ONTWAKEN

Annemiek staat plots voor mijn hoog-laag bed.

Tranen in haar ogen…

‘Hé mooie man, daar ben je weer!

Een traan loopt over haar wang.

‘Je bent heel lang weggeweest…’

‘Oh…’

Meer kan ik op dat moment nog niet uitbrengen.

Ik heb  geen enkele gedachte, geen enkel gevoel. Vanbinnen ben ik leeg.

Al lijken in eerste instantie de materiële behoeften te overheersen.

‘M-mag ik appelensap?’ hakkel ik. Mijn mond voelt aan als schuurpapier

‘Lieverd mag ik even bijkomen, net een uur in de auto gezeten.’

‘N-NU…’

De verpleegkundige schudt haar hoofd.

Mijn lieve schat schudt haar hoofd,  maar drukt  haar lippen  op mijn gehavende schedel...