Voluit leven (5)

Ja, ik kan er dramatisch over doen.
Kan. Doe ik niet.
Daarvoor was het te mooi. Onverwacht.

Ondanks het vroege uur.
Ondanks de aanvankelijke duisternis.
Ondanks de kou ook.

Wat?

Nou, door de testosteronremming die de kankercellen koest moet houden, zit ik in een soort overgang. En dus verlies ik botweefsel. Osteoporose. Daar werd vanaf het begin van de testosteronremming al wat aan gedaan. Elke dag een calciumtablet en een vitamine D-tablet. En ik help die twee een beetje door veel buiten te zijn. En door veel te bewegen/sporten; bewegen met schokjes helpt voor je botdichtheid.

Onlangs bleek bij een DEXA-scan dat het allemaal niet genoeg is. In mijn heup bleek de situatie gemiddeld voor mijn leeftijd en de botdichtheid van mijn ruggenwervels was gezakt tot onder het landelijk gemiddelde. Ik schreef erover in Mallemolen 498. De conclusie was simpel: er zijn aanvullende maatregelen nodig en dat gebeurt in de vorm van een infuus waarmee de botkwaliteit weer enigszins hersteld wordt.

Aan huis
Vandaag was de grote dag. Voor het eerst het infuus. Voor de kenners: Zoledroninezuur. Daarvoor komen ze aan huis. Over het infuus kan ik kort zijn: man komt binnen, zet statief neer, prikt een infuusnaald in mijn arm, hangt er een flesje en een zak aan (beide met een slangetje dat opgaat in één slangetje), sluit slangetje aan op naald en bedient wat schuifjes. Even praten, af en toe iets verstellen aan de schuifjes, alles afkoppelen en inklappen. Klaar.

Allemaal hartstikke mooi, maar ik kwam wel een beetje in de knel. Van het infuus kun je namelijk wat beroerd worden; een grieperig gevoel krijgen en hoofdpijn. (Neem paracetamol en vandaag veel drinken, was samengevat het advies.) En het infuus-aan-huis gebeurde vrij vroeg: 8.45 uur. Tel je dat op, dan hoef je niet helderziend te zijn om te concluderen dat als je tóch wilt duiken je moet kiezen voor een vroeg en deels duister avontuur.

En dan kom ik bij het ‘mooi’, want ik koos natuurlijk voor tóch duiken en dus het vroege en deels duistere avontuur. En ik werd riant beloond. De kou aan (met name voeten en handen) viel heel erg mee; Aeolus lag kennelijk nog op één oor. Ja, en dan heb je als vanzelf meer oog voor de ontluikende morgen. En jeetje die was prachtig … die rust … die kleuren … .

En dan bedenk ik: het is weer gelukt. De duik. Voluit leven. En nu hopen dat het straks/morgen/na morgen met die grieperigheid en die hoofdpijn meevalt, al valt ook dat onder voluit leven. Doe ik niet moeilijk over.