Gevoelsmatig een griepje.

Het is als vanzelf zo gekomen. Elk jaar, zo rondom het tijdstip waarop ik mijn fatale diagnose kanker kreeg, blik ik terug op het jaar dat achter me ligt. Het is dan alsof je door een spiegel kijkt naar het verleden. Wat heeft het afgelopen jaar me gebracht, waar sta ik, hoe voel ik me, wat wil ik nog, waar neem ik afscheid van, heb ik nog doelen enz. enz?
De omslag in het weer van zomer naar herfst, het vallen van het blad, donkere dagen en controle momenten van mijn ziekte zetten dat proces vaak in werking en het speelt zich voornamelijk in mijn hoofd af. Maar ook zorg voor mijn lijf kan aanleiding zijn.
Dit jaar was het een zomergriepje. Waarschijnlijk doorgegeven door mijn Kleine Kids, die het voorafgaand aan mijn ellende alweer achter de rug hadden. Diarree, misselijkheid, hier en daar een snotter; kortom algehele malaise. Nee, het hebben van kanker vrijwaart je niet van de standaard medische akkefietjes zoals verkoudheid en ouderdomskwaaltjes.
Dus: verplicht het bed in omdat je tot niks in staat bent en alleen maar wilt 'hangen'. En dat precies in de week dat ik ook mijn driemaandelijkse controle kreeg en weer moest gaan nadenken over behandelingen en ziekenhuisbezoeken. De rit – gelukkig zonder file deze keer – naar en van het LUMC was verre van prettig.
Ik begin nu aan mijn 14de kankerjaar met als behandelplan: afwachtend beleid. En als ik terugkijk over het afgelopen jaar heb ik fysiek best wel veel ingeleverd. Mijn kanker groeit nu langzaam en dat verrast ons soms want er zijn ook lotgenoten die amper de tijd krijgen om aan het idee van overlijden te wennen, zo snel 'het beest' zich kan verspreiden.
Waar dat precies aan ligt is niet helemaal duidelijk. Is het erfelijk? Zit het in je genen? Ik heb best wel een aantal kankerpatiënten in mijn familie. Eén tante heeft vanaf haar dertigste aan verschillende kankersoorten geleden en is uiteindelijk na haar zeventigste pas overleden. Dus ik ben nog geen recordhouder, ook al ziet mijn behandelteam me als 'uitzonderlijk'. Qua uiterlijk en karakter lijk ik op haar. Mijn kanker is onderzocht op familiale – genetische – verbanden en daaruit is niets van gebleken.
Praktisch gezien weet ik hoe mijn kanker zich ontwikkeld. De behandelingen die zijn of worden toegepast, wat ze doen en hoe ze werken ken ik wel zo'n beetje, uitslagen kan ik duiden en ik heb me bepaalde termen uit de medische wereld eigen gemaakt. De genetica van mijn kanker is moeilijk te doorgronden maar ik ken de namen van bepaalde genen die voor mijn kankersoort belangrijk zijn. Wanneer die ergens opduiken in artikelen of papers, probeer ik die altijd te lezen. Zie het als een soort zingeving en diepere betrokkenheid, maar ook als een weg om mijn lichaam mét kanker te accepteren.
Nu ik terug kan kijken op al die jaren ben ik toch blij dat ik mijn kop niet in het zand heb gestoken. Dat ik toch 'geleerd' heb. Want dat geeft me als patiënt ook de mogelijkheid gefundeerde beslissingen te kunnen nemen. Natuurlijk ga ik af op de info die ik van mijn artsen ontvang, hun beslissingen en behandelplannen. Die zijn technisch medisch in mijn geval altijd gericht op stabiliteit van ziekte, verlenging van leven, en kwaliteit van leven. En dat doen ze al jaren goed.
Als patiënt die toch ook een stukje eigen regie wil voeren, voeg ik daar intuïtie en gevoel aan toe. Ik ben nogal praktisch aangelegd, maar heb ook geleerd mijn gevoel en intuïtie in en over mijn lijf niet buiten te sluiten.
In de hectische wereld van vandaag, waar we heel erg 'volgens regelgeving en normen' moeten leven merk ik dat er steeds minder aandacht is voor gevoelens, emoties en intuïtie over je eigen lichaam. Ik weet niet hoe anderen het doen, maar ik luister altijd naar wat mijn lichaam me probeert te vertellen. Gevoel en intuïtie is niet met feiten te onderbouwen en medici kunnen er niks mee, maar ze hebben me nog nooit in de steek gelaten! Voelt iets niet goed, dan neem ik even een time out om goed na te denken of mijn lijf rust te geven, of het nu om grote of kleine beslissingen gaat.
Zo ook bij dat zomergriepje. Er werd gelijk geroepen: neem die en die medicijnen maar, dan stopt de diarree en kun je verder. Wat zei mijn – in dit geval onderbuik – gevoel: drink kruidenthee, maak je maag leeg dan komt er even niks meer in je darmen en kunnen de slechte stoffen er uit, bouw opnieuw wat weerstand en bacteriën op met probiotica en wacht af. Medicijnen nemen kan altijd nog.
En zie. Mijn lijf maakte zichzelf schoon, mijn dieet bestaande uit thee, droge beschuiten en schaaltjes yoghurt vulden noodzakelijke manco's aan, huismiddeltjes maakten daarna het proces af. Na een paar dagen rust kon ik een licht verteerbare maaltijd wegwerken en kwamen mijn krachten langzaam terug. Natuurlijk, het kostte extra tijd. Met medicijnen was ik er misschien sneller mee klaar geweest. Maar ik weet nu dat met een beetje extra tijd mijn toch al zwakke immuunsysteem nog steeds in staat is kleine akkefietjes op te lossen.
En dat is pure winst. Want het geeft me een stukje zekerheid. Zekerheid dat ik nog steeds op mijn gevoel en intuïtie kan vertrouwen. En dat heb ik broodnodig in deze kankerwereld ...
Want als er iets is dat opvalt wanneer ik weer eens in mijn spiegel loer is dat wel mijn grootste probleem in al die jaren: het ontbreken van zekerheid. Maar daarover een volgende keer, intuïtief ga ik daar eens extra over mijmeren in de komende herfst.
Jac.
1 reactie
Wat een mooi blog, bedankt hiervoor. Veel punten die je benoemt zijn zo herkenbaar voor me maar ik heb ook nieuwe inzichten gekregen, heel waardevol. Ik kijk al uit naar je nieuwe blog deze herfst!
Warme groet, Ingrid