67. Weer kanker
67. Weer kanker
Ik word vanmorgen wakker en ik denk, weer kanker. Hoe vaak kan je iemand vertellen dat ze kanker heeft? Hoe vaak heb ik dit nu al gehoord? Ik weet het niet eens meer. Tien? Vijftien? Twintig keer?
Weer kanker. Of nou ja, kanker. Bij de stemprothese zit een poliep en daar groeien onrustige cellen in. Kanker dus.
Het bericht verdoofd me terwijl de wereld om me heen verder gaat. We zijn op wintersport als we dit bericht horen. Ik sta boven op de piste te huilen terwijl naast me alles doorgaat. Een groep vrienden skiet net naar beneden, kinderen spelen in de sneeuw en er wordt geproost met bier en Aperol op het leven.
Mijn leven staat weer stil. De grond onder mijn voeten wordt weggehaald. Ik keer in mezelf, huil en besluit te gaan skiën. Want wat moet je anders? De wereld gaat verder, dus ik ook.
Dit is dus fanconi anemie besef ik me terwijl ik naar beneden ski voor de laatste afdaling. Ontelbare keren horen dat je kanker hebt en vervolgens verder gaan waar je mee bezig bent want de boodschap zou bijna normaal worden.
En toch word ik vanmorgen wakker met 1 gedachte. Er zit weer kanker in mijn keel. Er zit daar wat te groeien want ik niet kan remmen. Dood eng.
Ik word na iedere boodschap dat er weer kanker zit een stukje meer moedeloos. Want hoe vaak ga ik dit bericht nog horen? Hoe vaak gaat de arts me nog vertellen dat er weer slechte cellen groeien? Hoe vaak moet ik me nog laten opensnijden?
Ik las laatst het boek van Bibi mentel. Prachtig boek en wat een mooi mens. Toen ik het weglegde dacht ik, 15 keer kanker. Daar zit ik denk ik al overheen.
Weer kanker dus, of slechte cellen zoals de arts het mooi omschrijft. Een nieuw soort overigens, niet die van vorig jaar. Of dat goed nieuws is weet ik eigenlijk niet zo goed.
Feit is dat het eruit moet. Dus de ski bril gaat op, ik neem een duikvlucht naar beneden, de piste af en realiseer me dat ik in een zoveelste vakantie tot het besef kom dat ik mijn ziekte overal mee naar toe neem.
Ik vindt het sneu voor de mensen die met mij op vakantie gaan. Grof gezegd, het kan namelijk nooit normaal. Er is altijd een moment van slecht nieuws, van gedoe rondom eten of praten. Het kan nooit gewoon een week niet over mijn ziekte gaan. Je kan het niet uitzetten, onbezorgd op vakantie gaan, met rust worden gelaten door het ziekenhuis. Het is er altijd.
Fanconi anemie, dit is dus wat dat betekend. Kanker, heel veel kanker. En het stopt nooit.
3 reacties
Ik stuur je een dikke digitale knuffel! 🫂
Van mij krijg je ook een hele dikke knuffel. Want soms zegt een knuffel meer dan woorden.
😘
Ook van mij een dikke Zaanse knuffel en succes bij wat weer op je afkomt.
Liefs, Monique