Amor vincit omnia 13
13
Vanmiddag had ik het heel slecht. Een grapefruit en het woord gezond deden me ontploffen. Volgens mij brak ik het record A4 vol schrijven. Nu ben ik het gelukkig weer kwijt. Mijn binnenbrand is weer terug naar waakvlamstand. Ik heb het van me afgeschreven, geplaatst en met Joke erover gepraat. En wat gebeurt er daarna…..ja hoor, ik duik weer in de veilige modus. Het is in ieder geval gemakkelijker om het zo te doen.
Ook vanavond zoek ik redelijk vroeg mijn nest op. Pulau Kapok voor ingewijden. Dan neemt Joke haar tablet, GSM en E-reader mee naar boven. Gisteravond koos ze voor haar tablet. Ze keek naar de indringende documentaire ,,Wakker in een boze droom”, niet toevallig ook de titel van haar blog. Het volgt vier vrouwen met borstkanker. Ze vond het fijn om ernaar te kijken. Wij hebben het al eerder samen in de bioscoop van de bieb gezien. De vorige keer keek ze naar een romantische film, The fault in our stars, over twee jonge kankerpatiënten die verliefd op elkaar worden. Een echte tranentrekker. Het heeft zelfs een stukje Amsterdam er in. Ze grapte dat ze zich graag kwelde, pijnigde. Misschien heeft ze gelijk. Kan zomaar. Zelf denk ik dat het een vorm van acceptatie is. Een soort van voorbereiden op al wat er komen gaat. Net als haar voldoening van het voor elkaar krijgen dat de vragenlijsten klaar waren. Misschien heb ik gelijk. Kan ook zomaar.
De heren doktoren hebben dus gezegd dat Joke gewoon gaat genezen. Gewoon, beter worden. Bij het woord complicaties verstop ik me onder ons bed, net als de drie biggetjes. Yep, zo kinderachtig ben ik. Echt waar. Hoe reëel ook, daar stopt mijn toekomstverwachting. Ik wil er niets van weten, hoe dapper ik ook over stoma’s, ontstekingen en alle mogelijke nare bijzaken ook praat of schrijf. Dat ding eruit en daarmee basta. En daarna zo snel mogelijk weer op de been. Zo leef ik tussen hoop en vrees waarbij ik stiekem het liefst een doekje over vrees hang. Van vrees heb ik al een zolder vol. Vrees kost mij kostbare energie. Dan liever hoop. Daar krijg ik veerkracht van. Komt tijd, komt raad. Al sinds de borstkanker spaar ik veren. Grote, kleine, in ieder geval hele veren. Niet van die kapotte. Ik probeer ook om altijd veren in de band van mijn hoed te houden. Maar, veren? Van vogels?Een vogelveer, wie kent ze niet. Ik kietelde anderen ermee, of ik draaide er rondjes mee in mijn oren tot ik gek werd van het gekriebel. Maar, kijk eens, heb je daar wel eens echt naar gekeken? Dat rietje? Die haartjes met die mini weerhaakjes die als een rits in elkaar grijpen en zo de wind tegen kunnen houden. Ze wegen niks. Maar met elkaar maken ze van een gewicht een gewichtloos iets. Vaak zien wij langs de dijk vogels als niets wegende vliegers in de lucht hangen. Zo sterk is een veer. Voor Joke en mij symboliseert een veer kracht. Het Nederlands heeft er zelfs een woord voor. VEERKRACHT. Kracht om weer op te krabbelen, op te staan, weer te vliegen. Elke keer als ik een veer opraap, voel ik zijn kracht en groeit mijn hoop. Al die veren bij elkaar vullen ondertussen een grote vaas. Zo denkt Joke al vrij lang na over het laten zetten van een tattoo. Eerst zou het haar litteken moeten ververen, eh, verbloemen. Maar die gedachte is langzaam aan, aan het verdwijnen. Nee, het moet ergens zichtbaar zijn. Ik laat nu de wereld zien hoe ik sterk ben. Dat ik een survivor ben. ben. Ik toon trots mijn veerkracht! Ik kan vliegen als een adelaar.
Op een van de dagen voordat we de uitslag kregen, ontvingen we het volgende berichtje van Jokes dochter.,,Loop op straat in de regen. Breekt de zon door. Dwarrelt een wit pluizig veertje naar beneden. Recht in m’n hand. Voelt alsof iemand van boven even de groetjes doet en laat weten dat het allemaal goed komt. Kreeg in een keer een heel geruststellend gevoel over me. Veertje bewaar ik voor jullie. X"
Dit veertje heeft ze ingelijst met een eigen tekening van een wolf en de woorden Amor Vincit Omnia. Het staat nu op een prominente plaats.
Vandaag toonde ze mij weer haar veerkracht. Joke is in een vrolijke bui. Niet dat het geen vrolijke tante is, maar meer nog dan in haar normale doen. Haar ziekenhuiskantoorbaantje is af en daar kreeg ze een bonus voor. De klinisch geneticus wou het achterste van haar pen zien, waardoor ze heel de familie moest wakker schudden om van alles aan data boven water te krijgen. Dat is nu klaar en als toetje kreeg ze een schattig baby fotootje van haar vader. Ze laat me ook merken dat ze klaar is voor de operatie. Laat maar komen die hap. Dan ben ik er van af. Schoon. Ik ga er ongaarne graag naar toe.
Vanmiddag had ik het heel slecht. Een grapefruit en het woord gezond deden me ontploffen. Volgens mij brak ik het record A4 vol schrijven. Nu ben ik het gelukkig weer kwijt. Mijn binnenbrand is weer terug naar waakvlamstand. Ik heb het van me afgeschreven, geplaatst en met Joke erover gepraat. En wat gebeurt er daarna…..ja hoor, ik duik weer in de veilige modus. Het is in ieder geval gemakkelijker om het zo te doen.
Ook vanavond zoek ik redelijk vroeg mijn nest op. Pulau Kapok voor ingewijden. Dan neemt Joke haar tablet, GSM en E-reader mee naar boven. Gisteravond koos ze voor haar tablet. Ze keek naar de indringende documentaire ,,Wakker in een boze droom”, niet toevallig ook de titel van haar blog. Het volgt vier vrouwen met borstkanker. Ze vond het fijn om ernaar te kijken. Wij hebben het al eerder samen in de bioscoop van de bieb gezien. De vorige keer keek ze naar een romantische film, The fault in our stars, over twee jonge kankerpatiënten die verliefd op elkaar worden. Een echte tranentrekker. Het heeft zelfs een stukje Amsterdam er in. Ze grapte dat ze zich graag kwelde, pijnigde. Misschien heeft ze gelijk. Kan zomaar. Zelf denk ik dat het een vorm van acceptatie is. Een soort van voorbereiden op al wat er komen gaat. Net als haar voldoening van het voor elkaar krijgen dat de vragenlijsten klaar waren. Misschien heb ik gelijk. Kan ook zomaar.
De heren doktoren hebben dus gezegd dat Joke gewoon gaat genezen. Gewoon, beter worden. Bij het woord complicaties verstop ik me onder ons bed, net als de drie biggetjes. Yep, zo kinderachtig ben ik. Echt waar. Hoe reëel ook, daar stopt mijn toekomstverwachting. Ik wil er niets van weten, hoe dapper ik ook over stoma’s, ontstekingen en alle mogelijke nare bijzaken ook praat of schrijf. Dat ding eruit en daarmee basta. En daarna zo snel mogelijk weer op de been. Zo leef ik tussen hoop en vrees waarbij ik stiekem het liefst een doekje over vrees hang. Van vrees heb ik al een zolder vol. Vrees kost mij kostbare energie. Dan liever hoop. Daar krijg ik veerkracht van. Komt tijd, komt raad. Al sinds de borstkanker spaar ik veren. Grote, kleine, in ieder geval hele veren. Niet van die kapotte. Ik probeer ook om altijd veren in de band van mijn hoed te houden. Maar, veren? Van vogels?Een vogelveer, wie kent ze niet. Ik kietelde anderen ermee, of ik draaide er rondjes mee in mijn oren tot ik gek werd van het gekriebel. Maar, kijk eens, heb je daar wel eens echt naar gekeken? Dat rietje? Die haartjes met die mini weerhaakjes die als een rits in elkaar grijpen en zo de wind tegen kunnen houden. Ze wegen niks. Maar met elkaar maken ze van een gewicht een gewichtloos iets. Vaak zien wij langs de dijk vogels als niets wegende vliegers in de lucht hangen. Zo sterk is een veer. Voor Joke en mij symboliseert een veer kracht. Het Nederlands heeft er zelfs een woord voor. VEERKRACHT. Kracht om weer op te krabbelen, op te staan, weer te vliegen. Elke keer als ik een veer opraap, voel ik zijn kracht en groeit mijn hoop. Al die veren bij elkaar vullen ondertussen een grote vaas. Zo denkt Joke al vrij lang na over het laten zetten van een tattoo. Eerst zou het haar litteken moeten ververen, eh, verbloemen. Maar die gedachte is langzaam aan, aan het verdwijnen. Nee, het moet ergens zichtbaar zijn. Ik laat nu de wereld zien hoe ik sterk ben. Dat ik een survivor ben. ben. Ik toon trots mijn veerkracht! Ik kan vliegen als een adelaar.
Op een van de dagen voordat we de uitslag kregen, ontvingen we het volgende berichtje van Jokes dochter.,,Loop op straat in de regen. Breekt de zon door. Dwarrelt een wit pluizig veertje naar beneden. Recht in m’n hand. Voelt alsof iemand van boven even de groetjes doet en laat weten dat het allemaal goed komt. Kreeg in een keer een heel geruststellend gevoel over me. Veertje bewaar ik voor jullie. X"
Dit veertje heeft ze ingelijst met een eigen tekening van een wolf en de woorden Amor Vincit Omnia. Het staat nu op een prominente plaats.
Vandaag toonde ze mij weer haar veerkracht. Joke is in een vrolijke bui. Niet dat het geen vrolijke tante is, maar meer nog dan in haar normale doen. Haar ziekenhuiskantoorbaantje is af en daar kreeg ze een bonus voor. De klinisch geneticus wou het achterste van haar pen zien, waardoor ze heel de familie moest wakker schudden om van alles aan data boven water te krijgen. Dat is nu klaar en als toetje kreeg ze een schattig baby fotootje van haar vader. Ze laat me ook merken dat ze klaar is voor de operatie. Laat maar komen die hap. Dan ben ik er van af. Schoon. Ik ga er ongaarne graag naar toe.