124. Vijf weken...
Je ziet er uit alsof je slaapt. Je hoofd een kwartslag naar links gedraaid, je bril op je neus. Alsof je zomaar even bent ingedommeld. Ze hebben zijn mond dichtgenaaid, die ging steeds open staan, zegt mijn zus. Ze hebben het heel netjes gedaan, je ziet er niets van, zegt ze na een korte inspectie. Haar hand rust op het koude glas. Ik leg mijn warme hand op die van haar en sla mijn andere arm om haar schouders. We staan daar in stilte en kijken naar het ontzielde lichaam van haar man. Als mijn blik de hare vangt, lees ik daarin ongeloof en verbazing. Ik kan het nog steeds niet bevatten, het is zo snel gegaan, zegt ze hoofdschuddend.
Niet veel later zitten we aan de koffie en laten we de gebeurtenissen van de afgelopen weken nogmaals de revue passeren. Hoe hij ongeveer 3 maanden geleden last kreeg van een pijnlijke heup. Smeerseltje erop, dat zou vast wel helpen. Dat hielp niet. Hij kreeg steeds meer moeite met lopen dus toch maar even naar de huisarts. Die dacht aan slijtage en verwees hem naar het ziekenhuis voor een foto. Tien dagen later de uitslag. Op de foto was niets bijzonders te zien dus was de huisarts ervan overtuigd dat het een slijmbeursontsteking was. Hij ging naar huis met een recept voor ontstekingsremmers. Die hielpen niet. De pijn werd steeds erger en hij kon zijn been nog maar nauwelijks optillen. Injectie in de heup dan maar en ja, dat hielp. Drie dagen zonder pijn en weer normaal lopen en toen kwam de pijn terug. Nog maar een injectie dacht de dokter en ja, dat hielp. Twee dagen. Na zes weken doormodderen kon mijn zwager niets meer met dat been. Hij kreeg zonder hulp zijn sokken niet meer aan en als hij de trap opstrompelde moest mijn zus zijn been optillen en die op de andere tree plaatsen.
Dat kon zo niet langer, dokter kwam zelf langs en stuurde hem naar het ziekenhuis voor verder onderzoek. Omdat hij met geen mogelijkheid in een auto kon zitten werd de ambulance gebeld. De ontstekingswaarden in zijn bloed waren zo extreem hoog dat ze besloten om hem onmiddellijk op te nemen. Opnieuw foto's, een echo en tenslotte een scan. De volgende ochtend werd mijn zus gebeld met het verzoek om onmiddellijk naar het ziekenhuis te komen. In het bijzijn van haar dochter, haar zoon was nog op zijn werk elders in het land, vernamen ze het verpletterende nieuws.
Kanker in beide longen, uitgezaaid in lever, nieren en bekken. Van het heupbot was nauwelijks iets over, bijna volledig weggevreten. Verbijstering. Hij had, op een pijnlijke heup na, nooit iets gevoeld van dat monster dat daar kennelijk al een poos in hem groeide. Op de foto, een paar weken eerder, was nog niets te zien geweest en dat bevestigde het vermoeden dat dit monster nogal agressief te werk ging. Denk in weken, antwoordde de dokter toen hij vroeg hoe lang hij nog had.
Hij wilde niet naar huis, hij had afstand nodig om nog van alles te regelen, te zeggen en te doen. Twee dagen later ging hij vanuit het ziekenhuis naar een hospice. Terwijl iedereen om hem heen nog in shock was, begon hij zich voor te bereiden op het laatste 'project' van zijn leven. Hij had haast. Ruzie's met familieleden om, in het licht van zijn naderende dood, volstrekt onbenullige redenen, moesten worden uitgepraat en bijgelegd. Zijn auto moest verkocht, de uitvaart besproken en geregeld. Dankzij de morfine had hij geen pijn en kon hij alle energie die hij nog had, richtten op alles wat hij graag geregeld wilde hebben.
Iedere dag werd hij een stukje minder, at en dronk hij minder en viel hij steeds vaker ongewild in slaap tijdens het bezoek. Afgelopen vrijdag stuurde mr. Willy me een prachtig gedicht. Ik vroeg of ik het naar mijn zus mocht sturen en dat mocht. Zij was geraakt door de tekst, printte het uit en las het voor aan haar man. Die avond wilde hij op papier vastgelegd hebben wie van zijn kinderen, welke karweitjes in en om het huis voor zijn vrouw zou doen. Zijn zoon noteerde de afspraken op het papier met op de achterkant het gedicht van mr.Willy. De volgende dag brak de pijn door de morfine en werd de dosis verdubbeld. Hij is niet meer wakker geworden tot hij maandagochtend in alle rust overleed. Precies vijf weken na de diagnose.
Mijn zus geeft me het stuk papier met de afspraken, ik draai het om en zie in het gedicht van mr.Willy een zin met een bibberend lijntje onderstreept; 'als je moe bent van het volhouden'. We schieten vol.
Eerste kerstdag ontving ik een appje van mijn zus; KLOTE KERST! Ik stuurde een appje terug; Inderdaad, KLOTE KERST, de zoveelste kerst bij een kist, voeg ik er in gedachten aan toe...
2 reacties
Oh lieverd wat vreselijk en ben het hardgrondig eens wat een Klote Kerst is dit voor jullie maar ook Rot ziekte is het ,maakt zich niet kenbaar en doet wat ie maar wil .
Wil je zus ,jou en de rest vd familie alle sterkte wensen met dit vreselijke verlies 🙏🕯
Liefs en knuffs hes 🫂🥰
Dank je lieve Hes😘😘😘