62. Wachten op de uitslag
62. Wachten op de uitslag
Het wachten is begonnen. Wachten op de uitslag die vandaag komt. We moeten straks naar het ziekenhuis om de arts te spreken en de minuten, uren tikken voorbij tot we erheen moeten. Wat is dit ondraaglijk, dat wachten. De zenuwen gieren door mijn lijf. Ik ben misselijk, moe en voel me ziek. Angst weet ik. Angst voor wat er gaat komen.
Wachten op uitslagen is iets wat bij ziek zijn en zeker bij kanker hebben hoort. Het idee dat de arts al weet wat er in mijn lijf gaande is blijf ik een raar idee vinden. Logisch, dat wel. Maar gek. De arts weet het al, die heeft een plan, die weet al of de rest van mijn leven gaat veranderen. Ik blijf dat een lastig ding vinden. Het is mijn lijf, maar de arts weet al wat daarin gebeurt en of het een slecht scenario is.
Heel veel anders dan hoe dit nu gaat kan ook niet, dat realiseer ik me. De arts is degene die hier verstand van heeft en ik moet als leek afwachten wat ze voor me bedenken. Maar het wachten, man het wachten. Dat is vreselijk. Dus mijn ochtend is rusteloos, het huis is niet normaal opgeruimd en schoon en ik ben maar begonnen met typen. In de hoop dat de uren nu voorbij vliegen en ik gauw in Leiden zit, is het befaamde kamertje waar ik al zo vaak slecht nieuws heb gehad en mijn ogen tot tranen gevuld zijn geweest.
Wat zal het vandaag zijn? In tranen weg? Of met een glimlach, omdat het toch mee viel? Goede uitslagen heb ik zeker ook gehad. En als ze goed waren hield ik mezelf voor een volgende keer niet zo nerveus te zijn. De angst voor de angst daar wil ik graag vanaf. Maar zo werkt het niet weet ik inmiddels. Ook als het vandaag mee valt, had ik de angst en zorgen niet uit kunnen zetten.
In mijn hart weet ik al dat het niet gaat meevallen vandaag. De hoop is er, bij mij, bij iedereen. Maar ik weet het al. Het wordt geen goed scenario. Het worden tranen met tuiten vandaag. Vanavond zal ik leeg zijn, op na vandaag. Op van verdriet. De komende dagen zullen dat ook zijn, ik zal veel leegte voelen, angst en verdriet. En dan zal ik me herpakken, doorgaan en opstaan.
Wachten op een uitslag of het daadwerkelijk weten. Ik weet niet wat erger is. De misselijkheid en mijn snel kloppende hart zal straks plaatsmaken voor een gevoel van rouw en verlies. De misselijkheid zal plaatsmaken voor leegte in mijn buik. Nog twee uurtjes en dan weet ik het. Twee uurtjes waarin mijn leven al best complex is, maar dragelijk is geworden. Een leven met stoma, een gaatje in mijn keel. Een leven zonder stem. Maar met een spraakprothese. Een leven die voor mij geen tien meer zal worden, maar waarin ik tevreden ben met een acht. Het leven waaraan ik langzaam wen, dat gaat over twee uurtjes volledig op zijn kop worden gezet.
Niet zo’n gek dat ik er nog niet klaar voor ben.