reactie