Vakantie

Ik heb een soort van haat-liefde verhouding met de zomervakantie.
Vroeger, in mijn werkend leven keek ik altijd enorm uit naar de laatste schoolweken en de vakantie die daarop volgde. De laatste schoolweken waren altijd heel intens: druk, hectisch maar ook vol leuke momenten en verbinding met kinderen, ouders en collega’s. Op vrijdagochtend gingen we vaak met de groepen 1 t/m 7 naar de speeltuin, vervolgens hadden we een lunch met het team en dan begon de grote leegte. Dát gevoel van op vrijdagmiddag naar huis fietsen met het idee dat er 5 volle lege weken op me wachtten: ik kan het nog zo oproepen. Ik vond dit altijd het allerfijnste moment van heel die vakantie: het zalige niks dat voor me lag.
Al snel werd het zalige niks ingehaald door allerlei dingen die ook in de vakantie moeten ( zoals wassen, koken, het huishouden) en uiteindelijke ingeruild voor het verwachtingvolle moment dat we bepakt en bezakt richting de bergen gingen.
Sinds ik ziek ben is dit alles enorm veranderd. Ik werk niet meer, dus de hectiek van de laatste schoolweken inclusief de climax aan het eind, is er niet meer. De laatste jaren gingen we ook niet meer naar het buitenland. Vorig jaar zelfs niet meer met vakantie.
Dit jaar hadden we Ruben beloofd om naar Engeland te gaan. Hij was geslaagd en wilde graag zijn gamevrienden ontmoeten in de buurt van Birmingham en Liverpool. We boekten voor 5 nachten een hotel in Birmingham. Aansluitend zouden we doorreizen naar Blackpool zodat Arno 2 avonden naar de World Matchplay (een groot dartsevent) in Winter Gardens kon.
Dit jaar zou er dus weer een complete volksverhuizing (woorden van mijn lief) plaats vinden. Dat viel uiteindelijk wel mee, al moest er behoorlijk wat ruimte gereserveerd worden voor mijn kleine scootmobiel die dit jaar ook mee mocht.
En daar was dan uiteindelijk weer het verwachtingsvolle gevoel van het ontdekken van nieuwe plekjes. Iets wat bij mij toch echt wel bij vakantie hoort en wat ik helaas de laatste jaren noodgedwongen steeds minder vaak meemaak. Maar dit jaar was het er! En hoe!
De heenreis, die gelukkig voorspoedig ging en de eerste 4 dagen in Birmingham waren goed. We hadden een fijne ruime hotelkamer net buiten de stad: het was er stil en rustig, we hadden onverwacht een minikoelkastje, de bedden sliepen heerlijk, de airco werkte en beneden konden we heerlijk rustig ontbijten. Birmingham zelf was wisselend: er waren een paar mooie plekken, met leuke pubs, water en veel paden die ook toegankelijk waren voor de scootmobiel. Verder was het toch vooral een grote grauwe stad. Maar dat was niet erg. Het maakte ook dat er niet veel hoefde en dat we regelmatig in het hotel waren om te rusten.
Het verblijf in Blackpool was heel anders. De airco werkte niet, de kamer was een stuk kleiner, het werd snel warm met de zon op de ramen, we hadden nauwelijks bergingruimte, geen minibar en het hotel zelf was heel druk. Wel was het fijn dat mijn scoot beneden kon blijven staan en vanuit de kamer hadden we uitzicht op de zee.
Heel veel hebben we niet gedaan. Ik herinner me vooral de Starbucks en de boulevard. Arno ging 2 avonden op pad. Ruben had zijn beste gamevriend in Redditch (vlak bij Birmingham) ontmoet. De twee vrienden met wie hij in Liverpool af zou spreken, hadden geen tijd, dus dat hele tweede stuk van de vakantie had van hem niet gehoeven. Van mij achteraf ook niet. Ik was moe, had last van keel-en oorpijn, en wilde eigenlijk het liefst terug naar huis.
De terugreis op vrijdag verliep niet geweldig. We vertrokken eerder dan gepland maar kwamen veel later aan bij de kanaaltunnel dan we hadden gehoopt. We gingen van file naar file. Uiteindelijk waren we een stuk later dan verwacht (het was al na middernacht) terug thuis. Arno en Ruben ruimden de auto uit, we lieten de koffers beneden staan en gingen vrijwel meteen naar bed.
Uiteraard sliep ik die nacht voor geen meter. En ook de nachten erna niet. Ik kon geen rust vinden in mijn lijf. De verkoudheid, die eerder weg leek, kwam weer in alle hevigheid terug. En zo ook de keel- en de oorpijn. Terug naar de basis dus. Opnieuw mijn plannen bijstellen. Nog minder doen. Meer taken verdelen. Taken delegeren. Ontspanningsoefeningen doen. Stilte creëren. Meer rusten. Arno ging weer aan het werk. Het was al snel alsof we nooit weg waren geweest. Behalve dan dat ik te maken had met een behoorlijke nasleep.
Dit went niet. Naast dat ik me enorm verantwoordelijk voel voor alles wat in huis moet gebeuren (zeker na zo’n vakantie), vind ik het ook moeilijk om toe te geven dat het gewoon niet gaat en het dus achteraf weer teveel was. Dat gaat bij mij toch automatisch gepaard met schuldgevoel. Had ik het niet kunnen voorkomen? Had ik niet beter op moeten passen? Had ik dit over mezelf afgeroepen? Had ik toch nog teveel gedaan? Onvoldoende rustmomenten genomen? Teveel prikkels binnen gekregen? Waarom moest ik ook zo nodig op vakantie?
Dezelfde standaardvragen die altijd opduiken als ik lichamelijk uitgeput en daardoor mentaal minder belastbaar ben. Vragen waar ik geen antwoord op heb. Vragen die eigenlijk vooral zinloos zijn.
Normaal kan ik me wel bedenken dat ik mezelf dit soort vragen niet moet stellen, maar op zulke momenten sluipen ze erin en nemen de boel over.
Vanmiddag sprak ik online mijn collegaatjes van het verenigingsblad waar ik aan meewerk. Naast dat het fijn is om weer met ‘werk’ bezig te kunnen zijn, is het ook ‘fijn’ om met z’n viertjes moe en uitgeput te mogen zijn. Ik hoef me niet groter voor te doen dan ik ben. Ik hoef niks uit te leggen, ik hoef me niet te schamen en me ook niet te verantwoorden. Mentaal een flinke oppepper. Het helpt waarschijnlijk ook enorm mee dat ik vannacht en vanmorgen eindelijk eens goed geslapen heb.
Soms, zeker op de momenten dat ik er zo doorheen zit, vraag ik me af of ik het mezelf wel aan moet doen om met vakantie te gaan. Dit jaar hadden we extra gelet op de voorwaarden (waaronder dus de airco die het vervolgens niet deed). Het voordeel van een hotel is dat er voor je gezorgd wordt. Het nadeel is dat het ontzettend druk kan zijn, dat je met z’n drietjes continu in dezelfde ruimte bent en dat je niet happy wordt van dagelijks een full English breakfast. Een huisje is wat dat betreft fijner, al heeft dat vaak ook weer nadelen. Het is sowieso vaak anders dan verwacht. Ook met een goede voorbereiding. Niet alles valt volledig te plannen. En dat moet je eigenlijk ook niet willen.
Toch blijf ik verlangen naar dat gevoel van ‘even eruit zijn’. Mijn leven speelt zich vaak af op 60 m2. Ik kom wel buiten maar sporadisch. En als ik al even weg ben, is dat vaak naar een plek waar ik al vaker geweest ben.
Dat euforische gevoel van nieuwe plekjes ontdekken, dat is toch wel een grote waarde in mijn leven. Het fijne verwachtingsvolle gevoel dat het oplevert, is eigenlijk met niks te vergelijken. Ik kan (en wil) ook echt nog niet zonder. Ik heb al zoveel in moeten leveren. Accepteren dus dat die nasleep erbij hoort. En zo goed mogelijk zorgen voor mezelf. Zorgen dat de rust terug keert. Het blijft een flinke uitdaging. Elke keer opnieuw.
1 reactie
Lieve Bianca,
Zo jammer dat de vakantie niet helemaal geworden is wat je had gehoopt, maar probeer de mooie momenten van de eerste dagen de boventoon te laten voelen. Je hebt het vooraf goed geregeld. Dat het dan achteraf anders uitpakt is balen, maar niemands schuld.
Goed dat je jouw emoties over de nare nasleep hebt kunnen delen. Dat is zo belangrijk. Je komt wel weer in de goede modus, maar dat heeft tijd nodig. Jullie zijn er samen tussenuit gegaan en hebben herinneringen gemaakt. Die zijn goud waard.
Liefs, Monique