Amor vincit omnia 23

23
Weekend alweer, Zaterdag.. De eerste drie bestralingen zijn voorbij. De afgelopen weken voorbij gevlogen. We weten al dat de 10e de dag van het einde van een tijdperk inhoudt. Dan komen alle onderzoeken, gesprekken en de hele mikmak tot dat waar we reikhalzend, maar niet echt naar uitkijken. We zitten dit weekend op de kampong. De slaaptabletten doen hun werk. Joke slaapt als een roos. Toch brengt ze de dagen slaapwakend door. Ze wil wel, maar de zwaartekracht wint het van haar oogleden. Mijn woestijnroos is in een breekbare stemming geraakt. Ze kan soms met niets ziende ogen tegenover me zitten. Waar is haar lach van de afgelopen tijd gebleven? Haar lichaam trekt haar geest mee. Naast het ,,kom maar op” gevoel kwam een zusje geslopen. Joke heeft een negatieve kijk naar de toekomst gekregen. Het gewone vragen heeft meer lading gekregen, een onrustige lading. Niet honderd procent, maar toch een behoorlijke. Het gaat niet om de operatie, maar om het daarna.
Wat heb ik na de operatie voor leven? Kan ik nog wel werken? Wat voor soort werk kan ik nog aan? Redden we het financieel? Kunnen we de stacaravan nog wel betalen? Hoe zal mijn kwaliteit van leven veranderen? Zal ik het redden met maar een paar keer per dag naar het toilet gaan? Ik heb geen vertrouwen in mijn eigen lijf, kunnen we dat samen bolwerken? Wat voor klappen staan me te wachten? Kan mijn koppie het weer aan? Bah.
Allemaal vragen die ze zichzelf stelt als ze alleen is. Die ze mij vraagt als we samen zijn. Wat we ook voor antwoorden proberen te bedenken, weten zullen we het pas na een tijdje. ,,Komt tijd komt raad” is op dit moment geen antwoord. Daarvoor moet je een solide basis hebben, moet je lopende problemen even kunnen parkeren in een hoekje van je zolder. Die basis heeft vandaag geen stevigheid. Door onvrijwillige barsten dringen allerlei doemdenkerijen op. Ze wil dat allemaal niet. Waarom is het haar niet gegeven om een gezond leven te lijden? Vrij van extra ballast. Gewoon, met normale, alledaagse, prettige sores. Haar straalogen zijn dof. Toekomstpijn vermengt zich met momenten van tranen.Twee eekhoorntjes brengen even afleiding. Een donkere en een roodbruine. De honden gaan ook als clowns om ons heen tekeer, alsof ze weten dat hun grappige capriolen onze gedachten even een andere kant op trekken. Na een paar minuten gaan haar ogen weer dicht. Voor de zoveelste keer vandaag. Energie? Wat was dat ook alweer?
Wat ik van de week al dacht is nu duidelijker te zien. Haar schone schijn is vandaag echt maar schijn. Ze kan het niet opbrengen om vrolijk te doen. Gelukkig maar. Ik zou het nog veel erger vinden als ze dacht dat ze zich voor mij groot moest houden. Voor mij is het ook niet beter. Ook ik zie het niet rooskleurig. Wat zal er in de toekomst met mijn zonnestraaltje gebeuren? Zal ze weer snel opkrabbelen? Morgen al misschien? Vandaag is het in ieder geval niet echt wat je noemt een goede dag. Ik bedoel niet dat we samen een slechte dag hebben, maar we zijn vandaag niet in staat om sombere toekomstbeelden weg te vegen. Schimmen kan je niet altijd met een vrolijke gedachte wegvagen. Misschien dat een middagslaapje en de barbecue vanavond met een vrolijk brandend vuurpotje als een Expecto Patronum helpen, want onze eigen bezweringen missen op dit moment alle kracht.
De zon draait weg van ons plekje en Joke wordt koud wakker. ,,Sorry schat”, zegt ze. ‘’Sorry dat ik zo ongezellig naast je lig te slapen.” Niet doen, niet je verontschuldigen voor het feit dat je je ogen niet open kan houden. Daar vraag je toch zelf niet om. Je maakt mij verdrietig als je sorry zegt. Ik ben zo ontzettend blij dat je bij me bent. Al slaap je als een roos.