Mug en Olifant, 29 januari 2016
Het blijft een raadsel, of misschien ook niet. Toen ik de Lidl inging liep er een man voor me met een blauwe dons-jack boven ranke benen, onder een kop met kort zwart haar. Enigszins bleke huid, zware baardgroei zichtbaar op perfect geschoren kin en wangen. Zijn tred had ook iets bekends. Zwarte ogen met de minzame, zelfverzekerde blik van een door moeder en vrouw tot op heden door en door gepamperde, verwende, opgehemelde prinsen-zoon. Ik wist het meteen. Joegoslaaf.
Moest er wel nog even bewijs voor krijgen, anders bleef die overtuiging toch een los draadje. Ik kreeg al snel een stukje. De man liep naar zijn kar toe, waar kleuter-zoon op het krat-plateau stond. “Hgekkie” zei hij, liefkozend, tegen zoon. “Hgekkie de pekkie.” Zowel de op de typisch Joegoslavische manier van de uitspraak van de Nederlandse G, als een H eigenlijk, met een erachteraan hobbelend zacht Geetje, als het on-Nederlands intieme rijmpje deden het hem.
Het echte bewijs moest nog komen. Ik deed mijn route door de winkel. Alle tijd. Net vierde chemo achter de kiezen, plus gevoel van half dronken zodat ik kriskras met mijn rijd-mandje door de winkel cruisde, af en toe ergens tegenaan botsend, de rijvaardigheid aangetast. Telkens met een half oog op vader en kind. Weer liet vader kar staan, om in een te smal pad iets uit de schappen te gaan halen. Zoon stond nog steeds op het plateau. Moest daar bijven staan van vader, dat ging in het Nederlands. Maar dat hij op moest passen ging in het Servo-Kroatisch.
“Čuvaj se.” Pas op, bezeer je niet. Ik had mijn bewijs.
De rest van de route verwonderde ik me over hoe het toch kan. Hoe kon ik dat weten? Ik legde de vraag later thuis voor aan dochter. Zij was er kort over. Je hebt daar zeven jaar rondgelopen. Maar zo simpel was het nog niet voor mij die middag in de Lidl. Want het was al vaker gebeurd, dit zien, weten, bewijs krijgen. Hoe kon ik dat afzien aan puur een uiterlijk. En in dit geval deed de man me onweerstaanbaar aan mijn ex denken: Was het het Bosnisch zijn van mijn ex dat ik herkende, of was het mijn ex zelf, ongeacht zijn etnische achtergrond, of een combinatie.
Man en zoon belandden tezelfdertijd als ik in de rijen voor verschillende kassa’s. Ik hield hem in de gaten. Of liever nog: kon mijn ogen niet van de man afhouden. Maakte mezelf wijs dat ik als ik maar goed zou kijken, ik het raadsel verklaard zou zien. Dat ik dáárom keek. Hij ving mijn blik en interpreteerde razendsnel. Zijn blik werd sluw, geamuseerd, en er verscheen een vaag lachje, een net-niet-grijns. Ik kon zien hoe hij deze mogelijke verovering mentaal bijschreef op zijn kerfstok. En stelde me voor dat hij dit breed uitgemeten aan vrienden zou vertellen. Zou aandikken. Zou liegen. Een mug tot een olifant op zou blazen.
Hij moest eens weten. Hoe ik die olifant lek zou prikken.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Mijn blogs verschijnen ook op mijn site. Bij alle menu-onderdelen (behalve home) rechts te vinden als berichten op: www.lichterik.nl