Kortsluiting
Het gebeurt mij niet zo vaak meer, maar als het weer gebeurt ben ik er flink door van slag. Bovendien trekt het mij energietechnisch helemaal leeg.
Kortsluiting dus. Begin februari zouden we familie ontmoeten in een restaurant voor een lunch. ’s Ochtends hoorde ik dat die avond ervoor de planning was aangepast en daardoor veranderde mijn schema ook. Het is hierbij handig om te weten dat mijn leven in remissie baat heeft bij mijn structuur. En dat er mensen zijn (ik niet) die zeggen dat flexibiliteit niet één van mijn sterkste eigenschappen is……
Kortom, ik ging met de moed der waanzin willekeurig de dingen doen die ik dacht te moeten doen, kwam energietechnisch in de knoop met het nieuwe tijdschema en hyperventilatie maakte het feest compleet. De familie werd afgezegd en ik ging uitgeteld naar bed.
Of eerder, een paar weken voor Kerst. Ik wilde wat kerstversiering neerzetten, mijn moeder had dat gevraagd. Voor onze drie katten waren die openstaande dozen echter een pretpark: achtbaan in, achtbaan uit. Doos in, doos uit. Ondertussen werden de kerstballen nog getest op breekbaarheid. Helaas was ik degene die de testresultaten op mocht ruimen. Dus rustig kijken wat er is aan kerstspul en waar het heen kan, was er niet bij. Het idee dat ik de katten even in de bijkeuken kon zetten, zodat ik rustig verder kon, is niet bij mij opgekomen. Ik geloof dat ik onze rooie rakkers nog streng maar rechtvaardig heb verteld dat ze niet coöperatief bezig waren. Dat maakt echter weinig indruk als je je als kat in Walibi waant. En ik pakte de boel weer in, hyperventilerend op alles en iedereen, omdat zoiets simpels mij niet lukte.
Op zulke momenten kan ik zo boos zijn en mij zelfs schamen, omdat er niet uit mijn vingers komt wat normaal (lees: in het pré-kankertijdperk) lukte. Meerdere dingen tegelijk willen doen zonder tijdsdruk of onverwachte interventies kan sowieso al een dingetje zijn: Ik kwam in de keuken om de vaatdoek te halen voor de was, zag dat het fornuis nog even schoongemaakt moest worden en vergat dat ik de wasmachine wilde aanzetten.
Of naar de pony’s lopen om ze water te geven en onderweg denken: hé, dat stoepje kan wel even een bezem gebruiken. Uiteindelijk hebben de pony’s een mooi aangeveegd uitzicht, maar ook een beetje dorst. Ik troost mij met de gedachte dat mannen sowieso maar één ding tegelijk aankunnen en die worden daar toch ook oud mee. En voor de pony’s heb ik een alarm op mijn telefoon en oplettende huisgenoten, zodat ze niks te kort komen. Ze hinniken nog steeds blij als ze mij zien, dus we zijn nog ok met elkaar.
Ik denk dat dit iets is waarbij oefeningen kunst gaat baren. Dus als mijn energie toeneemt (en dat doet het!), dan doe ik meer en dan worden de stroomdraadjes in mijn hoofd sneller en beter geactiveerd. Zodat de aansluiting weer flexibeler verloopt als het anders gaat dan gedacht. Hoop ik. Het zou al fijn zijn als ‘kortsluiting’ minder impact heeft op mijn lichaam, hyperventilatie kost energie die ik liever voor andere dingen gebruik.
Herkennen jullie dat gevoel van kortsluiting? En hoe gaan jullie daarmee om?
Volg mij eventueel op www.roosachtigvanrosan.wordpress.com