Vermoeide donderdag 12 Juli 2018.

Om 2.42h vannacht ontving ik een gesproken tekstbericht van een ex van een van onze huurders.
Wij verhuren een aantal appartementjes in Antwerpen aan hen, door oorlog, geweld, verlangen naar betere toekomst, hun thuisland al dan niet onder dwang hebben verlaten. Ex (inmiddels woonachtig in Italië) hing een of ander verhaal op over papieren van het vroegere appartement die hij graag per App wenste te ontvangen.

Had ik het tekstbericht niet afgeluisterd was ik toch klaarwakker geweest. ‘Wie bericht nu toch in het midden van de nacht?’. Wanhopig of dronken zou ik denken. Dronken klonk hij niet, wanhopigig zou kunnen. Ex had al ooit eerder vanuit IT geinformeerd of we hem niet ergens hier aan een baan zouden kunnen helpen. We hebben de beste man nooit ontmoet, gezien of wat dan ook. We weten alleen dat hij bestaat doordat ex vroeger op een huurcontract van de vorige eigenaar vermeld stond. Dat huurcontract is inmiddels vervangen door een contract waarop alleen zijn voormalige partner vermeld staat. Zij woont hier, werkt keihard voor haar centen in een wegrestaurant. Met haar hebben we te dealen en wat de liefde betreft: ‘Ze zoeken het maar uit’.
Desbetreffende ex heb ik vannacht meteen geblokkeerd.

Een aantal uren later liep de wekker af om weer paraat te kunnen staan voor verpleegdame. Deze routine ben ik inmiddels spuug- en spuugzat. Het houdt gewoon niet op. Elke dag, het weekend door. Heftig moet ik zeggen. Mijn verstand laat me weten : ‘Het is geweldig dat wond vakkundig wordt verzorgd en verbonden’. Mijn gevoel zegt alleen maar: ‘Flikker toch op!’
Heb daarna nog een uurtje slaap in kunnen halen; het voor de zoveelste keer opnieuw wakker worden was niet echt optimaal.

Schoonmaakdame was in de keuken de strijk aan het wegwerken, manlief met z’n lunch bezig. Ik bekeek op de App tevreden alle verdiensten, door onze vervanger in Piemonte verleent, om het de nieuwe Deense gasten vandaag helemaal naar hun zin te maken. Poppenhuis was opgesteld, uit de kelder waren waarempel een aantal Barbies opgediept. De dametjes zaten er parmantig bij.....
Hoe leuk is het niet om als vijfjarig meisje zo op een vakantieadres te mogen arriveren!

Er moest nog een afspraak, volgende week of de week daarop, ergens tussen in gepland worden. Schoonmaakdame gaat in ons magazijn tussen de grote voorraad spullen (meubels, decoratie etc. etc.) speuren of er zaken bij zitten die ze in haar nieuwe appartement zou kunnen gebruiken.
Ik dacht een perfecte datum gevonden te hebben totdat manlief me vertelde dat hij dan vijf dagen in Zweden zou zijn. ‘Wat? Hè? Hoezo?’
Ernstig verbijsterd keek ik hem aan. ‘Er staat niets in de agenda!’.

’Wel in de mijne’. Met deze onzinnige opmerking probeerde manlief het reeds geschiedde onheil nog enigszins te bezweren.
We hebben een gezamenlijke elektronische agenda. Ons drukke schema in binnen- en buitenland valt of staat nog steeds met het nauwkeurig invullen en bijhouden van deze agenda. Manlief is iets minder secuurder dan ik. Door de bank genomen loopt het echter prima.
Hier werd ik dus even helemaal niet goed van. Ik wist dat die reis eraan zat te komen, had helaas geen flauw benul wanneer. ‘Tijd’ is op dit moment een totaal abstract begrip. Ik voel me onverbitterlijk heel alleen buiten de tijdsmodule geplaatst.

Het kan nu Mei zijn maar ook September. We leven in Juli. Vanmorgen dacht ik dat het vrijdag was. Het is donderdag. Die fantastische agenda is mijn grote houvast. Ik bekijk hem diverse keren per dag, bang om iets met m’n chemohoofd over het hoofd te zien. En dan dit. Binnen twee weken verdwijnen eensklaps vijf dagen achteloos richting Noorderlicht.

Briesend en bruisend begon ik te snuiven, richtte mijn onmachtig, vermoeide wanhoopsgevoel richting ‘mannen’. ‘Ze denken je midden in de nacht wakker te kunnen bellen! Ze denken dat ze de agenda goed kunnen invullen..... !’ Grrrrrrrr.
Schoonmaakdame kreeg ook een veeg uit de pan. Ze had me vorige week beloofd haar verlof per tekstbericht aan me door te geven. KON IK DIT NOTEREN......mooi niets ontvangen.

Ze reageerde heel kalm onder mijn getier door zonder een spier te vertrekken te zeggen : ‘Klopt. Maar ik ben dan ook een halve man’. Ze valt op dames. Ja, dat weten we. Terwijl manlief zowat van het lachen in zijn lunch zat te stikken keek ik haar verbouwereerd aan. Wie verwacht nu toch van deze moslima zo’n reactie!
Het eind van het liedje was dat de ‘Zwedenreis’ automatisch via de luchtvaartmaatschappij in manlief’s ‘niet gezamenlijke’ agenda terecht was gekomen. Tja.

Gelukkig kon ik meteen door naar m’n afspraak met de inmiddels teruggekeerde vlinderdame. Ik lichtte haar in over mijn wond, het vroege opstaan, mijn onafhoudelijke verkoudheid, hoestbuien en keelpijn. Door de vele hoestdrank raken de darmen van slag. Het was een lange litanie van kommer en kwel die ik los liet. Ook de ‘uitbarsting’ bleef niet onvermeld.
Ik kreeg een heerlijke rustgevende behandeling. Het was een verrukkelijk gevoel alles even te kunnen loslaten, me alleen maar te hoeven concentreren op de zachte aanrakingen van haar vlinderhandjes!

Dit was even een niet zo’n fijne dag. Zo af en toe moet toch stoom afgeblazen worden. Het is zoals het is, morgen is alles weer anders. Vandaag in ieder geval op tijd naar bed.....

Liefs,
xxx
Okkie