Amor vincit omnia 3
In de periode na de amputatie ontstond mijn behoefte om mijn gevoel te kanaliseren. Ik was een wandelend kruitvat, klaar om te ontploffen. Ik ben gewend om aan de linkerkant van Joke te lopen. Door haar wond was dat niet meer mogelijk. Als we nu in de winkelstraat lopen, passeren onwetende mensen haar rakelings langs haar pijnlijke zijde. Dan verkrampt ze, en ik verkramp mee. In gedachten zou ik ze allemaal wel een rotschop willen geven. Ze willen toeschreeuwen:,, He lul, kan je niet uitkijken? Zie je niet dat je te dicht bij mijn vrouw loopt? Dat ze pijn heeft?”. Nette taal was het niet, maar het was wel een ventileren van al mijn opgekropte woede. Zelf was ik me er niet van bewust, maar kwam daar achter door gesprekken met Joke. Het viel haar op dat ik steeds op een gemene manier in haar hand kneep. We hebben in ons huwelijk maar een afspraak. Wees altijd eerlijk, ook al betekent het dat je wel eens de ander kwetst. Op die manier zullen donkere wolken nog voor het uitbreken van het onweer al opgelost zijn. Ik kreeg inzicht in mijn ongeleide gedrag. Ik begon toen per dag een soort van dagboek bij te houden. Gewoon, korte notities maken van wat ik zag, voelde. Ook als ik het volkomen verkeerd had aangepakt, of als ik vond dat Joke iets verkeerd deed. Kort daarna stuurde Jokes dochter een spreuk. Amor Vincit Omnia. Ik nam de vrijheid om die spreuk aan mijn notities te hangen, diezelfde notities die jullie nu als korte verhalen in mijn blog verwerk.
Als een ter dood veroordeelde loopt Joke op 4 september voor het eerst de kurenkamer binnen. Daar liggen al diverse dames aan hun infuus. Eentje zit heel stil in haar stoel, anderen keuvelen gezellig met elkaar. Wij hebben alleen maar angst. Haar ogen zijn schotels van angst waar achter emmers tranen klaarliggen om over te stromen. Een van de verpleegkundigen komt heel lief een praatje maken, ondertussen een manchet om de bloeddruk te meten aanleggend. Er werd opnieuw uitgelegd wat er allemaal ging gebeuren. Ze vertelde meteen dat de bloedwaardes goed waren. Dat is een voorwaarde om met de chemo door te kunnen gaan. Steeds wordt een paar dagen voor de behandeling bloed afgenomen. In ons ziekenhuis hebben ze een eigen protocol. Elke kankerpatiënt krijgt voorrang op iedereen bij het bloed prikken. De gedachte hier achter is de weerbaarheid van de patiënt. Door de chemo is je immuniteit zeer laag en te lang wachten in een omgeving met allerlei ronddwarrelende ziektekiemen niet aan te bevelen. Menige keer werd Joke aangestaard als zijnde een voordringster. Ze had graag ook in de rij gestaan als ieder ander.
Als dan het moment daar is dat het infuus wordt aangebracht gaat het meteen fout. Haar aderen hebben veel te veel klepjes. De naald wil er niet in. Pas na de derde poging gaat het goed. Die ongelukkige ogen, ze staan op mijn netvlies gebrand.
Eerst wordt er gespoeld, dan chemo, dan weer spoelen, weer een andere soort chemo, en dan voor de laatste keer spoelen. En omdat het de eerste keer is, moet het langzaam gebeuren. Elk lichaam kan anders reageren. Als alles achter de rug is blijkt er niemand anders meer in de stoelen te zitten. Wat minder angstig en gewapend met een baxterrol vol kant en klaar op volgorde gezette pilletjes gaan we naar huis. We zijn allebei uitgewoond. Ik hoefde er slechts bij te zijn, maar geloof me, ik voelde me net zo rot als Joke. Ze zeggen niet voor niets dat een partner van een kankerpatiënt bijna net zo ziek is.
Wat een bizarre situatie toch. Gewoon niet te bevatten. Er wordt gif in een verder gezond lichaam gespoten. De chemo woekert in haar lijf om woekerende kankercellen tegen te gaan. De gevolgen zijn er al snel. Zeer moe, droge mond en slijmvliezen. Blikkerige stem. Misselijk. Heel veel slapen. Voor ik het wist sprak ik menigmaal tegen een slapende. Gelukkig bestaan er legio medicamenten om het lijden te verzachten. Joke kreeg onder andere Dexametason. Daarmee kon ze functioneren. Niet meer en niet minder. Een gezond iemand zou er ongetraind zwemmend het Ijsselmeer mee kunnen oversteken. Dan kon ze heel even de honden een klein rondje laten lopen, en dan weer gauw plat op de bank. Nadat het gif zijn verwoestende werk heeft gedaan, volgt een periode van herstel. Dan begint het opnieuw met bloed prikken en de gang naar de kurenkamer. Elke daarop volgende gang werd steeds zwaarder. De voorpret drukte al dagen van te voren haar meestal goede humeur in een flinke dip.
Er zijn vele soorten chemo. Sommige hebben o.a. haaruitval als bijwerking. Ik heb, een paar weken voor dat Joke kaal zou worden, al mijn haar bij de kapper achtergelaten. Met lood in mijn schoenen ging ik er met haar naartoe. Maar zie, zodra het eraf was , was mijn loden last verdwenen. Was dat nou alles? Het was daarna wel alsof ik een kwal aanraakte. Zo koud, helemaal niet mijn eigen hoofd. Joke vond na enige weken een plukje haar op haar kussen. Daar waren we al uitgebreid mee bezig geweest. Als het zover was, zou ik zelf, met het maken van de nodige fotoos ervan, haar met de tondeuse helpen. Daarna duurt het nog dagen voor alles weg is. Tot dan masseerde ik dagelijks haar hoofdhuid met een zacht en koel washandje, want het kaal worden is geen prettig gevoel. Joke kreeg eerst elke drie weken chemo toegediend. Daarna volgde er een soort die ze elke week zou krijgen, waarop ze besloot om een PAC te nemen. Dat is een onderhuids geplaatste hulpmiddel met een buisje naar haar hart waar het infuus op een andere manier ingeprikt wordt. Zonder een PAC zou het een te zware belasting zijn voor haar aderen Eind november krijgt Joke last van neuropathie, een beschadiging van de zenuwuiteinden als gevolg van Taxol. Haar voeten en handen doen heel raar, alsof het sponzen zijn. Haar klachten verergeren dusdanig dat het verstandiger is om er niet mee verder mee door te gaan. Het gevaar dat de klachten nooit meer verdwijnen is zeer groot. Zo kwam er dus eerder een eind aan het kuren en werd 24 december de laatste chemo toegediend. De behandeling vanaf dag een een genezende behandeling geweest. Kan je je het voorstellen hoe we al juichend, jankend, springend en joelend het ziekenhuis uitliepen?
De kerst en de daarop volgende dagen waren heerlijke dagen. Nieuwjaar luidde letterlijk een nieuwe periode voor ons, en speciaal voor Joke, in. We hebben een bijzonder zware tijd achter de rug. De zon schijnt ineens nog mooier, de lucht ruikt frisser, kleuren zijn helderder. Dingen die vroeger belangrijk waren, zijn verworden tot niets. Kleine dingen werden groter. Vrienden verdwenen, Zij die bleven werden nog belangrijker, dierbaarder.Het is ook pas in het nieuwe jaar dat Joke eindelijk volledig vrij is van gifstoffen. Eerst moes,t elke keer dat ze naar het toilet is geweest, de pot en de bril grondig schoongemaakt worden. Het gevaar dat een volgende in aanraking met de giftige troep komt is te groot. Pas als Emma ruim een halfjaar is, kunnen een dolgelukkige oma en kleinkind hun armen liefdevol om elkaar heen slaan.
Volgende keer verder.
Als een ter dood veroordeelde loopt Joke op 4 september voor het eerst de kurenkamer binnen. Daar liggen al diverse dames aan hun infuus. Eentje zit heel stil in haar stoel, anderen keuvelen gezellig met elkaar. Wij hebben alleen maar angst. Haar ogen zijn schotels van angst waar achter emmers tranen klaarliggen om over te stromen. Een van de verpleegkundigen komt heel lief een praatje maken, ondertussen een manchet om de bloeddruk te meten aanleggend. Er werd opnieuw uitgelegd wat er allemaal ging gebeuren. Ze vertelde meteen dat de bloedwaardes goed waren. Dat is een voorwaarde om met de chemo door te kunnen gaan. Steeds wordt een paar dagen voor de behandeling bloed afgenomen. In ons ziekenhuis hebben ze een eigen protocol. Elke kankerpatiënt krijgt voorrang op iedereen bij het bloed prikken. De gedachte hier achter is de weerbaarheid van de patiënt. Door de chemo is je immuniteit zeer laag en te lang wachten in een omgeving met allerlei ronddwarrelende ziektekiemen niet aan te bevelen. Menige keer werd Joke aangestaard als zijnde een voordringster. Ze had graag ook in de rij gestaan als ieder ander.
Als dan het moment daar is dat het infuus wordt aangebracht gaat het meteen fout. Haar aderen hebben veel te veel klepjes. De naald wil er niet in. Pas na de derde poging gaat het goed. Die ongelukkige ogen, ze staan op mijn netvlies gebrand.
Eerst wordt er gespoeld, dan chemo, dan weer spoelen, weer een andere soort chemo, en dan voor de laatste keer spoelen. En omdat het de eerste keer is, moet het langzaam gebeuren. Elk lichaam kan anders reageren. Als alles achter de rug is blijkt er niemand anders meer in de stoelen te zitten. Wat minder angstig en gewapend met een baxterrol vol kant en klaar op volgorde gezette pilletjes gaan we naar huis. We zijn allebei uitgewoond. Ik hoefde er slechts bij te zijn, maar geloof me, ik voelde me net zo rot als Joke. Ze zeggen niet voor niets dat een partner van een kankerpatiënt bijna net zo ziek is.
Wat een bizarre situatie toch. Gewoon niet te bevatten. Er wordt gif in een verder gezond lichaam gespoten. De chemo woekert in haar lijf om woekerende kankercellen tegen te gaan. De gevolgen zijn er al snel. Zeer moe, droge mond en slijmvliezen. Blikkerige stem. Misselijk. Heel veel slapen. Voor ik het wist sprak ik menigmaal tegen een slapende. Gelukkig bestaan er legio medicamenten om het lijden te verzachten. Joke kreeg onder andere Dexametason. Daarmee kon ze functioneren. Niet meer en niet minder. Een gezond iemand zou er ongetraind zwemmend het Ijsselmeer mee kunnen oversteken. Dan kon ze heel even de honden een klein rondje laten lopen, en dan weer gauw plat op de bank. Nadat het gif zijn verwoestende werk heeft gedaan, volgt een periode van herstel. Dan begint het opnieuw met bloed prikken en de gang naar de kurenkamer. Elke daarop volgende gang werd steeds zwaarder. De voorpret drukte al dagen van te voren haar meestal goede humeur in een flinke dip.
Er zijn vele soorten chemo. Sommige hebben o.a. haaruitval als bijwerking. Ik heb, een paar weken voor dat Joke kaal zou worden, al mijn haar bij de kapper achtergelaten. Met lood in mijn schoenen ging ik er met haar naartoe. Maar zie, zodra het eraf was , was mijn loden last verdwenen. Was dat nou alles? Het was daarna wel alsof ik een kwal aanraakte. Zo koud, helemaal niet mijn eigen hoofd. Joke vond na enige weken een plukje haar op haar kussen. Daar waren we al uitgebreid mee bezig geweest. Als het zover was, zou ik zelf, met het maken van de nodige fotoos ervan, haar met de tondeuse helpen. Daarna duurt het nog dagen voor alles weg is. Tot dan masseerde ik dagelijks haar hoofdhuid met een zacht en koel washandje, want het kaal worden is geen prettig gevoel. Joke kreeg eerst elke drie weken chemo toegediend. Daarna volgde er een soort die ze elke week zou krijgen, waarop ze besloot om een PAC te nemen. Dat is een onderhuids geplaatste hulpmiddel met een buisje naar haar hart waar het infuus op een andere manier ingeprikt wordt. Zonder een PAC zou het een te zware belasting zijn voor haar aderen Eind november krijgt Joke last van neuropathie, een beschadiging van de zenuwuiteinden als gevolg van Taxol. Haar voeten en handen doen heel raar, alsof het sponzen zijn. Haar klachten verergeren dusdanig dat het verstandiger is om er niet mee verder mee door te gaan. Het gevaar dat de klachten nooit meer verdwijnen is zeer groot. Zo kwam er dus eerder een eind aan het kuren en werd 24 december de laatste chemo toegediend. De behandeling vanaf dag een een genezende behandeling geweest. Kan je je het voorstellen hoe we al juichend, jankend, springend en joelend het ziekenhuis uitliepen?
De kerst en de daarop volgende dagen waren heerlijke dagen. Nieuwjaar luidde letterlijk een nieuwe periode voor ons, en speciaal voor Joke, in. We hebben een bijzonder zware tijd achter de rug. De zon schijnt ineens nog mooier, de lucht ruikt frisser, kleuren zijn helderder. Dingen die vroeger belangrijk waren, zijn verworden tot niets. Kleine dingen werden groter. Vrienden verdwenen, Zij die bleven werden nog belangrijker, dierbaarder.Het is ook pas in het nieuwe jaar dat Joke eindelijk volledig vrij is van gifstoffen. Eerst moes,t elke keer dat ze naar het toilet is geweest, de pot en de bril grondig schoongemaakt worden. Het gevaar dat een volgende in aanraking met de giftige troep komt is te groot. Pas als Emma ruim een halfjaar is, kunnen een dolgelukkige oma en kleinkind hun armen liefdevol om elkaar heen slaan.
Volgende keer verder.