Lotgenoten

Ik ben lid geweest van een aantal lotgenotengroepen op Facebook voor mensen met lymfklierkanker of mensen met kanker in het algemeen. Nu overigens nog maar lid van één, van Hematon, de patiëntenvereniging van o.a. lymfklierkankerpatiënten (mijn complimenten voor de beheerders die de goede sfeer bewaken). Want ik heb er steeds minder behoefte aan, hoewel ik er veel aan had; al was het maar om mijn eigen situatie te kunnen relativeren.

Maar ook in praktisch opzicht, op het gebied van werk bijvoorbeeld. Ik stelde ooit de vraag hoe lang het duurde voordat mijn lotgenoten weer aan het werk waren na hun behandeling. Die antwoorden waren zo divers, dat dat mij geruststelde: ieder heeft zijn eigen tempo.

Ik heb niet veel aan te merken op mijn hematoloog en het ziekenhuis, maar de overgang van de behandeling naar het leven na kanker had echt veel beter kunnen verlopen. Dat viel mij namelijk zeer zwaar, ik had in het ziekenhuis her en der geïnformeerd hoe ik de periode na de laatste behandeling moest aanpakken. Verder dan: je zult nog een hele poos moe zijn, kwam het meestal niet.

Ook daarin was ik niet de enige bleek uit de reacties, veel hadden dat ook zo ervaren. Dat bovendien de hematoloog in maart dit jaar vertelde dat ze onder andere naar aanleiding van mijn ervaringen patiënten beter probeert voor te bereiden op het leven na kanker, deed mij dan ook goed. Leverde mijn ellende toch nog iets op.

Maar dan nog, er komen zo vaak berichtjes voorbij van mensen die zich verheugen op het leven na kanker na een succesvolle chemokuur. En ik herken dat gevoel zo goed. Ik leefde helemaal toe naar mijn laatste chemo op 19 juli 2016 (zie foto). Dan zou ik nog pakweg twee weken moe en beroerd zijn, maar daarna zou het alleen maar beter gaan. Toch? Het liep anders. En niet alleen bij mij.

En toch sta ik niet met waarschuwingsborden en rode vlaggen te zwaaien naar lotgenoten die bijna bij de finish van hun behandeling zijn. In de trant van: wacht tot het rode licht gedoofd is, er kan nog een post-chemotrein langskomen. Ik doe het nooit, want ik kan niet in hun toekomst kijken en kanker is een persoonlijk traject. En eerlijk: ik had het destijds ook niet willen horen.

Delen: