Theezakje van de dag

En weer tuin ik erin: weinig geslapen, overdag hyperactief en energiek, geen dutje tussendoor en ’s avonds hartstikke afgebrand. Misschien moet ik dat dutje in mijn agenda zetten. Alles moet toch al in mijn agenda, bij gebrek aan onthoudcapaciteit.

Ik haal amper het tweede nummer van mijn slaapmuziek. Een nieuwe gewoonte: als ik weer veel te vroeg wakker ben beluister ik de slaapmuziek nog eens en blijf zo lekker nog even liggen. Toch vijf uurtjes slaap volgemaakt plus een liguurtje.

Nog altijd hyperdepyp
Hoezo hyperactief gisteren? Ik heb een berg administratie van minstens zes maanden weggewerkt, een serie naslagwerken van MV8 tekst in een verhuisdoos gemikt – wie gebruikt ze nog, grote zware woordenboeken­? – en mijn geliefde achtertuin zomerklaar gemaakt: struiken en vaste planten gesnoeid, al het afval versnipperd voor de compostbak. En dat allemaal op een onderhoudsdosis van 2 mg dexamethason, die misschien verdubbeld wordt als ik bijwerkingen krijg van de bestraling. Ik vrees dat ze me dan moeten vastbinden met een prop in mijn mond.

’s Morgens loop ik even naar de winkel met mijn nieuwe boodschappenkarretje, fijn ding! In mijn postwijk komen net een paar mensen naar buiten met wie ik een goed contact heb. Ze zijn verrast me te zien. Ze hadden me al gemist, ze dachten dat ik ontslag had genomen of misschien een andere wijk had gekregen. Ik vertel ze wat er aan de hand is en uiteraard reageren ze geschokt. Toch ben ik blij dat ik het verteld heb. Ik zal al die mensen nog vaker tegenkomen, ik woon zelf in de wijk. Geen zin om met een grote boog om ze heen te lopen. Eén op de drie mensen krijgt kanker, mensen, wen er maar aan.

Na mijn explosieve tuinactie in de middag komt Jongste thuis. Ze heeft op de uni gelukkig alle medewerking gekregen om haar bachelorscriptie wat uit te stellen en vandaag had ze de presentatie. Gek is dat, een Jongste blijft altijd je baby, zelfs als ze volwassen zijn en presentaties geven op een universiteit. Hebben jullie dat nou ook, mensen met kinderen? We eten samen en ze vertrekt naar scouting voor het gebruikelijke vrijdagavondje chillen met de groep die ze al jaren kent.

Waar is mijn kritische blik gebleven?
Ik ben moe maar probeer die avond toch de folders over bestraling en de infuuspoort te lezen die ik heb gekregen van de ziekenhuizen. Woensdag krijg ik de port-a-cath en ik heb me nog niet eens verdiept in de voordelen en nadelen van zo’n ding en of ik nu wel of niet van tevoren die oxazepam ga pakken die klaarligt. Ook lees ik wat blogs, waaronder een van iemand die zich heel wat kritischer opstelt dan ik en uiteindelijk op goede gronden kiest voor behandeling in België. Ik heb momenteel de geestelijke fut niet om me als kritisch denker op te stellen. Ik ben al blij dat ik eten kan koken en mijn huis netjes houd. Voorlopig krijgt het behandelteam het voordeel van de twijfel. Is dat erg? Of moet ik er wat van zeggen dat ik de dag na het eerste immuno-infuus eigenlijk wel een telefoontje had verwacht van het ziekenhuis – hoe het gegaan was en of ik last heb van bijwerkingen – en helemaal niets gehoord heb?

Nieuwe rubriek: theezakje van de dag
Ik sta om zes uur op. Tijd zat om straks American pancakes te bakken voor een vegan ontbijtje met Jongste. Ik maak een kop thee en start de blog. Wat is jouw favoriete boek, vraagt mijn theezakje. Daar heb ik niet echt een antwoord op. Ik lees al maanden geen boeken meer, te veel onrust in mij. De eerste associatie die bij me opkomt is deze: toen ik een jaar of tien was en met mijn jongere zus een kamer deelde, lagen we nogal eens te klieren. Tot mijn ouders het zat waren en ik iedere avond in hun slaapkamer  werd geparkeerd zodat we afzonderlijk in slaap konden vallen en ik later naar mijn eigen bed kon slaapwandelen.
Op het nachtkastje lag de Bijbel en ik was dan wel niet zo’n gemotiveerde slaper, maar wel een fanatieke lezer. Ik heb de Bijbel in een paar maanden stiekem van kaft tot kaft gelezen. Ik las het Oude Testament, de Openbaringen … wat een waanzinnig boek. Rode oortjes kreeg ik ervan. Al die namen, dat taalgebruik, onbegrijpelijke dingen (mannen die ‘hun zaad verspilden’ – ik had werkelijk geen idee) maar ook de verhalen uit het stukken toegankelijker Nieuwe Testament. Het antwoord, meneer Pickwick, is dus de Bijbel, ook al heb ik op mijn twaalfde definitief geconcludeerd dat de kerk en het katholicisme niet mijn ding waren. Als ik een paar duizend kilometer verderop was geboren was ik boeddhist of hindoe geweest, bedacht ik. Wat nou het Ware Geloof?

Gelukjes van de dag
* Terwijl ik de tuin onderhanden neem legt Ex de buitenverlichting aan. Iets dat al heel lang op mijn verlanglijstje stond. Hij was altijd al nooit te beroerd om iets extra’s voor me te doen. Dank je wel!
* Schoonzus W stuurt een kaart met een gedicht dat ze onlangs schreef ter gelegenheid van de Dag van de Mantelzorg. Haar kerk gaf alle mantelzorgers een klein cadeautje met dit gedicht erbij. Fijn dat er ook aan mijn mantelzorgers wordt gedacht. Echt lief!

Muziek van de dag
Ik slaap in met Getz au Go Go van The New Stan Getz Quartet ft. Astrud Gilberto (Stan Getz speelt geweldig saxofoon maar ook de andere musici zijn bijna too good to be true). Muziek die ik leerde kennen in mijn zogenaamde studententijd eind jaren zeventig. Niet dat ik studeerde, want na drie weken had ik het wel gezien met psychologie. Een RWW-uitkering, een soort jongerenbijstand, was makkelijk te krijgen én te houden als je eens per maand je werkbriefje maar invulde. Ik woonde in een studentenhuis - de entree is na al die jaren nauwelijks veranderd, zie ik op Google Streetview - waar we erg close met elkaar omgingen, geïnspireerd door onze gedeelde passie voor muziek, waanzinnig goede concerten, beugelflessen en te veel blowen. Gestudeerd werd er niet zo heel veel, geloof ik. Wel werd er goed gegeten; in die tijd is de basis voor mijn kookkunst gelegd en ik kookte bijna elke dag voor de hele club.
Op enig moment kwam er een kamer vrij en een vriend van een kennis of zo had er een nodig. Een vreemde Limburgse eend maakte zijn entree in onze Twents-Brabantse bijt. En zijn muziek was nog vreemder. Wij luisterden naar Zappa, Genesis, Supertramp, dat werk – hij en zijn vrienden naar woeste jazz. Wij dronken Grolsch, zij Brand. Als er een feest was trokken ze geroutineerd een kratje bier onder hun kont om dat in stug tempo leeg te maken. En de volgende dag, als iedereen met een kater van Nijmegen tot Kirchroaaj verspreid over de vloer lag, zette onze huisgenoot deze live-elpee uit 1964 op.