Vijftig feestjes, 27 november 2015
Na de uitslag van de pet-scan volgde het gesprek op het OLVG, over de chemo. Toch een beetje minder naar om daar heen te moeten dan naar het Antonie van Leeuwenhoek. Het kankerinstituut. Waar je alleen naar toe moet als je KANKER hebt. Ik zou zo graag alleen maar ziek zijn, algemeen ziek, niet zo gespecificeerd. Als ik rondloop in het OLVG ben ik gewoon een van de velen met een medisch probleem, en dat zou ook piepklein kunnen zijn. Niemand weet dat ik daar niet kom voor een loopneus of een oorlel-correctie. Maar het zou kunnen. Iedereen in een gewoon ziekenhuis is gelijk. Anoniem als het ware. In het Antonie van Leeuwenhoek is dat uitgesloten. Iedereen die daar rondloopt is bij de kladden gegrepen, gestigmatiseerd. Kortom: de pineut.
De dame die we nu weer kregen achter de computer aan de andere kant van de tafel was uiterst bedachtzaam en voorzichtig. Ze deed haar best om geordend het hele verhaal omtrent de komende chemo-kuren rustig en volledig te vertellen. Niet dat ik zoveel in me opnam, dat niet. Ik had ook geen vragen, ik zat maar wat. Ik geloof dat ik me er nog niet echt in wilde verdiepen. De dag ervoor wakker geworden uit de boze droom van mogelijke uitzaaiingen, nu wilde ik eigenlijk weer een poosje inslapen in een leuke niks-aan-de-hand-droom. Geen sprake van dus, aan het eind van de volgende week aan de bak, de eerste oplawaai. Naar de tandarts van tevoren, medicijnen ophalen, me informeren over wat me te wachten stond. En dan, vanaf de eerste kuur: binnen drie weken mijn haar verliezen. Mijn haar!! Dat waarmee ik mijzelf altijd bedek, waarachter ik me graag verschuil, waardoor ik me, zelfs als ik er verder slecht uitzie, toch mooi kan voelen. Mijn lange, dikke, kastanjebruine haar.
Inmiddels lig ik in de behandelstoel. Het gif uit de derde zak loopt nu naar binnen. Het valt tot nog toe mee. Gisteren moest ik beginnen met de dexamethason, tegen misselijkheid, met de leuke bijkomstigheid van happy happy happy dus in mij is al sinds gisterenmiddag, toen ik die werking begon te voelen, een opgewekt feestje aan de gang. Lekkere pilletjes. Op zondag mag ik ze niet meer nemen, ik stel me in op cold turkey. Maar vandaag nog niet. Vandaag ging ik, samen met een vriendin, een half uur voor de kuur moest beginnen, langs bij de kapsalon in het ziekenhuis, om de mogelijkheden van een pruik te bespreken. Pruiken zijn puik!! De hele lieve dame van de zaak haalde alles uit de kast, boekjes en brochures met glamoureuze foto’s van alle mogelijke maten, modellen, coupes en kapsels, maar vooral ook PRUIKEN. Ze haalde als eerste een synthetische pruik met kort haar tevoorschijn, en niet mijn kleur. Ik ben niet blond. Wel een beetje dom soms. Want ik haalde mijn hand door het haar, merkte op hoe dat plastic aanvoelde, waarna de dame me gereed achtte voor de kapper-klapper: een pruik met echt, lang haar, in mijn kleur. Geschrokken hield ik mijn adem in toen ze al dat haar uit de doos trok, voorzichtig. Met mijn handen streek ik door het haar, wát een verschil. Ik nam mijn eigen haar in een lok vast en legde die naast de pruik. Ik zag géén verschil. Ik zette hem op, gedienstig hielp ze mij daarmee. Zag hoe ik er uit zou kunnen zien met mijn eigen haar als ik net zoals gewone, shoppende, kapper verslindende, zonnebril verslijtende, aan mode verslingerde vrouwen was, ik er werkelijk geweldig uit kon zien. Het was extreem verleidelijk. In de komende tijd zou het slecht met me zou gaan, en toch zou ik er geweldig uit kunnen zien. Net als met mijn eigen haar, maar dan veel mooier. Ik was verkocht. Volkomen.
Ik ben thuis, wacht op de klap die nog niet komt. Ik stel me zo voor dat ik op zondag laat in de ochtend, als ik een kater krijg van de ontbrekende doses dexamethason, ik als een oud vrouwtje mijn bed uit zal kreupelen. Naar beneden naar koffie strompel, als ik dat nog lust. Me aankleed, als me dat nog lukt, met de grootst mogelijk op te brengen wilskracht. Me in mijn jas hijs. Schoenen aantrek. Als ik me nog voorover kan buigen. Volgende drie trappen naar beneden naar buiten wankel. Wellicht ergens een stok vandaag tover, desnoods van een boom breek, hoewel, daar heb ik geen kracht voor. Zonder stok dus, en strompelen dus. Twintig blokjes om het blok. Bewegen. Zodat ik me beter ga voelen, gerechtvaardigd moe, in plaats van als gevolg van chemo. Hoe ik na het derde rondje naar binnen ga zwaaien naar bewoners op de begane grond. Hoe ze na 5 rondjes terug gaan zwaaien. Hoe ze na 10 rondjes naar buiten komen, in de deuropeningen gaan staan. Hoe ze na 15 rondjes vlaggetjes tevoorschijn hebben gehaald en me toejuichen. Me bij het volgende rondje naar binnen noden, me borrels aanbieden, pardon, ranja, hoe ik in die laatste vijf rondjes wel vijftig feestjes vier.
Dat stel ik me zo voor.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Mijn blogs verschijnen ook op mijn site. Bij alle menu-onderdelen (behalve home) rechts te vinden als berichten op: www.lichterik.nl
1 reactie
Hahaha, prachtig zoals je het plaatje kleurt