De kanker is er nog?

Niemand die het weet nu. Niemand die kankercellen gezien heeft nog, alleen nog maar vermoedens. Het is een beetje als over tijd zijn maar nog geen zwangerschapstest hebben gedaan. Alleen gaat het nu niet om een roze, maar om een donderwolk: kanker. Een paar mensen dichtbij weten van ‘de situatie’. De situatie is dat op de laatste PET-scan een verdachte lymfeklier is ontdekt. Een rond bolletje in mijn oksel, het leek een beetje op een smiley zonder ogen. Dat zou een goed teken kunnen zijn, bij kanker is het bolletje meestal helemaal ingevuld, zonder ruimtes ertussen. Maar de vorm en de locatie zijn dat niet. Kortom, we weten nog niets, alles is nog mogelijk.

Een tafeltje op een terras in het Vroesenpark, in de schaduw, daar zat ik toen ik het nieuws stiekem alvast las in mijn online digitale patiëntendossier. Officieel zou ik pas twee dagen later de uitslag horen van mijn arts, maar ik wachtte al ruim een week en wilde het weten. Om me heen gezinnen, stellen en meer mensen zoals ik, achter een laptop, werkend aan iets, net als ik.
In het verslag van de scan ging ik op zoek naar het woord metastase(n). Dat betekent uitzaaiing. Voor mij betekent het zoveel als ‘de kanker is er nog’. En daar stond het: vermoedelijke metastase in de linker oksel. Ik probeerde adem te halen, tranen rolden ineens over mijn wangen en ik wilde weg, zo snel als mogelijk. Voor mij stond een leeg bord waar eerder nog pannenkoekjes met bosbessen op hadden gelegen, ik had ervan genoten. Nu was het genieten klaar, ik wist precies wat deze woorden betekenen. Onderzoek, nog meer onzekerheid en een uitslag. En wie weet wat nog meer. Daar plopte een, ook voor mij verrassende overtuiging op, een schrikbarende: als de kanker terug is, ga ik dood, want dan is het eigenlijk nooit weggeweest.

Net als twee jaar geleden is het zomer, zouden we eigenlijk op vakantie gaan en is het warm. Net als toen ben ik eraan toe om even te ontspannen, even niets te doen en samen met mijn mannen te genieten en op te laden. In plaats daarvan zijn we weer in overlevingsmodus gestapt. Maar het is moeilijker dan de eerste keer. Mijn schil is weg, ik ben nu vooral bang. Overleven gaat je niet in de koude kleren zitten, je hebt tijd nodig om de adrenaline af te breken, vertrouwen te zaaien en het gezaaide vertrouwen vervolgens te oogsten als het nodig is. Het is nog geen oogsttijd, maar ik twijfel of het ervan zal komen dit jaar. We, Harm en ik zijn moe, de rek is eruit, ik ben benieuwd of we nog een tegenslag aankunnen. Maar hebben we een keuze? Deze twijfel kost energie. Jules vroeg gisteren heel wijs of we zo boos tegen hem en Rijk doen de afgelopen dagen, omdat we bang zijn dat mama weer geopereerd moet worden. Op dat moment voel ik trots op mijn zoon, maar mijn moederhart bloedt, tegelijk.

En ik ben boos, zo ontzettend boos dat het misschien helemaal geen vrede was het afgelopen jaar, maar een interbellum. Dat wij goede mensen zijn, dat we dit zo f*cking niet verdienen. Die onmacht is bij momenten ondragelijk. Die jongetjes hebben een vader én een moeder nodig. En zo zijn er nog miljoenen redenen waarom dit niet oké is.

Maar, het kan ook met een sisser aflopen. De uitslag kan ook zijn: niets aan de hand, de kanker is weg, het was gewoon iets onbenulligs, ga maar lekker verder met vakantie vieren én leven. Dan hoef ik pas over een jaar weer een scan, dan kan ik een jaar lang verder leven en het overleven afschudden. Dan ga ik een opleiding doen tot coach, een boek schrijven, hardlooptraining geven, moeder zijn, vrouw zijn maar vooral Marije zijn die gezond is én veeeeeeel genieten.

Ik denk aan mijn eigen blog van een tijd geleden; De Gang-maker. Over een gedachtegang: een gang met deuren die staan voor de keuze voor gedachten. Ga ik de ‘wat als’ deur door of kies ik voor de gang, het nu, waarin alles nog mogelijk is ook de goede afloop. Vandaag gaan we naar buiten, leuke dingen doen met elkaar, genieten van alles wat er in ieder geval is. Maar de deur ‘wat als’ sluit niet meer zo goed als toen…

Meer lezen? Kijk dan op www.marijestenstra.nl