Dood ben ik pas, als jij me bent vergeten

Mijn omgeving is niet de meest stabiele, te beginnen met mijn familie. Toen ik vijftien was overleed de vrouw van wie ik het meest hield - en nog steeds hou - aan borstkanker. Al een tijdje liep ik met een naar gevoel rond. Met kerst nog had ik een chique diner afgeslagen en tegen een vriendin gezegd dat ik niet meeging omdat ik het gevoel had - een sterke drang voelde - dat ik die kerst met mijn opa en oma maar naar Limburg moest om het daar lekker kneuterig te vieren. Op vrijdag 23 januari 2009 voelde ik me niet lekker en ben ik vroeger van school weggegaan. Wat ik precies had, kon ik je niet vertellen. Net als dat ik niet kon verklaren waarom ik het weekend daarvoor onophoudelijk aan het huilen en druilen was geweest. Ik probeerde die vrijdag m'n moeder te bereiken om te zeggen dat ik eerder thuis was en te vragen waar zij uithing, maar er werd niet opgenomen. Ook niet nadat ik vijf keer gebeld had. Ik begon me zonder aanleiding nog slechter te voelen en zorgen te maken. Laat op de middag belde ze terug. Het ging niet goed en ze was de hele dag in het ziekenhuis geweest. We zouden er 's avonds heen gaan.
Op dat punt was ik nog in de veronderstelling dat een operatie het wel "eventjes" zou oplossen. Die stond namelijk toch al gepland, dus die zouden ze simpelweg wat naar voren schuiven. Ik was toen nog zo naïef dat ik dacht dat alles op te lossen was met wat simpele handelingen. Toen mijn ouders twee jaar daarvoor vertelden dat ze gingen scheiden had ik ook al bedacht hoe ik dat ging oplossen: m'n vader zou een mooie bos bloemen voor mijn moeder kopen en ze zouden dan wat vaker op date gaan. Wat meer aandacht aan elkaar schenken zou het allemaal wel weer beter maken. Helaas hebben beide oplossingen niet geholpen. Die vrijdag zijn we tot laat in het ziekenhuis gebleven. De volgende ochtend waren we er weer vroeg, en ook toen hebben we daar tot in de late uurtjes rondgezworven met de familie. Zeker nadat we hoorden dat de operatie niet meer ging gebeuren. Het enige dat ze nu konden doen was de pijn verminderen met veel medicatie, zodat ze rust kon vinden. Zondag waren we er ook weer vroeg, hangend om het bed en in de gemeenschappelijke ruimte, niet wetende wat we met onszelf aanmoesten. Iedereen wandelde de kamer in en uit, maar mijn opa of ik waren altijd in haar bijzijn, luisterend naar haar zware ademhaling en pratend in de hoop dat ze nog zou horen hoe veel we van haar hielden. Tegen het middaguur besloten mijn opa en ik met zijn tweeën een wandelingetje te maken. We hadden daar zo veel gezeten, elkaar afgewisseld, dat we allebei wat frisse lucht en een goed gesprek konden gebruiken. En toen gebeurde het. Toen haar twee grootste schatten er niet bij waren om het moeilijkste gedeelte mee te maken, blies ze haar laatste adem uit. Mijn oma was pas 67.
Sindsdien doe ik vrijwel alles in de naam van mijn oma. Of ik doe iets stoms en ik verontschuldig me tegen de lucht, met het idee dat ze hoofdschuddend op een wolkje mee zit te gluren. Zo kwam ook de keuze om in Nijmegen te gaan studeren tot stand. Oma had het altijd een leuke stad gevonden en was hoogstwaarschijnlijk meeverhuisd als ze nog geleefd had. We hadden zelfs een huis gezien dat te koop stond bij mij om de hoek en besloten dat ze daar waarschijnlijk was ingetrokken. Lopend door de Lange Hezelstraat kirren mijn moeder, tante en ik dan ook bij elk winkeltje dat ze dat echt fantastisch had gevonden, terwijl we bij elk biertje en hapje bij brouwerij De Hemel roepen dat ze dat ook wel gelust had. Naarmate de jaren vorderden leek het steeds iets minder alsof ze op vakantie was en begon ik meer te beseffen dat ze niet meer terugkwam. Gelukkig neem ik haar altijd met me mee, en vond ik dus ook meer rust in mijn verdriet.
Maar, zoals ik zei is mijn omgeving niet de meest stabiele. Eenmaal geïnaugureerd bij mijn studentenvereniging gingen we jaarclubs vormen, en daar ontmoette ik een van mijn dierbare vriendinnen. Hoewel ze er niet vaak over praatte, vertelde ze op een avond waarop we elkaar écht gingen leren kennen dat de lymfklierkanker had gehad het jaar daarvoor. Die mooie lange haren die ze nu op haar hoofd had waren helemaal niet zo lang, maar werden aangevuld met extensions. Veel heb ik er nooit met haar over gepraat, ook niet tijdens mijn ziekteperiode. Wel weet ik dat ze te veel ijsthee had gedronken toentertijd, waardoor ze het een tijd niet gelust had. Iets wat haar erg hoog leek te zitten. Ook had ze wel eens verteld over de dacarbazine en het aluminiumfolie dat daarbij kwam kijken, en het feit dat ze praktisch dag en nacht haar pruik droeg omdat ze zo'n hekel aan die kale kop had. Gelukkig ging het weer goed met haar - en ook afgelopen maand was haar jaarlijkse controle weer een succesverhaal. Wat vond ik dat toen gek, dat een vriendin van mijn leeftijd al zulk leed achter de rug had.
Sindsdien werd het alleen maar gekker. Een jaar later kwam ik bij een dispuut. Een van de meiden van dit dispuut had als jong meisje leukemie gehad. Ik telde even na en concludeerde dat ik nu al op twéé vriendinnen zat die die nare ziekte te boven hadden moeten komen. Ook kende iedereen op de vereniging het verhaal van Bianca, het meisje dat in de afgelopen drie jaar al twee keer non-hodgkin een trap in de kloten had gegeven. Bianca was er overigens helaas niet zo vaak bij, maar dat was ook niet nodig. Eenieder die Bianca ook maar één keer gesproken had was verloren: hopeloos verliefd met voor altijd een stempel van deze kleine wervelwind op het hart gedrukt. Ze was zo'n twee turven hoog - ongeveer even groot als de hakken die ze droeg - en had een hoge stem met (als je het mij vraagt) licht Rotterdams accent. Ze kon dansen als de beste, had altijd een weerwoord waar je "u" tegen zei, was bijzonder erudiet, uitermate grappig, zeer eloquent en ontzettend lief.
Enige tijd nadat ik geïnaugureerd was bij het dispuut kwam het hoge woord eruit bij een vergadering. Bianca vertelde rustig dat de ziekte terug was. Ze begon pas te huilen toen ze vertelde dat ze het nog tegen niet te veel mensen mocht zeggen, want nog niet de hele familie en omgeving was op de hoogte, en dat ze daarom maar een kaartje naar haar ouders had gestuurd met "sterkte" (omdat niemand anders dat kon doen aangezien niemand het wist). Het was grappig en verdrietig tegelijk, en zo zaten we snotterend op de sociëteit Binc aan te staren. Er volgde een lang, ingewikkeld verhaal en proces waarbij er iets niet goed zat met haar natuurlijke immuunsysteem en er een allogene stamceltransplantatie moest komen kijken. In de zomer van 2014 ben ik nog - met een pruik op m'n kop en medicijnen bij de hand - bij haar langs geweest in het ziekenhuis. Ze gaf me nog tips, zoals dat ik mijn rijbewijs moest halen als ik nét klaar was met mijn chemo's en ik een doekje op m'n kale hoofd kon doen, zodat de examinator me uit medelijden moest laten slagen. Ook vertelde ze mooie verhalen over hoe ze stoere kerels op hun plek had gezet toen ze haar om haar kortpittige kapsel uitlachten. Die middag lieten we haar in Rotterdam achter met een opgezette snoet van de medicijnen en een enorme vermoeidheid.
Op 8 november vond het reünistendiner plaats van ons dispuut. Bianca had me nog geappt of ik ook kwam, maar ik was nog moe van mijn laatste chemo en kon er niet bij zijn. In haar laatste berichtje noemde ze me "bikkel," een woord dat sindsdien onlosmakelijk verbonden is met haar en ik altijd in haar stem in mijn hoofd hoor. Maandag 10 november kreeg ik te horen dat ik "beter" was. Woensdag 12 november werd ik gebeld met het bericht dat Bianca was overleden.
Als ik nu terugdenk aan hoe ik heb gereageerd, snap ik mezelf niet. Aan de telefoon was ik stil, ik zei niet veel. Toen ik ophing ben ik gaan brullen, heb mezelf op bed gegooid en wist ik niet wat ik met mezelf aan moest. Mijn moeder en haar vriend hadden bezoek beneden. En in alle blinde paniek durfde ik niet naar beneden te lopen en te zeggen "mam, ik heb je even nodig." Roepen ging niet, want er kwam geen geluid meer uit mijn mond. Dus ik heb mijn moeder geappt en vervolgens een kwartier gewacht tot de visite wegging en mijn moeder naar boven kon komen om mij vervolgens in onmogelijke staat aan te treffen. Ik heb een kwartier lang alleen zitten janken daar boven op zolder, simpelweg omdat mijn brein tijdelijk niet meer werkte. Toen in januari de ziekte bij mij terug kwam viel er in eerste enorme opluchting over me heen: al die tijd dat ik me niet beter had gevoeld had ik gelijk gehad, en nu konden we de ziekte gaan aanpakken. Maar ik was nu voor zowel mijn familie als mijn vriendinnen wel degene die het moest doen. Mijn oma was het niet gelukt en ook Bianca had het niet gered: ik was nu degene die wél beter ging worden. En god zij dank, zo geschiedde.
Afgelopen zaterdag was het alweer twee jaar geleden dat we het slechte nieuws kregen. We waren op dispuutsweekend, dus met de oudere leden die Bianca gekend hadden hebben we een wensballon opgelaten. Net als vorige jaar ging het uitermate onhandig, waardoor we niet stonden te huilen, maar samen even konden lachen. We hebben goede verhalen opgehaald, zoals de anekdote waarbij ze goede winterschoenen van haar vader moest kopen, maar terugkwam met hakken die tot aan d'r schouders reikten die naar eigen zeggen een stevig profiel hadden en daarom geschikt waren voor het gladde, barre winterweer. Ook hebben we het kleine biografietje gelezen dat ze bij haar profiel op Facebook had staan, Bianca ten voeten uit:

I consider myself smart, with exception to most things. I will for instance never be able to master the art of cooking, the primary source of caretaking and caregiving, or the art of understanding a game of soccer (really, they spend all that effort trying to get the ball from the other guy, and when they finally conquer, they carelessly pass it on to te next guy who sprints by, what's the point then!?!?!?!). I will never understand why Dutch glow-in-the-dark-hair politicians have to piss off the whole world with their low budget anti-islam films, nor understand why the United States decided to rename George Bush for a second time, especially after his father did such a poor job before him. To be quite frank, I really don't care that I will never understand any of these things. You see, I am drunk as we speak, which is a rather lovely, tingly feeling in my head, telling me to write silly stories in this little box named 'About me'. If the world were to colapse around me right now, I would be completely oblivious. And that's comforting, because we all worry to much anyway. Life is short, and we should make the most of it. So if the world does colapse, just remember this: I am Bianca, drunk and Dutch, which is the very best way to go through life, and you, are an 'About me'-box reader, who would do well to become drunk and Dutch with me.

Even telde ik mijn zegeningen, denkende aan dat ik hier nog maar mooi stond. Mijn omgeving is zo instabiel als maar kan, ik word omringd door kanker en er elke dag mee geconfronteerd. Maar wat ben ik trots op mijn omgeving: zij die het overwonnen hebben, zij die het niet hebben gered en zij die er al die tijd bij geweest zijn. Want zonder deze nare ervaringen waren we niet zo sterk en stoer geweest als nu, en dat is iets om trots op te zijn.

3 reacties

Wat een verhaal, eerlijk gezegd, ik begon ook een beetje te brullen, toen ik over jouw verdriet las. Ik wou dat we er met zijn allen op dat moment even voor je hadden kunnen zijn.

Laatst bewerkt: 07/07/2017 - 12:28
Hi Nikki,

Ik wilde je zeggen dat ik toevallig (bestaat toeval eigenlijk) op je blog kwam en dat ik heel veel heb gehad aan al wat je schrijft over al die 'bijkomstige' dingen.  Zo herkenbaar dat je weer gewoon verder wil maar dat niks meer gewoon is door wat je hebt meegemaakt. De gevolgen (ook uiterlijk) vallen in de ogen van anderen wel mee, maar zelf ervaar je dat anders. Je wil niet zielig zijn maar je wil wel dat mensen je  begrijpen, rekening met je houden en beseffend dat 'gewoon doorleven' toch vaak een opgave is en daarom praat je er toch maar weer over. Als je anderen hoort over medische dingen dan besef je gelijk de impact of voel je geen of minder empathie omdat je eigen ervaringen er heel diep ingehakt hebben. Op al dat soort dingen rust een taboe. Door jouw verhaal besef ik dat ik zo goed mogelijk omga met wat mij is overkomen net zoals jij dat doet. Soms tel je je zegeningen en soms is het keihard brullen door een voltreffer uit de kankerwereld.

Dankjewel en groetjes,

Dorothé

ps grappig/gek is dat ik oorspronkelijk uit Nijmegen kom en 2x zo oud ben als jij 
Laatst bewerkt: 07/07/2017 - 12:28