27 februari 2013 Bestralen

Dag twee van de drie bestralingsdagen. Vandaag mocht ik (Eefje) weer mee. Ton had zijn snor gedrukt, die moest in Oosterhout een handtekening gaan zetten bij de notaris, zodat zijn broer en zussen eindelijk een paar rekeningen kunnen betalen.

Speciaal de auto van Patrick geleend. Die moest vanmorgen in mijn gele smart naar zijn werk. Ik weet niet of zijn collega's hem nog serieus nemen na vandaag, maar ach. Betty zat al met smart op mij te wachten. Die dacht namelijk dat ik de afspraak was vergeten, in zeven sloten te gelijk was gereden of gewoon niet zou opdagen. Ik had namelijk niet laten weten hoe laat ik zou komen. Ik had slechts een keer of tien gezegd dat ik zou komen en Betty had slechts een keer of tien gezegd dat ze om drie uur in het UMC moest zijn.. Wijze les, nooit in discussie gaan met iemand die dexamethason slikt, dat heeft namelijk geen zin.

Wederom veel te vroeg gearriveerd in het ziekenhuis. Ik heb nog een poging gedaan om tijd te rekken door de enorme Honda niet ingeparkeerd te krijgen. Elke auto groter dan één bij één meter is toch lastig.

Tijdens de bestraling heb ik braaf buiten gewacht. Ik mocht ook mee naar binnen, maar op de een of andere manier staat het kijken naar een vastgebonden moeder toch niet zo hoog op mijn verlanglijst. Ton gaat vrijdag mee om foto's te maken. Tijdens het wachten belde mijn schoonmaakster met de melding dat er een grijze meneer voor de deur stond te bellen en niet meer weg wilde of ik wist wie het was. Tja, op dat soort vragen vind ik het altijd lastig antwoord geven. Ik ken veel grijze mannen (alleen op mijn werk zitter er al een stuk of tien) maar om die nu allemaal op te gaan noemen, vond ik een beetje teveel van het goede. Ze vond het een beetje eng. Werkster gekalmeerd, ik woon namelijk midden in het centrum en er bellen wel meer mensen aan. Het huis is bijna een fort, dus binnen komen is zonder sleutel vrijwel onmogelijk. Ondertussen kreeg ik boze blikken van een mevrouw tegenover mij. Schijnbaar mag je wel in de wachtruimte praten, lezen, huilen, piepen en discussiëren maar bellen was voor mevrouw een beetje te veel van het goede.

Betty stond na veertig minuten weer opgewekt voor mijn neus. Ging zich vervolgens de hele weg naar huis zitten afvragen of er niets mis was, omdat ze nu geen huilbuien kreeg. Soms is het best ingewikkeld om chauffeur/ziekenbegeleider te zijn als de patiënt in kwestie eigenlijk ook niet zo goed weet wat ze nu eigenlijk wil..

Vrijdag een technische verhandeling over de behandeling, want dan krijgt Ton een gedegen uitleg.