Niet schrikken!
Wie met mij naar de bioscoop is geweest, weet dat ik gil als het spannend of eng wordt. Niet omdat het verhaal mij zo aangrijpt, vooral omdat het geluid, dat in de bios lekker hard van alle kanten komt, dan aanzwelt en opeens explodeert. En bij bepaalde beelden heb ik het ook. Zoals bij ‘What lies beneath’. Dan denk je dat Michelle Pfeiffer Harrison Ford heeft uitgeschakeld. Hij ligt daar met zijn ogen dicht en dan -in close up natuurlijk- gaat opeens dat ene oog open. Ik zou er bijna weer van gaan gillen. Het is niet omdat ik bang ben, ik weet dat het niet echt is. Blijkbaar ben ik gevoelig voor zo’n sfeer die neergezet wordt, ik schrik makkelijk van die filmische effecten.
Ik hoorde ooit van iemand wiens lichaam ook het een en ander moest doorstaan, dat je haar niet mocht laten schrikken, zeker niet voor de grap. Omdat haar lichaam daar zo sterk op reageerde, dat ze er last van kreeg. Dat respecteerde ik natuurlijk, maar ik begreep het niet. Nu in het leven na kanker wel.
Adrenaline
Bijvoorbeeld als de katten bezig zijn met ‘de vloer is lava’, danwel apekooi en opeens op mijn schoot springen, dan zou ik ze uit een schrikreactie bijna door de kamer slingeren. Zover komt het niet, want inmiddels schiet mijn ademhaling in een hogere versnelling en ben ik bezig dat te reguleren. Er gaat echt letterlijk en figuurlijk van alles door mij heen. Ik weet niet wat dat veroorzaakt, misschien de adrenaline die vrijkomt bij een schrikreactie, dat kan je echt slopen. Ik merk ook dat mijn spieren, die zich afgelopen jaar steeds meer durven te ontspannen, bij een schrikreactie op scherper dan scherp gaan staan.
Muurtjes
Wellicht staat mijn lichaam nu anders afgesteld. Ik merk dat mijn emoties ook veel makkelijker aan de oppervlakte komen, ik ben sneller en meer geraakt. Zo jammer van al die muurtjes, die ik zo vakkundig defensief om mij heen had gebouwd . Kanker of misschien wel de chemo maakten meer kapot dan me lief is.
Kaal
Zelf liet ik ook mensen schrikken, niet met opzet. Iets meer dan twee jaar geleden viel mijn haar uit door de chemo’s. Kaal was veel te koud en zou ik sowieso niet gedaan hebben, dat voelde niet goed, te kwetsbaar. Lotgenoten die dat wel doen, vind ik erg dapper. Ik plaatste zelfs nog nooit een foto met mijn kale koppie op social media. Een pruik wilde ik niet, dat voelde voor mij te definitief en te veel lange termijn. Bovendien ging alles zo snel en was ik zo ontzettend moe, er was weinig gelegenheid om zoiets te regelen. Een muts bestellen was sneller.
Neonletters
Uiteraard informeerde ik mijn familie, vrienden en een paar collega’s over mijn ziekte. Maar niet iedereen die ik ken, kon ik het gelijk laten weten, daar had ik geen tijd voor en behoefte aan. En destijds zette ik zoiets nog niet op social media. Tijden veranderen. Maar met zo’n muts op hoef je al niet veel meer duidelijk te maken. Dan hangen er gelijk neonletters die ‘kanker’ knipperen boven je hoofd. En mensen schrikken nu eenmaal van het k-woord en hebben bovendien de neiging om van het ergste uit te gaan. Soms keken ze alsof ze mijn rouwkaart net ontvangen hadden. Dat mijn soort lymfklierkanker een relatief hoog percentage heeft met overlevingskansen, was vaak één van de eerste dingen die ik vertelde en dat mijn hematoloog heel optimistisch was, dus ik ook.
Gevolgen van kanker
Achteraf vond ik het één van de meest indringende aspecten van de gevolgen van kanker: dat je mensen zo laat schrikken dat je het hebt en de emoties die daarbij loskwamen. Want veel meer mensen dan ik ooit had kunnen bedenken, hebben zelf of in hun gezin te maken met kanker. Daar schrok ik dan weer van.