Sometimes it snows in April, 24 april 2016
Het was 1988. Ik was twintig. Ik woonde samen met mijn toenmalige vriend in Amsterdam, nadat ik een studie Engels na twee maanden had afgebroken. Vanuit een krap kamertje bij een hospita in Vianen verhuisde ik niet alleen naar een andere stad, maar ook naar een andere studie, een ander gevoel, een ander leven kortom. Ik was blij toe.
Mijn vriend had een bandrecorder. Daar speelde hij muziek op af die hij tijdens vele uren van opnemen op de banden had gezet. De samenstelling van elke band leek willekeurig, maar was het niet. Elke eclectische verzameling van stijlen, nummers en artiesten had samenhang. Uren en uren van liedjes die ik nog nooit had gehoord dronk ik als zoete melk. De muziek werd zo vaak afgespeeld dat ik de volgordes kon dromen, en in de stiltes tussen de liedjes het komende nummer vaak al begon te neuriën. Nooit verveelde het.
Op een van die banden stond een lied dat ik op een herfstavond voor de eerste keer hoorde. Buiten was het donker, binnen schemerde kaarslicht, en in die sfeer klonk ineens dit fantastische nummer. Sometimes it snows in April. Wie is dit? vroeg ik. Prince, antwoordde mijn vriend. Ik kende Prince alleen van de kaskraker die de hele wereld kende. Kiss. Dat vond ik geen leuke muziek. Prince had al voor mij afgedaan nog voor ik goed en wel wist wie hij was en wat hij buiten Kiss nog meer had gefabriceerd.
Ik moest mijn mening bijstellen.
Fan was ik daarmee nog niet. Dat kwam later. Ik was een jaar of vijfentwintig, en studeerde opnieuw in Utrecht. Een goede vriend bleek een grote Prince-fan te zijn. Dat Prince iets bijzonders was wist ik, alleen had ik nog nooit goed geluisterd naar zijn muziek. Ik besloot dat ik mezelf de kans moest geven om ook fan te worden, maar dan diende ik wel eerst grondig op de hoogte te raken van waar ik dan precies fan van zou zijn, dat leek me wel handig. Dus ik leende van hem zijn bandjes met Prince-albums, en begon te luisteren. Mijn voorliefde voor gemakkelijk in het gehoor liggende popsongs werd op de proef gesteld, maar ik zette door, hield vol. Het was de meester zelf die me toezong, die mijn aandacht beloonde met inzicht in wat muziek kon betekenen voor mij. Hoe het mij kon verrijken, hoe het voor verdieping kon zorgen, hoe het kon uitstijgen boven amusement, zonder daarmee aan schoonheid in te boeten, integendeel. Hoe muziek kunst kon zijn eigenlijk. Ik was verkocht. Voorgoed.
In de jaren die volgden voelde ik me met vriendinnen en vrienden één grote super-fan. We vormden samen een consistente brok bewondering. Thuis werd ik dan telkens weer het individu dat precies wist welk lied me om welke redenen extra raakte. Over één buitengewoon intrigerend nummer van Prince schreef ik zelfs een essay-achtig stuk voor de scriptie die ik voor mijn studie moest schrijven. Ik probeerde iets van de magie van het lied in woorden te vangen, zonder diezelfde magie kapot te schrijven. Dat lukte. Juist door erover te schrijven verdiepte zich mijn fascinatie. Ik stuitte op betekenislagen die ik daarvoor niet eens had vermoed. Vérwondering en béwondering vielen samen.
Sometimes it snows in April. Altijd zal het voortaan sneeuwen in april, de maand dat Prince stierf. Hij laat een oorverdovende, witte stilte na.
8 reacties
Hij laat een plek achter die niet ingevuld kan worden en dat voelt verdrietig. Fijn dat je over hem hebt geschreven, Anne.
Petra, ja, die teksten. Hij was tegelijkertijd heel poëtisch, en heel aards, het was een soort aardse poëzie dus. Rake zinnen, rake observaties in de teksten, altijd to the point, vol betekenis, nooit een woord te veel. En altijd razend mysterieus, zonder dat dit ook maar ergens koketterie was, koketterie met mistig zijn. Hij raakte simpelweg aan grote mysteries. En bleef tegelijkertijd zo ontzettend helder, verlicht. Ik heb een stuk gewijd aan "If I was your girlfriend", misschien dat ik dat hier nog zal plaatsen.
Jerrel, dank je wel. Ja, zijn geest. Wat een instrument had hij daar in handen. Inderdaad, die blijft te horen, en te genieten. Daar ben ik dankbaar voor.