Deja vu / Deja voel (2)
Het overviel me vandaag, vanmiddag. Ik was op weg naar het strand voor een verlate duik; het miezerde vanmorgen, dus had ik mijn dagelijkse plonsje maar even uitgesteld. Halverwege huis -> branding ging mijn telefoon. De eindredacteur van de Westlandse omroep WOS. “Mogen we je komend weekeinde weer bellen, want het shorttrackseizoen is weer van start?”
De vraag was logisch. Al seizoenenlang bellen ze me bij het NK en – als Kay deelneemt – de World Tour, het EK en het WK. En komend weekeinde staat de tweede World Tour in Montreal op het programma. Ik had al op hun belletje gerekend. En zij rekenden op mij, rekenden erop dat de vraag een formaliteit was.
Ik zei nee.
Mijn antwoord was hoorbaar niet ingecalculeerd en ontnuchterend. “Nee”, zei ik, “ik ben komend weekeinde niet te bellen.” Even was er verwarring. “Ben je er niet?” Dat zou raar zijn: je zoon shorttrackt tegen de wereldtop en als ouder/supporter/jarenlang verslaggever ga je wat anders doen, kijk je niet naar het spektakel? Hoe dan?
De ontnuchtering werd nog iets steviger toen ik het uitlegde. Ik vertelde over de twee selectieweekeinden in september. Dat we met twijfel, maar ook goede moed, afgereisd waren naar Thialf in Heerenveen en de eerste wedstrijddag bijwoonden. Dat ik ’s avonds totaal op was en jankend van vermoeidheid/emotionele uitputting moest toegeven: ik kon niet nóg zo’n spannende wedstrijddag aan.
We bleven die zondag thuis en keken achteraf naar de uitslagen. En thuisblijven deden we ook bij het Dutch Open het weekeinde erna – dat zou nog spannender worden. Op zaterdagavond wel even naar wat uitslagen gekeken; dat viel al niet mee. Te spannend. Op zondag trokken we als het ware een deken over ons hoofd tot super-C. (Kays vriendin) appte dat hij het heel goed had gedaan op de slotafstand en zich waarschijnlijk had geplaatst.
Montreal.
En ik vertelde over het afgelopen weekeinde, over de eerste World Tour. Dat kijken naar het shorttrackfeest in Montreal via de livestream ook geen oplossing bleek. De kwalificatierondes op donderdag – waarin Kay reed – waren me al te veel. Veel te veel. De drie volgende dagen gingen goeddeels op aan SOA’s: Shorttrack Ontwijkende Activiteiten.
Dus nee, Kay’s vader ging geen verslag meer (kunnen) doen voor de WOS. Dat hakte er bij de eindredacteur in, maar tot mijn verbazing ook bij mij. Ik had het inzicht al sinds de selectieweekeinden van een maand geleden. Logisch, want als kijken al niet vol te houden is door de slopende spanning, hoe wilde ik voor de radio dan ook nog zijn ritten en zijn vooruitzichten op een rij hebben en verslaan? Kon niet. Niet meer. Wist ik.
Maar wat je weet, voel je niet meteen. En nu – terwijl ik het mezelf hoorde vertellen, het uitlegde aan de eindredacteur – denderde het keihard bij mij binnen. Ineens voelde ik de stap terug die ik heb gedaan. Ging het besef van hoofd naar hart. Viel het kwartje. Wat bij het NK in januari nog wel lukte, kan nu simpelweg niet meer.
Stap terug
Dit is Een Grote Stap Terug. Onomkeerbaar, met dank aan de testosteronremming die mij nog steeds gevoeliger maakt voor druk, drukte, stress, spanning en onverwachte zaken.
Het was een gevalletje deja vu/deja voel. Iets zien en weten en dat pas later echt voelen. Weten dat gezien je trage opbouw en herstel een halve marathon iets was van Erik 1.0 en dat van een fysio bevestigd krijgen. Verleden tijd dus. Bij het moeizame opbouwen van werkuurtjes met klussen in de marge ernstig vermoeden dat echt weer kunnen werken hoog gegrepen zal zijn en de psycholoog zien knikken als je dat vertelt. Weten dat de 10 kilometer bij het hardlopen moet op hartslag en met schijt aan alles en iedereen die je wil inhalen. En de pijn daarvan pas voelen als je bij een wedstrijd ook mensen zonder een spat looptalent moet laten gaan. Weten dat Engels lezen lastiger is geworden en dat voelen als je strandt in een boek van een schrijver die je eerder makkelijk verteerde.
Context
Het is weer even een tik, zo’n kwartje dat valt van hoofd naar hart. Dat doet zeer. Ineens voel je het ten volle. Maar het opschrijven in dit blog helpt me al, zeker omdat ik al schrijvend de context zie en me realiseer: er waren al meer van deze ‘van hoofd naar hart’-momenten.
Allemaal deja vu- en deja voel-tjes. Dat relativeert, maar maakt het vandaag niet minder vervelend, pijnlijk en verdrietig.
3 reacties
Mooi beschreven
"en dat voelen als je strandt in een boek van een schrijver die je eerder makkelijk verteerde."
Die confrontatie met het echt niet meer kunnen is zo moeilijk!
Klopt. Dat is nu weer. Ik had het ook met werken dat écht niet meer lukte. En bij hardloopwedstrijden: mensen die je eerder met gemak bijhield moest ik laten gaan omdat ik in dat tempo wel de finish zou halen, maar vier dagen ziek zou zijn.