Beenmergonderzoek bij ALL
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonVoor beenmergonderzoek is een beenmergpunctie en soms een beenmergbiopsie nodig.
Beenmergpunctie
Bij dit onderzoek neemt de arts wat beenmerg weg uit de achterkant van het bekken of uit het borstbeen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. De verdoving gebeurt met een naald. Dat kan pijn doen. Na de verdoving prikt de arts met een speciale holle naald door het bot tot in het beenmerg. Daaruit zuigt hij een kleine hoeveelheid merg op. Dat geeft een naar gevoel. Dit duurt een paar seconden.
Het beenmerg ziet eruit als bloed.
Biopsie
Heeft de arts meer informatie nodig over de samenstelling van het beenmerg, of is een beenmergpunctie niet mogelijk, dan doet hij meestal een biopsie. Ook dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Na de verdoving verwijdert de arts een pijpje bot met daarin het beenmerg. Ook hiervoor gebruikt hij een holle naald. Die werkt ongeveer zoals een appelboor. Sommige patiënten krijgen op de plaats van het onderzoek een bloeduitstorting. Ook kan de plek nog een paar dagen pijnlijk zijn.
Uitslag onderzoek
De arts beoordeelt de cellen en/of het weefsel onder de microscoop. Hij kijkt naar:
- de verhouding tussen de verschillende soorten beenmergcellen
- de aanwezigheid van abnormale cellen (leukemiecellen) in het beenmerg
Aan de hand van de uitslag kan de arts zeggen of je leukemie hebt. En om welke vorm het gaat.