43. Mijn bed, mijn nest en bijzondere keukentafelgesprekken

Het begint erop te lijken. Ben nu bijna twee weken op hetzelfde pijnbestrijdingsniveau. Het lichaam mag er eindelijk aan wennen. Geen ophoging om de drie dagen meer. 

Hier had ik op gehoopt. Dit betekent namelijk dat ik de pijn kan handelen. En wie weet wat de bestraling van morgen brengt? Ook dat wordt hopelijk een manier om de pijn te slim af te zijn. 

Ik leef het leven vanuit mijn bed, in een heerlijke, lichte, kleurrijke muziekkamer. Het nest is gebouwd, zo voelt het. Bijna dagelijks komt er een bezoeker aan mijn bed hangen, of, indien voorzien van rode vacht, op mijn bed liggen. 

Er is verder weinig keus. Deze periode van bedlegerig zijn is nu eenmaal daar waar ik nu in het proces ben. Maar dat betekent niet meteen het einde!  Ik moet wel alles loslaten. Maar nu dan wel Alles met een hoofdletter. Met heel veel moeite, want ik mag me graag overal tegen aan bemoeien. 

Boodschappen doen: uitbesteed. 

Was doen: deze week aan dochter overgedragen (inclusief introductieles). 

Schoonmaken, tuinieren, koken, opruimen etc.: mijn bijdrage is nul. 

Ik mag nog maar één ding doen, namelijk hulp in dank aanvaarden. Verder niet dom denken dat ik het (.. vul elk willekeurig huishoudelijk taakje maar in..) vast nog wel kan. Want dan loop ik gevaar dat ik omval, en dan zal mijn steeds brozer wordende heup breken. Die heup heeft het al zwaar door de aanvallen van de uitgezaaide tumoren, dus moest ik er maar vooral zuinig op zijn. Keurig en bedachtzaam blijven lopen, maar altijd met steun. Van een kruk, de rollator of een arm (van een ander). Punt. 

Naast de hoeveelheid rust moet ik wel in beweging blijven. 
Dus doe ik zo veel mogelijk aan rollatorsport. 

Of train mijn armen door me aan mijn papegaai op te hijsen. 

En vergeet vooral het onderdeel douchen niet, de meest inspannende actie van de dag. Vandaag toch maar bedacht dat dat zittend moet. Dus zit ik nu op een houten “zen-kruk” onder douche. Functie van de kruk veranderde van sfeermaker in de douche naar baasdrager onder de douche. 

En als laatste in deze opsomming van sportieve activiteiten: in en uit bed gaan. Klusje op zich. 

En dan hoop ik maar dat het rijden in de scootmobiel ook weer een onderdeel van de dag gaat worden.  Op den duur. Maar dan zonder winkeldoel. Want buiten beleef ik nu het meest van achter het raam. En daar mag, vooral in een lente, best wat meer verandering in komen. 

Vanochtend kwam ik na een extra uur rust van te voren uit mijn nest om daarna met 7 leerlingen aan onze keukentafel te gaan zitten! Drie jaar geleden was ik hun mentor en geschiedenisdocent in 3Havo. Nu zijn ze van school.

Deze 7 schatten namen heerlijke vlaaipunten, chocola, een geschiedenismagazine, een cd met een eigen muziekmix, lieve kaartjes, knuffels, verhalen en tranen mee. In alle openheid stelden zij vragen, en gaf ik antwoord. Ik had al eens vaker het onderwerp dood en verdriet met hen gedeeld. Zij waren de eerste leerlingen die ik lesgaf nadat mijn vader was overleden. De eerste klas aan wie ik vertelde wat voor geweldige man hij was. En dat ik blij was dat juist zij in het lesrooster zo waren ingeroosterd, dat ik even kon delen, huilen (en zelfs getroost worden), om daarna de rest van de dag weer “gewoon” te kunnen werken. 

En nu kwamen ze bij mij voor de gezelligheid en om leuke herinneringen op te halen, maar ook om te praten over mijn naderende dood. Want dat onderwerp werd niet vermeden. Zo mooi dat dat steeds gewoner wordt. Bij leven hoort de dood, dus waarom dat onderwerp vaak onbesproken laten? Praat erover, want niemand ontkomt eraan. Maar ik geef toe dat deze setting wel heel bijzonder was. En mooi en ontroerend. Ben er nog stil van. 

Niet zo raar toch? 

5 reacties