De operatie (deel 1)

Donderdag 26 november 2020

Vandaag is de grote dag. Ik ben wel wat zenuwachtig maar laat het maar gewoon allemaal op me afkomen. We moeten ons om kwart voor 12 melden in de hal. Daar worden we verwezen naar een gastheer die ons mee naar boven neemt. We mogen wachten in het dagverblijf. Er zitten nog een paar (oudere) stellen en het is er doodstil. Na een tijdje worden wij naar binnen geroepen voor het opnamegesprek. Een leerling verpleegkundige stelt de vragen en haar begeleidster zit erbij. Het gaat er eerlijk gezegd allemaal een beetje kil aan toe. Op een gegeven moment komt ter sprake dat ik op een kamertje alleen kom te liggen. Oeh, dat valt me tegen, alleen op een kamer, dat wil ik niet hoor, ik lig eigenlijk liever op een zaal met andere mensen, dan gebeurt er tenminste wat om je heen, ik hou wel van een beetje reuring. Ik geef het voorzichtig aan en ze vinden het gelukkig geen probleem. Er moet wel even gebeld worden met de afdeling en in de papieren moet het kamernummer veranderd worden. Ik voel me een lastige patiënt maar ik ben blij dat ik het gezegd heb.
Mijn bloeddruk wordt gemeten, mijn temperatuur opgenomen en we mogen weer terug naar de wachtkamer. Ik vraag nog hoe laat de operatie gepland staat. 14.00 uur zeggen ze.

Het is heel bijzonder. De mensen die in het dagverblijf zitten staren alleen maar voor zich uit. Iedereen met zijn eigen gedachten. Er wordt niks gezegd. Er liggen geen tijdschriften, het is eigenlijk heel erg ongezellig. Ik heb een tijdschrift in mijn tas en mijn Ipad mee dus ik ga lekker mijn ding doen. Wordfeud enzo. Jos gaat naar huis. Hij kan niet veel meer doen, en dit is ook voor hem geen leuke omgeving. We nemen afscheid van elkaar, lastig, tot na de operatie dan maar hè.
Om de beurt worden de mensen (met rolkoffer) weggeroepen en uiteindelijk zit ik nog in mijn eentje in de wachtkamer. Ik heb natuurlijk al een hele tijd niet gegeten, ben zenuwachtig en dat wachten is geen pretje. Gelukkig komt een vriendinnetje van mijn jongste dochter even een praatje maken. Zij werkt op de afdeling. Later komt er een patiënt met infuus binnenlopen en ook daar maak ik even een praatje mee. Het is inmiddels al half 3 geweest en ik zit er nog steeds. Ik ben moe, koud en rillerig. Iedereen loopt heen en weer in de gang en bij de liften en heeft het druk. En ik vind het al vervelend om even naar de wc te gaan die verderop in de gang is omdat ik dan bang ben dat ze me dan net gaan roepen. Eindelijk word ik opgehaald door de twee verpleegkundigen van het opnamegesprek. Hoera, het gaat gebeuren.
Ik word naar een zaal gebracht met lege bedden met allemaal winkelmandjes aan het voeteneind. Daar gaan mijn kleren en schoenen in en ik krijg een blauw operatie schort aan. En twee paracetamols. Daarna word ik door een van de verpleegkundigen door de lift en gangen naar de operatieafdeling gereden. Gewoon langs de poliklinieken waar allemaal mensen aan de balie staan en in wachtkamers zitten. Heel bijzonder.
Ik word in een soort bijkeukentje geplaatst. De verpleegkundige neemt afscheid en wenst me veel succes. Er komt iemand anders die weer allemaal vragen gaat stellen en invoeren in de computer. Dan word ik een grote zaal ingereden. Een soort parkeerplaats voor bedden. Er moet een infuuscanule aangebracht in mijn hand waar later de infuusslang op aangesloten wordt. Dit lukt niet in een keer. Het zijn venijnige prikken. Er wordt iemand anders bijgehaald en zij constateert dat ik toch wel koude handen heb. Ja, ik heb ook heel koude voeten zeg ik. Daar gaan we eerst even wat aan doen zegt ze. En ze komt terug met een laken/deken en die is zo lekker warm! Die komt uit een warme kast. Ze laten me even met rust en ik vind het heerlijk. Daarna komt ze weer terug en nu lukt het gelukkig wel, op een plekje ernaast. De chirurg uit Purmerend (dr.P) die me gaat opereren komt ook nog even langs. Ik herken hem niet direct met zo’n badmuts op. Hij is heel aardig, vertelt nog het een en ander over de operatie en vraagt of ik nog wat te vragen heb. Nee dat heb ik eigenlijk niet. Wel wens ik hem heel veel succes met de operatie.
Ik word overgeheveld van het bed naar een rijdende tafel en ik krijg opnieuw zo’n heerlijke warme deken over me heen. De verpleegkundige vraagt hoe het met me gaat. Tja, zeg ik, het is wel een rollercoaster waar je zo ineens in terecht bent gekomen. Maar ja, je moet het allemaal maar over je heen laten komen hè zeg ik dapper. Dan wrijft ze heel lief over mijn wang en zegt dat het allemaal niet niks is. En dan komen de tranen. Poeh. Ook dringt het tot me door dat ik om dit alles eigenlijk nog maar heel weinig heb gehuild. En dat op zo’n moment, vlak voordat je de operatiezaal in wordt gereden, de waterlanders ineens komen. Mijn tranen rollen in mijn mondkapje en die mag ik nu wel afdoen van de verpleegkundige.

Dan gebeurt er in eens heel veel. De anesthesiste stelt zich voor en ook de assistente, en nog iemand. Ze rollen mij de klapdeuren door en ze gaan allemaal tegelijk met me aan de gang. Plakkers op mijn rug en borst, armen om wijd doen, bloeddruk, knijper op mijn vinger en weet ik wat allemaal nog meer. Ik staar maar naar boven naar die drie enorme grote lampen die gelukkig uit zijn. Aan mijn voeteneind zie ik dokter P. al staan, geduldig te wachten tot hij mag. Ik krijg een zuurstofkapje op. Er gebeurt niks. Aan de zijkant komt er nog allemaal lucht doorheen. Denk aan iets fijns zegt iemand 2x in mijn oor. Volgens mij draait ze een kraantje open en weg ben ik.