Puzzielen, mei 2018

Het is een gewone dag, maar mijn energie is waardeloos, want afwezig. Aan de gebruikelijke routines is dit keer mentaal nauwelijks te ontsnappen zoals dat soms kan als ik zulke leuke collega’s heb dat het kletsen tussen de sleur door, je die sleur doet vergeten. Dat kan ik vergeten dit keer.

Maar dan, in de middag, in die welkome hap in of uit de tijd, als de kleinsten slapen, en de grootsten wakker blijven, zit ik aan tafel met drie of vier peuters en een hele rits puzzels. Peuters kunnen het puzzels maken eindeloos herhalen. Telkens na voltooiing maken ze een show van het stukmaken: ze tillen de houten plateau’s op in variërende hoogtes, soms zoeken ze ook naar het optimale niveau, en keren om, de stukken kletteren op tafel, (als je geluk hebt) en je ziet ze genieten. Het is alsof ze blokjes-torens omduwen, met zoveel genoegen dat je je afvraagt of ze de puzzel eigenlijk alleen daarom in mekaar leggen, om hem kapot te maken, waarna ze welgemoed telkens weer opnieuw beginnen. Wie wil slopen moet eerst bouwen. Mij gaat dat na een keer vervelen, dus ik verzin graag variaties. Spelletjes. Onzin-toepassingen. En als ik daar mee bezig ben observeer ik wat mijn kleine one-woman-showtjes doen met de kinderen. Vanuit de coulissen, of vanaf de brug boven je spel, de zaal in kijken, terwijl ik onder me mijn marionetten laat leven.

Ik pak een puzzel, eentje met knopjes op de buiken, handgreepjes. Neem er een stukje uit dat ik vastpak bij zijn navelbreukje, en laat het lopen. Ik plak er een gekke stem op, en meteen heb ik het verhaaltje vast. Het puzzelstukje moet naar bed, maar geen enkel bed is het juiste. De kinderen spelen mee, dekken het correcte gat af, zodat ik noodgedwongen alle andere bedsteetjes moet uitproberen als een houten Sneeuwwitje, waarna, ten lange leste, peuterhandjes wapperend als vlindervleugels wegvliegen van de gaten, het juiste bed onthullen en het gat naadloos wordt gevuld. Ik maak veel vertoon van het eindelijk passen. Deze herhaling is geen straf, de fascinatie van de kinderen is tastbaar en voedt die van mij. Als ik even ophoud om mijn stem te laten uitrusten word ik onmiddellijk aangespoord om verder te gaan, meer meer meer! Het is alsof ik op mijn beurt de peuters betovering toedien, waaraan ze meteen verslaafd raken. Zo sturen we magie heen en weer.

Er komt een moment dat ik echt even klaar ben. Ik laat mijn pop in bed liggen en trek mijn handen terug van het spel, als slappe doeken glijden ze weg. Ik hoef niet lang te wachten. Mijn publiek gaat zelf het podium op en speelt het toneelstuk na. Ik zou willen dat ik het spel van het kind onder een microscoop kon leggen. Er doorheen turen. En de aller- aller- allerkleinste bouwsteentjes van de magie zou ontdekken. Kun je magie in factoren ontbinden? Totdat je bij de kern komt? Ja, dat kan, maar dat wordt niet uitgedrukt in materiaal, maar in tijd. In ogenblikken eigenlijk, momenten. Die alweer voorbij zijn voordat je besefte dat ze er waren. Ze worden door de tijd zelf verstoten.

Ik verlang naar mijn bed.

2 reacties

Weer een prachtig beschreven verhaal Anne. Ik krijg een beetje heimwee naar de kleutertijd, toen je nog blindelings mocht geloven in een goede fee en toverstokjes. De magie van het moment herken ik gelukkig nog wel. Dank dat je die even terug bracht.
Laatst bewerkt: 08/07/2018 - 18:06