Gewenning
We beginnen te wennen aan de regelmaat van de wekelijkse kuur. Het geeft een soort prettige structuur aan de week. Na zeven keer weet ik een beetje wat me te wachten staat en dat is fijn. Iedere dinsdag om kwart voor tien lopen we naar het ziekenhuis voor de volgende combinatie van Taxol en Herceptin. ’s Middags lig ik onder zeil, maar ’s avonds tegen etenstijd ontwaak ik weer als Frans heeft gekookt en een lekkere maaltijd serveert. Frans gaat iedere dinsdag met me mee en werkt een beetje als ik lig te slapen. Woensdag is meestal een rustige dag om bij te komen van de kuur, waarin ik mijn blog bij werk of studeer. Donderdag is mijn ‘dipdag’, maar naarmate de kuur vordert worden de dipjes minder diep. Vrijdag is de dag dat ik mijn bezoekjes heb gepland, maar helaas vallen die de laatste tijd nogal eens uit wegens ziekte en verkoudheid van de bezoekers. Zaterdag en zondag brengen Frans en ik grotendeels samen door. We slapen veel, kijken films, puzzelen, praten en wandelen kleine stukjes. Frans doet daarbij ook nog boodschappen, kookt, gaat hardlopen of doet grondoefeningen met zijn paraglider. Eigenlijk is het een heel gezellige tijd. Maandag is de dag dat ik me het fitst voel en waarop onze hulp als een witte tornado door het huis raast. En dan is het alweer tijd voor de volgende kuur.
Het is een kleine, overzichtelijke wereld en ik bedenk ineens dat ik het misschien straks wel ga missen als de chemokuur is afgelopen. Dat is een heel raar idee, want ik heb al die tijd gedacht: ‘als de chemokuur maar eenmaal is afgerond, dan …’. Ja, wat dan.
Ik ben er veel voor gewaarschuwd in het ziekenhuis en door lotgenoten; dat de moeilijkste periode begint als de chemo is afgelopen. Dat je dan in een soort zwart gat valt. Ik vond dat eerst onvoorstelbaar. Ik kon niet wachten totdat de chemo zou zijn afgerond. Ik heb de datum al maanden in mijn agenda gemarkeerd en er staat al een fles prosecco klaar in de koelkast om te toosten als de laatste kuur erop zit.
Vond ik vijf keer chemo eerst echt onoverbrugbaar lang, nu heb ik het gevoel dat die vijf weken om gaan vliegen. Ik zie op tegen de nieuwe, onzekere fase die dan weer aanbreekt. Nu weet ik wat ik heb en waar ik aan toe ben. Straks moet ik weer alles zelf doen, mijn leven zelf vorm geven en wacht er een hormoonbehandeling die vijf jaar duurt en waarvan ik de bijwerkingen nog niet ken. En natuurlijk is er ook nog negen maanden lang om de drie weken de immuuntherapie.