De eerste chemo 19 sept. 2018

Woensdag is het zover: de eerste chemo.

Mijn schoonzusje brengt en haalt ons.

We melden ons keurig op tijd boven in de chemokamer. Alles wordt rustig uitgelegd en vind het allemaal prima. Ben ik zenuwachtig? Nee, totaal niet. Ik heb meer het gevoel dat ik nu eindelijk iets kan doen. En het enige dat ik kan doen, is me vermaken tijdens de chemo, maar er gebeurt nu eindelijk iets!

De verpleegkundige vraagt me op een gegeven ogenblik of ik altijd zo nuchter en rustig ben. Ik antwoord dat ik me net voel alsof ik bij de bloedbank zit en daar ben ik ook nooit zenuwachtig geweest. Dus waarom zou ik dat dan nu zijn? In paniek raken kan altijd nog.

Op een gegeven ogenblik rammel ik van de honger. Ik app dit naar Ruud, hij is even met mijn schoonzusje de kamer uit. Ik word op mijn wenken bediend, want mijn schoonzusje komt een plakje peperkoek brengen. Meteen komt een mevrouw binnen voor de lunch. Ik krijg broccolisoep en kies voor 2 bruine boterhammen met kaas. De uitdaging voor vandaag: soep eten met mijn linkerhand, want in mijn rechterarm zit het infuus. Maar het lukt! Zonder knoeien! Als drinken kies ik voor koude chocomel. Dat doet me denken aan vroeger. Toen at ik met mama na elk bezoek aan de oogarts een saucijzenbroodje met chocomel.

De chemo zelf valt mee. Sterker nog, ik heb nergens last van. We gaan mijn nichtje nog ophalen bij mijn schoonouders, want zij moest gewoon naar school. Ik krijg het wel steeds warmer met mijn muts op. Ik heb nog nooit van mutsen of iets op mijn hoofd gehouden en dat is echt niet veranderd. Ik vraag aan mijn nichtje of ze het eng vind om me zonder haar te zien, of ze dat wil proberen. Ik vraag of ze eerst een foto wil zien. Dat wil ze wel en dan durft ze het aan om me zonder muts te zien. We hebben afgesproken dat ze het zegt als ze toch liever wil dat ik mijn mutsje op zet. Maar het gaat prima.

Dan gaan we naar huis. En opeens heb ik schijt aan de hele wereld! Kun je niet tegen mijn kale koppie? Pech, dan kijk je maar de andere kant op! Ik heb er niet om gevraagd, het is niet mijn keus en ik heb er ook maar mee te dealen. Die snertziekte houdt ook geen rekening met mij. Dus besluit ik met mijn kale koppie naar buiten te gaan. En in mezelf geef ik me een schouderklopje, deze hindernis heb ik ook genomen!