123. Fulltime Lanterfanter

Jeetje, wat vliegt de tijd! Bijna drie jaar met prepensioen en elke dag voelt nog steeds als een 'gestolen' vakantiedag. Fulltime Lanterfanter ben ik nu en neem van mij aan dat het een zinvolle tijdsbesteding is! Niet iedereen in mijn omgeving is het daar mee eens. Sommigen kunnen zich niet voorstellen dat zo'n nutteloze dagbesteding zinvol kan zijn. Eerlijkheidshalve moet ik erkennen dat ik tijdens mijn werkzame jaren daar precies zo over dacht...

Ik heb nog regelmatig contact met oud collega's en met enkele daarvan heb/had ik een bijzondere band. Zoals met Ger. We hebben jarenlang intensief met elkaar samengewerkt en heel veel lief en leed met elkaar gedeeld. Alhoewel we er totaal verschillende overtuigingen op na hielden, hadden we ook heel veel overeenkomsten. We waren beiden heel gedreven en gemotiveerd in ons werk en voelen beiden de noodzaak om nuttig voor anderen te zijn. Veel later kwamen we er allebei achter dat die noodzaak vooral voortkwam uit het gegeven dat we ons 'bestaansrecht' moesten verdienen. 

Toen ik kanker kreeg en als gevolg daarvan mijn hele leven op de schop ging, heb ik heel veel niet waarde toevoegende gevoelens, gedachten en overtuigingen los kunnen laten, maar die ene, het gevoel nuttig te moeten zijn bleef mijn gedrag sturen. Totdat ik, bijna impulsief, de stap nam om mijn werk aan de wilgen te hangen. Die tamelijk impulsieve stap, zo weet ik nu, is niets meer of minder een daad van eigenliefde geweest. Onbewust heb ik op dat moment een grens getrokken. Het was genoeg! Ik hoefde mijn bestaan niet meer te rechtvaardigen, niet meer te verdienen. Ik mocht er zijn! Helemaal! Ik mocht zonder schuldgevoel zonder enig nut zijn! Ik vind het nog steeds opmerkelijk hoe snel ik gewend raakte aan mijn leven als Lanterfanter en veel belangrijker: hoe onbeschrijflijk veel ik daarvan geniet. Het is alsof ik eindelijk mijn bestemming in het leven heb gevonden. Alsof er nooit een ander doel heeft bestaan dan dit! 

Ger kon zich in deze beschrijving totaal niet vinden. Toen hij 8 jaar geleden met pensioen ging richtte hij de volgende dag al zijn eigen klusbedrijf op. Hij moest er niet aan denken om een leeg, nutteloos leven te leiden. Hij vond het heerlijk om druk bezig te zijn en voelde het als een eer als er een beroep op hem werd gedaan. Voor ik zelf met pensioen ging had ik nog regelmatig contact met hem op de werkvloer want ja, ook bij zijn oude werkgever was hij regelmatig aan het werk. Toen ik hem van mijn voornemen om te stoppen met werken vertelde, ging hij er automatisch van uit dat ik mijn dagen met vrijwilligerswerk zou vullen.

Nadat ik gestopt was met werken hadden we niet zo heel veel contact meer met elkaar en de keren dat we elkaar toevallig tegen het lijf liepen, vroeg hij steevast hoe ik mijn dagen vulde en schudde dan niet begrijpend zijn hoofd als ik vertelde dat ik mijn dagen hoofdzakelijk met lanterfanten vulde. Joke, zijn vrouw zag ik regelmatig als ik met de buurvrouw of vriendin over de markt slenterde. 

Het was begin Augustus vorig jaar toen ze me enthousiast vertelde dat ze na jaren weer eens twee weken op vakantie zouden gaan. Ze had via een kennis een huisje op de Veluwe weten te bemachtigen en ze keek er heel erg naar uit om met Ger, hun drie kinderen en de vijf kleinkinderen twee weken samen door te brengen. Helaas kreeg Ger tegen het einde van de eerste vakantieweek last van een hevige buikpijn die maar niet over leek te gaan. Een week eerder dan gepland keerden ze huiswaarts en stuurde Joke haar tegenstribbelende man naar de dokter. Het was niet goed, appte ze. Het was helemaal niet goed, appte ze een paar dagen later. Twee weken later appte ze weer. Het is hopeloos, Galblaaskanker in vergevorderde stadia en zijn hele lichaam zit vol met uitzaaiingen. Drie maanden. Hooguit. Pffff.

Mijn eerste impuls was om onmiddellijk bij hen langs te gaan, maar ik realiseerde mij hoe ongepast dat zou zijn. Ze hadden tijd en ruimte nodig om deze klap met het gezin te verwerken. Ik wenste hen sterkte en bood mijn steun en hulp aan als ze die nodig hadden. Ze appte terug. Ger neemt het goed op. Hij accepteerd de situatie en is nu druk bezig om samen met ons de uitvaart te regelen. Twee weken later appte ze weer. Uitvaart is geregeld. Ger wil je dolgraag zien en spreken. We spraken af en ik ging er met lood in de schoenen naartoe.

Ik trof een ontspannen, sterk vermagerde Ger aan die buiten in de zon zat. Hij begroette me hartelijk en zei dat hij blij was me te zien. Ik was verbaasd om hem zo rustig te horen vertellen over zijn toestand. Als je niet beter wist leek dit gewoon een gezellig onderonsje tussen twee oud collega's die elkaar na lange tijd weer zagen. Een week later, tijdens mijn tweede bezoek vertelde hij me lachend een belangrijk nieuwtje: ik heb gesolliciteerd naar de functie van Lanterfanter en wat denk je? 'Aangenomen!' Dat hij ziek was en niet zo heel veel tijd meer had, was een gegeven dat hij accepteerde, maar hij had nooit verwacht dat hij zo zou genieten van de vrije tijd die deze zelfde ziekte hem bood. Op de momenten dat hij geen pijn had genoot hij met volle teugen van zijn vrouw, kinderen, kleinkinderen, de vogels in de tuin en zo ontelbaar veel andere kleine dingen. Hij had alleen heel veel spijt dat hij zoveel jaren had verpild met werken. Achteraf bezien was dat een tijdrovende bezigheid die hem had weggehouden van alles wat echt belangrijk was in het leven.

Naarmate de ziekte vorderde en hij steeds meer pijn kreeg, staakte ik mijn wekelijkse bezoekjes. Ik vond dat hij die spaarzame goede momenten met zijn naasten moest doorbrengen. Begin november appte zijn dochter me met de mededeling dat Ger afscheid van me wilde nemen. Hij bedankte mij voor alles wat we jarenlang met elkaar hadden gedeeld. Ik vertelde hem dat hij heel veel voor mij had betekend, als collega en de mens die hij was geweest. Dat ontroerde hem zichtbaar en hij biechtte op dat hij ontzettend bang was dat zijn vrouw en kinderen hem alleen maar zouden herinneren als degene die altijd aan het werk was en zelden tijd vrijmaakte voor zijn gezin. Hij vroeg me geen toespraak te houden op zijn uitvaart. Hij wilde geen toespraken, hij wilde niet geeerd worden om zijn werkzame leven. Hij wilde dat zijn dierbaren hem zouden gedenken als de man die hij had willen zijn: 'like a bridge over trouble water'. Toen ik afscheid nam drukte hij me een briefje in mijn handen met daarop de handgeschreven tekst: Fuctieomschrijving van Lanterfanter.

Een week later, twee dagen na zijn 74e verjaardag plofte er een kaart op de mat. Op de voorkant van de kaart een afbeelding van een veld vol paarse bloemen met daarop de tekst: Spijt is niets anders dan uitgesteld verstand. De rouwdienst was sober, maar druk bezocht door heel veel oud-collega's. Geen toespraken. Een fotocollage van alle mooie, bijzondere momenten tijdens zijn laatste vakantie. Bij binnenkomst en vertrek klonk het ontroerend mooie nummer van Simon and Garfunkel alsof hij ons op het hart wilde drukken hem vooral te gedenken als de man die hij had willen zijn.

Ik spreek nog regelmatig zijn dochter en het doet me enorm goed te merken dat de angst van Ger ongegrond was. Voor Joke en zijn kinderen zijn die laatste weken van samenzijn zo ontzettend waardevol geweest dat die herinneringen de boventoon voeren. Gisteren zag ik haar nog. Een jaar geleden kreeg hij op die dag de diagnose. We haalden herinneringen op. Dat malle briefje met die functieomschrijving en zijn gedenkwaardige rouwdienst. Voor degene die belangstelling hebben in een carriere als Lanterfanter volgt hieronder de functiebeschrijving die Ger heeft gevonden...

 

  • Lanterfanten wordt vaak gezien als 'niets doen', maar feitelijk doe je niet 'niets'. Om je heen kijken, spanningen loslaten, indrukken binnenlaten, met interesse en verwondering je eigen vrije gedachten volgen, luisteren naar de geluiden om je heen, de zon of de wind op je huid en door je haar voelen, ruimte geven aan je dromen, opgaan in een herinnering, voor je uit staren of genieten van het uitzicht… Het is geen actief 'doen', het is een bewust ZIJN.  

     

9 reacties

Lieve Rita
Hieronder een stukje uit een blog dat ergens in mijn concepten zit, en dat een dezer weken. maanden wel eens zal gepubliceerd worden.
Gaat over spijt hebben
En d'r zit misschien wel een grond van waarheid in, maar toch....
Zolang je tijdens je leven hebt kunnen doen wat je wou en hoe je het wou, mag je geen spijt hebben, vind ik. Geldt trouwens voor jou ook.
Achteraf ja, dan heb je misschien andere perspectieven, en, wetende wat je nu weet, zou je het misschien anders doen of gedaan hebben, maar wat koop je daar nu mee.
Om maar te zeggen, Ger heeft een goed en gelukkig en zinvol leven gehad, én hij heeft nog de tijd gehad, hoe kort ook, om zijn leven aan te passen aan zijn gewijzigde gezichtspunten.  dus ja....
Heel mooi geschreven trouwens

En hieronder het desbetreffende stukje

Een tijd geleden had ik een artikel in handen van een boek  van Bronnie Ware: The Top Five Regrets of the Dying.
Geen luchtig vakantieboek dus, maar een verslag van iemand die jarenlang stervenden begeleidde en hun laatste woorden opving. En weet je wat? Die mensen bleken allemaal min of meer dezelfde dingen te betreuren. Geen van hen lag te jammeren dat ze geen tweedehands BMW gekocht hadden of dat hun gazon niet perfect gemaaid was. Nee, hun spijt zat dieper.
De eerste – en misschien wel de grootste – was dat ze geen leven geleid hadden dat écht van henzelf was. Te vaak hadden ze gedaan wat anderen verwachtten, terwijl hun eigen dromen netjes op zolder stof lagen te vergaren. Dan hoor je op je sterfbed plots de muizen krassen tussen die vergeten dozen, maar dan is het te laat.
De tweede spijt was dat ze zo hard gewerkt hadden. Vooral mannen, schrijft Bronnie. Altijd op kantoor, altijd onderweg, en pas op het einde beseffen dat hun kinderen intussen groot geworden waren zonder dat ze erbij waren.
De derde spijt: gevoelens inslikken. Altijd de brave glimlach bewaren, de vuist in de zak houden, en denken dat het beter zo was. Tot de maagzweren en de verbittering hun deel werden.
De vierde: vrienden laten los. Je denkt dat je nog wel eens zal bellen, dat er later nog tijd genoeg is. Maar later komt niet, en ineens zijn de stoelen rond de tafel leeg.
En de vijfde, misschien wel de pijnlijkste: ze hadden zichzelf niet toegestaan om echt gelukkig te zijn. Geluk leek iets voor anderen. Terwijl het, achteraf gezien, gewoon een kwestie was van de deur openzetten en het binnenlaten.

Het klinkt allemaal zo eenvoudig. Vijf lessen, bijna kinderlijk simpel. En toch moet je eerst half dood zijn om ze helder te zien.

Laatst bewerkt: 17/09/2025 - 13:19

Dank voor je reactie Willy, ik wil alleen even iets rechtzetten. Dit verhaal ging over Ger, over zijn spijtgevoelens. Ik heb geen spijt over mijn werkzame jaren. Integendeel. Het heeft me heel veel opgeleverd, me tot de persoon gemaakt die ik nu ben. Werk is heel lang ontzettend belangrijk voor me geweest tot het moment dat het dat niet meer was. Toen ben ik gestopt en kreeg ik andere ervaringen en inzichten. Ik ben me er heel erg van bewust dat ik van dit huidige leven zo enorm kan genieten doordat ik zolang heb gewerkt. Zonder het een zou ik het andere niet kunnen ervaren. Mooie wijze lessen trouwens!

Laatst bewerkt: 17/09/2025 - 13:44

Wat heb je het mooi beschreven. Idd kon hij heel nuchter praten over zijn einde. Ging ook met lood in mijn schoenen langs de eerste keer. Hij was net zo open als Kees en dat maakte het daarna makkelijker. Tot de dag ook ik afscheid mocht komen nemen.

Jolanda X

Laatst bewerkt: 22/09/2025 - 09:53

Ger en Kees hadden een bijzondere band met elkaar. Ze waren echte buddys geworden. Wie weet hebben ze elkaar in het hiernamaals opnieuw gevonden. Ik kan me zomaar indenken dat die twee regelmatig op een wolk over hemelse zaken aan het discussiëren zijn 😏😘

Laatst bewerkt: 22/09/2025 - 11:30