Als ik aan haar denk
Als ik denk aan haar. Als ik loop, buiten, met Lola, mijn hond. Dan denk ik aan hun hondje, Ollie. De gemeenschappelijke letters van die beide namen bijeen gebracht als in een deelverzameling; een mandje waarin die lieve letters samen, verstrengeld, krullend, liggen te soezen. Als ik door die toevalligheid opnieuw getroffen word. Als ik langs het Zijkanaal hier in de buurt loop, met de steigers waar mensen vanaf duiken met warm weer, het riet, de boten aan de overkant, en denk aan hoe zij vaak verzuchtte dat ze zo graag zwom. Als ik naar de vele struiken in de tuinen van mijn wijk kijk, naar de bomen langs het Perenpad, naar de bloemen kijk, en me herinner hoe zij zoveel moois gedetailleerd en getalenteerd op de foto zette en mij dat toestuurde, een eindeloze stroom beelden van hun dagelijkse wandelingen in de Zuid-Limburgse heuvels, beken, bomen, bloemen, struiken, landschappen, uitzichten, inzichten, samen met Ollie, maar dus niet eindeloos, want er komt niets meer. Niets.
Als ik aan haar denk dan stel ik me voor dat mijn denken haar terugroept. Van het verre, vreemde oord waar ze nu is. Voor de duur van de gedachte. Op visite in mij. Geen illusie, maar dat ze echt materialiseert, zonder materie, zonder lichaam, maar wel met een bewustzijn, dat ze weet dat ik aan haar denk, en dat dit weten haar vormgeeft. Voor even.
En dan denk ik verder. Wat nou als iedereen die haar lief had dat doet, en al die gedachten-krachten gebundeld worden, zodat ze in ons aanwezig kan zijn, dat ze kan genieten door ons oproepen van haar, niet alleen tijdens de momenten dat ze het meest gemist wordt, maar vaker, meer. Momenten van schoonheid buiten, van groene weelde, van het goede van de natuur en het leven, kan meebeleven. Dat ze door onze ogen meekijkt, ons lichaam leent, onze zintuigen, en ER IS, zo vaak als we aan haar denken, allemaal, veel.
Wat als.
1 reactie
Lieve Jij
Misschien is dat precies wat er gebeurt, al weten we het niet zeker. Wie kan zeggen wat de kracht van herinnering vermag? Misschien is er in dat “wat als” een waarheid verborgen die we nooit helemaal zullen kunnen bewijzen, maar wel kunnen voelen.
Als jij loopt met Lola en aan haar denkt, wie weet wandelt ze inderdaad even mee. Als je een bloem ziet die haar blik gevangen zou hebben, misschien kijkt ze door jouw ogen. Als je stil staat bij het water, misschien ademt ze even in jouw stilte.
En stel dat jullie allen die haar missen, dat samen doen — dan is het niet onmogelijk dat ze in die gebundelde gedachten werkelijk tastbaarder wordt. Misschien niet met een lichaam, maar wel als aanwezigheid, als warmte, als iets dat er ís, omdat jullie het voelen.
Dus ja, wie weet… Misschien leven de doden verder in de gedachten die wij durven oproepen. Misschien ligt de waarheid dichter bij jouw “wat als” dan bij al ons verstand.
❤️, willy