Een prettige onjaardag

Precies een jaar geleden werd ik wakker met een raar gevoel in mijn buik. Ik had twee dagen ervoor de allerlaatste chemo ooit gehad. ’s Avonds waren mijn moeder en tante langs geweest en hadden we met zijn drieën op mijn bed gezeten. We hadden de slappe lach gekregen nadat ze foto’s van en met me probeerden te maken en ik niet mee wilde werken, en we waren om acht uur twee minuten stil geweest – wat een hele prestatie is voor de familie Van Beuningen. Ze hadden me gedag gekust en weer alleen op m’n kamertje gelaten. De dag daarna had ik een heuse rustdag. Maar vandaag, precies één jaar geleden, was het zover. Dat waar iedereen het over had gehad. Ik zou me als nieuw voelen. Ik zou opnieuw geboren worden. Een wederopstanding, als het ware. Die dag zou mijn stamceltransfusie plaatsvinden. Precies een jaar geleden was mijn wedergeboorte. Dus vandaag word ik één.

Hoewel ik me kan voorstellen dat het voor mensen met een veel heftiger medisch verleden of een onzekerdere toekomst een grote gebeurtenis kan zijn, voelde ik me niet bijzonder speciaal. Ik had gehoopt dat ik overspoeld zou worden door een gevoel, een emotie. Maar het enige dat gebeurde was dat er een eigenaardige geur rond mij en mijn kamer ging hangen, die ikzelf alleen rook als ik aan m’n eigen polsen snoof. Verplegers die sinds mijn transfusie nog niet gewerkt hadden, echter, kwamen blijkbaar de afdeling op met opmerkingen als: “Ik ruik dat er weer een stamceltransfusie is geweest?” Het enige dat me echt bijstaat van deze “legendarische” gebeurtenis is dat m’n stamcellen mooi roze waren. Dat vond ik wel chique.

Vandaag word ik één. Ik had het maanden geleden al aan iedereen laten weten die het maar horen wilde. Ook aan hen die het niet horen wilden, overigens. Ik moest namelijk een jaar lang aan de medicijnen vanaf 6 mei 2015, waarbij het niet verstandig was alcoholische versnaperingen te nuttigen. Dus iedereen – clubgenoten, dispuutsgenoten, vriendinnen van de vorige studie, en andere mensen van de vereniging – werd uitgenodigd: “Kom je ook op m’n kinderfeestje? Ik word één.” Er komen hoedjes en toeters en confetti en misschien koop ik nog wel een taart. Helaas – en ook gelukkig – mocht ik van mijn lieve dokter al eerder stoppen met de medicijnen (want de hoofdpijn was ik inmiddels wel een beetje zat en ik had ze het hele jaar door braaf twee keer per dag ingenomen). Daarom nuttigde ik op 15 april al mijn eerste vijftien biertjes. Erg symbolisch: een biertje voor elke maand dat ik niet gedronken had. Zo’n drie weken later heb ik alles alweer gedronken wat ik zo ontzettend gemist had: rode wijn, port, La Chouffe en gin tonic (niet allemaal tegelijk natuurlijk, meestal met mate). Het effect van mijn verjaardagsfeestje is dus helaas een beetje weg, maar dat maakt het natuurlijk niet minder leuk.

Vandaag, één jaar nadat mijn leven weer opnieuw begon, ik kon beginnen met opnieuw opbouwen, ik van het gezeur af was, zit ik weer in het ziekenhuis. Op 1 april had ik mijn halfjaarlijkse scan. Daarop was activiteit te zien. Dat wist ik, want ik had de twee weken ervoor een terrorgriep gehad – die op de één of andere manier altijd tijdens mijn tentamenweek toeslaat. Nogal wiedes dat alles een beetje ontstoken was. Maar in mijn borstkas zat toch een plek die vrij groot was. Zo’n 3 centimeter. Ik zei nog dat ik die weken had lopen hoesten alsof ik elke dag drie sloffen shag rookte, maar voor de zekerheid moest er toch nog een scan komen. Het was namelijk best gek dat er ook in mijn nek een plek te zien was op de scan die ik niet kon voelen in mijn nek. Mijn nek wist daar een oplossing voor: als je op de scan een plek ziet die je niet kunt voelen, dan zorgen we daar toch gewoon even voor? En zo had ik dus twee dagen voor de scan ineens een dikke, pijnlijke bobbel in mijn nek. Die vrijdag nog werd er een afspraak bij de chirurg gemaakt. En zo gebeurde het dat ik een week geleden op de OK van het AMC lag en een chirurg de klier uit mijn hals heeft gesneden.

Vandaag word ik één jaar en bedenk ik me hoeveel van deze onjaardagen er nog zullen komen. En hoe die dan gevierd gaan worden. Volgende week ben ik jarig voor het eggie. Dan word ik 23. Hoe de komende jaren eruit gaan zien weet ik niet. Ik hoop op verjaardagen zonder verse littekens, letterlijk en figuurlijk. Want nu loop ik met een flinke Jaap in m’n hals en een forse deuk in het vertrouwen in mijn lichaam. Hoewel de uitslag goed was, blijf ik me afvragen hoeveel biopsies er nog nodig zijn, hoe veel scans nog moeten gaan opgloeien en hoeveel bloed er nog getapt gaat worden totdat ik eindelijk echt beter ben.

1 reactie

Als de uitslag van de biopsie goed was, wat is dan de oorzaak van de zwelling?

Het lijkt me erg stressvol als ze weer iets zien op de scan en er is weer een zwelling. Hopelijk kunnen de artsen je geruststellen. En weten ze 100% zeker dat het goed is. Heel veel sterkte met het vertrouwen terugkrijgen in je lichaam.

Laatst bewerkt: 05/07/2017 - 19:14