Uit mijn plaat

En weer hadden we het voor elkaar gekregen om bijna te laat in het ziekenhuis aan te komen. Dit keer niet helemaal onze eigen schuld, ach vooruit een klein beetje onze eigen schuld. Precies op tijd van huis gegaan en alles werkte mee. Geen auto’s voor ons die vreemd deden, lees 90 rijden op de snelweg ofzo. Geen flitspalen, kortom geen gedoe. Totdat we de snelweg af moesten. Voor ons reed zo’n onooglijk naar autootje van Rijkswaterstaat. Zo’n klein autootje met een gigantisch bord achterop. Een rijdende wegafzetting. De lampjes knipperden vrolijk en ineens verscheen er een groot rood kruis. Afrit afgesloten. Er zat niets anders op dan de volgende afrit te nemen en weer via een weg vol stoplichten terug te gaan richting oorspronkelijke afrit. Toen ging ik bijna uit mijn plaat. Tss, amper 10 minuten voor mijn afspraak bij radiologie stapte ik de auto uit. Déja vu. Had ik dat al niet eens eerder meegemaakt? Dus weer rennen richting röntgenapparaat. Ik moet zeggen dat ik nog best wel tempo kan maken, als het moet. Enfin, geen centje pijn en precies op tijd. Gelukkig niet uit mijn plaat gegaan.

De longarts liep voor op schema. Weinig wachttijd tussendoor dus. Geen enkele reden tot welk soort boosheid dan ook. Hij begreep dat ik een afspraak tussendoor wilde, zonder de stress van een uitslag. Ik ken hem niet en hij kent mij niet. Niet echt een basis dus. Tijd om daar verandering in te brengen. Ik wil tenslotte wel weten welk vlees er in mijn kuip zit. Hij stond geheel open voor een second opinion in Leuven, wilde graag mijn dossier toelichten en week ook wel eens af van een protocol. Kijk, dat geeft al weer een heel ander perspectief. Eind mei gaan we eens rustig zitten om deze zaken met elkaar te bespreken. Ik begin het concept van zelfmanagement iets te begrijpen. De grootste hobbel die je moet nemen is over de empathie voor je arts heenstappen. Hij of zij ligt er echt niet wakker van als jij verder wilt kijken dan de parkeerplaats van het eigen ziekenhuis.

Thuisgekomen was het hoofdzakelijk, druk drukker drukst. Veel sociaal gedoe enzovoort, terwijl je eigenlijk gewoon helemaal niets meer aan je hoofd wilt hebben. Tegen heug en meug langer opgebleven dan goed voor mij was. Eindelijk in bed kwam ik weer iets tot rust. Dom tv kijken zonder enig kankergezeur aan je kop.

Totdat een dik uur later de telefoon ging. Geïrriteerd was ik al op voorhand. Zwaar geïrriteerd werd ik toen telefoon en opnemer naar een andere kamer gingen. Helemaal uit mijn plaat ging ik toen mijn ega doodleuk meedeelde dat zijn koor een voor- of tegen kankerloop ging doen. En dat ze maar even hadden besloten om voor mij te lopen. Ineens was ik gedegradeerd tot een goed doel van mensen die ik amper ken. Hoezo voor mij lopen? Ik was over de toeren van boosheid. Heb meteen geroepen dat ik dat absoluut niet wilde. Wat hadden ze bedacht? Dat ik wel bij de finish zou staan huilen, zodat iedereen er een goed gevoel aan over zou houden? Ik zie het helemaal voor me. Een willekeurige verjaardag : “ Wij doen mee met een loopje voor kanker. We lopen voor Petra, de vrouw van een koorlid. Zij heeft longkanker. Erg hè? Tja, helaas niet meer te genezen, maar tot nu toe gaat het best goed met haar hoor. Gelukkig zijn wij er om R. op te vangen. Hij heeft het ook heel zwaar hoor. Je zal het maar moeten doen zeg. Zorgen voor je vrouw. Daar moet je heel veel voor opzij zetten. Petra is vaak moe, dan wil ze niet meer zoveel. Hij heeft ook zijn ontspanning nodig. Enzovoort , enzovoort, enzovoort. “

Enfin, ik ging dus uit mijn plaat.

Ben uit bed gestormd, naar beneden gerend en heb daar geprobeerd mijn boosheid onder controle te krijgen. Adem in en adem uit. Het liefst had ik het servies door de kamer gesmeten, compleet met het hele repertoire van het koor.

Uiteindelijk toch mijn bed weer ingedoken om vervolgens ’s morgens nog boos wakker te worden. De hele dag ben ik bezig geweest om erachter te komen waarom ik in vredesnaam “over the top” op een in wezen goed bedoelde actie reageerde.

Het antwoord is heel simpel. Mijn acceptatie van mijn veranderde leven is maar flinterdun. Onder dat flinterdunne laagje schuilen dingen als : nutteloosheid, jaloersheid, onmacht.

De koorleden zijn stuk voor stuk zeer meelevend en ik weet dat ze R op alle mogelijke manieren steunen en opvangen. Ik weet ook dat hij ontspanning vindt bij ze. Voorheen had ik er geen enkele moeite mee als R naar borrelavonden, gezellige avonden, shoarma nachten ging. Het was immers mijn eigen keuze om niet mee te gaan. Nu ligt dat anders. Voor mij is het geen keuze meer. Ik kan gewoon niet mee, simpelweg omdat ik dat niet volhoud. Dat betekent dus automatisch dat ik me bij vlagen enorm jaloers voel. Jaloers op iedereen en alles. Dat is dus ook kanker. Het gaat veel verder dan een kwaadaardige tumor, als je niet uitkijkt vreet het je (sociale) leven kapot. Voor je het weet verander je in een bitter en hard mens.

En dat wil ik absoluut niet worden :-)

Hierbij wil ik dan ook alle koorleden mijn excuses aanbieden. Het is harstikke lief dat jullie dit voor ons willen doen. Mijn eerste reactie was onbeholpen en onterecht. Weet dat dit vanuit mijn eigen onzekerheid voortkwam. Ik heb zitten dubben of ik hierover een blog zou schrijven en ben tot de conclusie gekomen dat het laf zou zijn om er niet over te schrijven. Ook ik als kankerpatiënt moet met de billen bloot durven. ( dit houdt niet automatisch in dat ik ga moonen bij de finish, forget it)

Dikke kus voor iedereen die ik tegen mij in het harnas heb gejaagd. <3

4 reacties

Oh wat herken ik dit allemaal. Wat raar hè dat we zo om niets helemaal uit ons plaat kunnen gaan.
Ook ik kan het totaal nog niet accepteren, denk iedere keer als ik naar het ziekenhuis rij dat ze me straks gaan vertellen dat ze zich vergist hebben, dat ik helemaal niet ziek ben. pfffff

Laatst bewerkt: 29/06/2017 - 19:51
Herkenbaar dat je te maken krijgt met dingen die mensen voor je doen, goedbedoeld, maar waar je helemaal niet op zit te wachten. Ik weet zelf nog steeds niet hoe ik met dit soort dingen om moet gaan en ervaar het als een ongewenst gift, een cadeautje wat je het liefst zou terugbrengen. Ik voel me dan erg onbegrepen en reageer zeker niet dankbaar. Vaak kost het me zoveel energie die ik veel beter zou hebben kunnen gebruiken. Het aannemen, bedanken voor de geste en naast me neerleggen zou niet zo moeilijk moeten zijn, maar zo ver ben ik nog lang niet.
Laatst bewerkt: 29/06/2017 - 19:51
djaktief,

Inmiddels zijn we iets verder in de tijd :) Een drietal collega's van mij hebben de Alpe D'huzes gefietst. Met een kaarsje voor mij!
Ik was er ontroerd door. Ik ken deze mensen goed, weet dat ze meeleven én Alpe D'huzes werd altijd al gedaan door mijn team. Ik wist ook al een aantal maanden dat ze dit gingen doen. Dat voelt al anders.
Het heeft dus ook heel veel te maken met welke band je hebt met mensen.

Laatst bewerkt: 29/06/2017 - 19:51