En nu...in het ziekenhuis vervolg

De eerste nacht na de operatie heb ik redelijk geslapen. Je denkt dan dat alles oké gaat en je dit voortzet. Right! Uiteraard voel je je raar. Beetje dizzy, slangetje met pijnstillers vanuit of juist in je rug. Twee katheders. Vocht toegediend krijgen nog vanwege het grote bloedverlies, ook een slangetje dus. Maar verder word je wakker en je hoopt dat deze dag je veel gaat brengen. Wellicht wat lopen of echt iets eten?

Ik mocht iedere dag 1 bezoeker op bezoek hebben en gelukkig op zaterdag kwam mijn vriend. Het is zo raar want je wilt zo graag je kinderen en vriend iedere dag zien. En mijn dochter had ik de dag ervoor gezien en mijn zoon pas op zondag. Gelukkig hadden we een planning ervoor gemaakt. Vooral voor mezelf, zo wist ik waar ik aan toe was. 

Eigenlijk weet ik nog weinig van die dag. Ik sliep nog veel. At weinig tot niets. Niets smaakte mij en hield mijn eten ook moeilijk binnen. De emoties zaten nog steeds hoog en het uitzicht hielp niet echt mee. Ik had steeds meer last van het feit dat ik op een leeg en oud gebouw keek. Maar wat ik wel weet is dat de liefde van vriend mij goed deed. En de pijn viel echt mee, de pijnstilling deed zijn werk dus.

Ik had foto's opgehangen van mijn dierbaren. Dat gaf mij moed. Ik moest namelijk van mijzelf zo snel mogelijk dit ziekenhuis uit. Soms keek ik wat tv of appte wat met vrienden, familie of collega's. Een hele klus trouwens om je telefoon van het kastje te pakken. Overeind komen of draaien was even niet zoals je dat gewend was.

Maar hield ik mijzelf voor... na een nachtje slapen zou het toch zeker wel veel beter gaan? Kon ik dan morgen douchen en wellicht wat lopen? Na een nacht waarin je ieder uur wakker wordt van een apparaat of van jezelf was ik niet echt positiever gestemd. De verpleegkundigen hielpen mij uit bed (ik wilde zo graag het proberen) maar even staan lukte maar even. Dit had ik niet verwacht. Blijkt dat het bloedverlies er harder inhakt dan ik dacht. Dus weer wassen in bed.

Zoonlief was super lief en ook zijn aanwezigheid deed mij goed. Beetje kletsen, tv kijken samen en gewoon het feit dat hij er rustig zat terwijl ik sliep was fijn. Ook deze dag was eten geen pretje en het binnenhouden van medicijnen werd ook al een dingetje. Mijn temperatuur ging langzaam stijgen en ook mijn saturatie was soms te laag. Na weer een gebroken nacht probeerden de verpleegkundigen mij te helpen uit bed te komen. Yes, ik kon op een stoel zitten! Dat voelde als een overwinning. 

De zorgen om mijn temperatuur en saturatie zorgden ervoor dat ze aan Corona dachten. Voordat ik het wist, was mijn kamer verboden gebied en kwam iedereen binnen in pakken en maskers. Ik kon wel janken. De kamer werd steeds erger, het uitzicht verstikte mij, ook opeens een slangetje in mijn neus met zuurstof en ik voelde mij ook echt beroerd/koortsig. De afdelingsarts beloofde mij dat als de test negatief was ik het direct kon zien doordat hij zijn pak en masker niet meer aan had. Hij kwam regelmatig even langs en sleepte mij door het wachten heen. Mijn gedachten gingen al naar dagen zonder bezoek, vies eten, slecht uitzicht en alleen maar mensen met pakken en masker vluchtig in je kamertje. En opeens stond hij zonder pak in mijn kamer, ik kon hem echt wel omhelzen. Zo blij was ik. 

De hoop dat ik dinsdag naar huis mocht, had ik al opzij gezet. Ik had een urineweginfectie en kreeg antibiotica. Ook moest ik oefenen met ademen. Saturatie moest omhoog. Gelukkig kon ik dinsdag al makkelijker het bed uit en mocht voorzichtig douchen. Voetje voor voetje en met veel hulp stond ik te genieten onder de warme stralen. Zo zag ik ook echt goed mijn lijf na de operatie. Roze plekken van de desinfectievloeistof maken het wat kleuriger. De opgezette buik is vreemd en jeetje wat een joekel van een jaap had ik. 

Lopen ging al wat beter en mijn hoop op woensdag naar huis werd realistischer. Mijn dochter en ik waren hoopvol gestemd omdat ik zelfs al buiten mijn kamer een klein ommetje kon maken. De verpleegkundigen maakten zich wel zorgen dat ik niet veel binnen hield. Die avond gooide ik zelfs mijn medicijn (opgelost in water) eruit over mijn eten. Stiekem blij, want de geur alleen al deed mij gruwelen. De boterham die ik erna kreeg at ik dapper op.

En ja toen was het woensdag. Had ik een vreselijke nacht achter de rug. Veel pijn, mijn epiduraal was er ondertussen al uit en nu kon ik vragen om Oxycodon. Nou dat heb ik geweten...ik zag de foto's zweven door mijn kamer van dat spul. Had ik nog steeds koorts en moest ik toch echt beter gaan eten. Oftewel weinig redenen om naar huis te mogen.

Een gesprekje met mijn eigen arts deed wonderen. Ze ging zitten en vroeg gewoon verder. Alles kwam eruit. Hoe bang ik was. Ik zo graag wilde wandelen (ik dat van mezelf ook moest). Ik vaak aan mijn moeder moest denken. Zij is maar 49 geworden en heeft niet mogen meemaken dat ik ging trouwen, kinderen kreeg, op latere leeftijd ging studeren, helaas ging scheiden maar nu weer de liefde gevonden had. Ik wilde overleven! Oma wil ik graag worden, samenwonen met mijn vriend en nog zoveel andere mooie dingen meemaken. Er waren veel raakvlakken met mijn moeder. Gyneacologische kanker. Te lang blijven lopen met een tumor en steeds weer een verrassing na een ct-scan waarop niets te zien was. Ze sprak rustig op mij in. Dat was ruim 25 jaar terug en mijn soort kanker geeft betere kansen. En het wandelen moest ik rustig aan doen. Naar het toilet gaan was ook wandelen.

Na dit gesprek hield ik nog steeds niets binnen maar maakte mij er al minder druk om. Ik werd wat rustiger en ik moest van mezelf wat minder. De koorts zakte en ook mijn saturatie was goed. Het lopen was zwaar maar nu wist ik dat het zwaar mocht zijn en het goed was ik deed. Dat ik nog 1 katheter had, was ook niet vreemd. En met een katheter mocht je ook naar huis. 

Donderdag was het dan eindelijk zover. Ik mocht naar huis. Ik had al geleerd hoe ik mezelf moest prikken (tegen trombose) en zou nog een korte cursus krijgen hoe ik mijn katheter moest vervangen en zak legen (en schoonmaken). Ongeduldig wachtte ik op mijn tante en na een vlug gedag rende ik nog net niet het ziekenhuis uit (werkelijkheid was in rolstoel met wit bekkie en lichtelijk misselijk). Thuiskomen is nog nooit zo fijn geweest. Ik had weer uitzicht! Ik genoot van de tuin, het plantsoentje voor mijn huis, de mensen die voorbij liepen en wat dacht je van weer in mijn eigen huis zijn. Dit voelde goed!