De overwinning

'Goede morgen!' klinkt het. Even later gaan de lampen aan. Het is achter de rug. In beide armen zitten van die infuusnaalden. Ik merk dat er weinig bewegingsruimte overblijft. Goed dat ik me 's-nachts niet gedraaid heb... Ter hoogte van mijn onderlijf, zie ik slangen onder de deken uitkomen. Ik ben aangesloten op de 'pijnpomp'. Daarmee kan ik zelf de pijnstilling regelen. Fijne gedachte.

Mijn buik doet eigenlijk geen pijn. Als ik mijn benen beweeg, voelt het als spierpijn. Goed te doen. Als ik wil gaan zitten, dan wordt het pijnlijker. Laat ik het bed omhoog doen, da's makkelijker. Na wat gehannes, heb ik de afstandbediening te pakken. Het ruggedeelte komt omhoog. STOP! Ze zijn iets vergeten... Het lijkt alsof er een enorme spijker in mijn kont zit. Het ruggedeelte gaat weer ietsje terug.

Ik ga mijn doel bepalen. Elke dag wil ik een kleine inspanning doen. Elke dag iets erbij en ik ben zo thuis. Ik moet rustig beginnen. 'Opstaan', denk ik. Gewoon naast mijn bed staan en een stukje wandelen. Dat is een mooi begin...

De verpleegster maakt kennis en gaat aan de slag. 'Kan ik nog iets voor u doen', vraagt ze. 'Zou ik even naast mijn bed mogen staan?' vraag ik. 'Dat hoeft nog niet hoor', vandaag mag u lekker blijven liggen... 'Maar ik zou zo graag een stukje lopen..'. Ze kijkt alsof ze water ziet branden en loopt weg. Even later komt ze terug met de hoofdzuster. Ik vraag het opnieuw. Ze staan me beiden aan te kijken. Plotseling begint de hoofdzuster de slangen los te koppelen. Even later ben ik bevrijd.

Mijn eerste poging mislukt. Ik was de spijker vergeten. De verpleegster schiet te hulp, maar dat is niet de bedoeling. Ik moet het wel zelf doen. Via mijn zij en met al mijn krachten weet ik op mijn benen te komen. Die benen lijken het elk moment te begeven. Duizeligheid en misselijkheid komen uit het niets. Als een kromme banaan sta ik trillend langs het bed. Ik voel de verpleegsters vlak bij me staan. 'Hoe kom ik terug?', denk ik...

Terug op bed mag ik even bijkomen. Dadelijk worden de slangetjes weer aangesloten. Ik blijf stil liggen, tot de misselijkheid zakt...