14. reservetijd
De dagen, weken en maanden vliegen voorbij. Het is maart 2014 en al die tijd dat ik niet heb geschreven, ging het supergoed met me. Absoluut geen zin en tijd voor zware kost. Gewoon kop in het zand en doorgaan. Zo fijn! De afgelopen maanden bestonden vooral uit werken, gezellige uitstapjes en heerlijk thuis met man en kinderen. En nog steeds, veel mozaieken en vaak fietsen. Drukker en fitter dan ooit, zo voelde ik me. Voorzichtige toekomstplannen zelfs. Een borstreconstructie, ik dacht dat ik er klaar voor was. Vol positieve gedachten op de fiets naar Nijmegen voor een informatie avond met de chirurg. Maar toch, hoe dichter bij het ziekenhuis, hoe meer twijfels. Is mijn toekomst niet te onzeker? Kom ik nog wel in aanmerking? Heb ik genoeg energie voor weer een operatie?
2 weken later, gewoon een controleafspraak bij de internist. Even snel afhandelen en daarna gezellig met mijn moeder terugrijden door de Betuwe. Dat is het plan. Een nieuw recept ophalen, praten over hoe fit ik me voel, snel op de weegschaal en dan genieten van de fruitbomen die in bloei staan. Oh ja, en ook nog even bloedprikken natuurlijk. Geen probleem. In september pas weer terugkomen dus alles loopt volgens plan. Maar welk plan? Kanker heeft geen plan. Nee, de kanker trekt zijn eigen plan! En ik heb hem weer niet zien aankomen. Want eenmaal thuis word ik gebeld. Het bloed is niet goed. De scan van september wordt vervroegd naar mei. Met dit ene telefoontje wordt het me meteen weer duidelijk gemaakt. Ik leef in reservetijd.
Morgen de begrafenis van mijn lieve tante fatsoenlijk zien door te komen. Met vers in het geheugen de begrafenis van mijn lieve vader. Allemaal door die verdomde kanker. Wat een verdriet.