Vijftig tinten grijs
Ja, ik weet het. Vijftig tinten grijs is een film over seks. Een weinig aansprekende titel vind ik zelf. Persoonlijk zou ik bij spetterende seks eerder denken aan ‘Explosie van het universum’ of ‘De oerknal’. Vijftig tinten grijs associeer ik met de sombere stemming die als een grondtoon in mij aanwezig is sinds ik begonnen ben met de hormoonkuur. Het is weliswaar subtiel aanwezig, maar ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Natuurlijk weet ik niet zeker of het terecht is dat ik de hormoonpillen de schuld geef van mijn sombere gemoedstoestand. Ik heb immers wel eens vaker sombere buien, die gewoon weer overgaan ook al denk ik dat ze voor eeuwig zijn. Ik vind het een naar idee dat chemische stofjes zo’n impact kunnen hebben op mijn functioneren en mijn gevoel van welzijn. Waar blijf ik als mens, als hormonen bepalen hoe ik me voel en hoe ik reageer op situaties? Vanuit dit concept word ik gereduceerd tot een robotje. Je stopt er een stofje in en het robotje voelt zich blij. Je stopt er een ander stofje in en het robotje wordt somber. Ik vraag me af of er überhaupt wel een IK bestaat of dat dit IK gewoon een product is van mijn brein, een illusie.
Wie ben ik? Ik ben mezelf kwijt. Ik herken mezelf niet meer. Ik denk radicaal anders over dingen en daar schrik ik soms van. Ik loop rond als een kip zonder kop, gehaast en gestrest, terwijl ik eigenlijk niets te doen heb. Ik ervaar een grote onrust in mezelf. Ik wil van alles, maar niets geeft voldoening. Als ik in de spiegel kijk zie ik een oude vrouw met grijs haar die ik niet als mezelf herken. Een beeld waar ik mezelf niet mee kan vereenzelvigen. Vond ik mezelf nog vertederend met mijn kale hoofd, grappig met mijn kaboutermuts en mooi met mijn eerste donsharen, nu vind ik mezelf echt niet leuk meer en verschuil ik me graag onder mijn pruik.
Als ik de pruik op heb ben ik de Dorothé die ik graag wil zijn. Het is net of ik in een ander personage stap, maar het voelt vreemd, want er is nog een Dorothé en die zit verstopt in de diepte. Die Dorothé wil ik eigenlijk helemaal niet zien. Ik vind het moeilijk te verkroppen dat de kanker me heeft getransformeerd in iemand die ik helemaal niet wil zijn. Ik voel me het slachtoffer van een goochelact, waarbij ik als een wit konijntje uit de hoge hoed tevoorschijn kom, terwijl ik er als een pingpong balletje ben in gegaan. Of net anders om.
2 reacties
Ook ik herken mezelf niet meer, 'ik heb met haar niks te maken, die vrouw ben ik niet, ken ik niet en wil ik ook niet kennen '. Ik ben zelf al afgehaakt bij t uitvallen met mijn haren. Zolang ik nog in de molen van behandelingen zit, leef ik op overleven en strijdbaarheid, zorg ik voor 'haar'. Daarna zal ' t zwarte gat en de realiteit wel echt doordringen dat ik 'haar' ben.
Ik hou mezelf voor: we worden allemaal ouder, het afscheid nemen van ons oude leven, waar iedere oudere mee te maken krijgt, is bij mij alleen zo onverwachts snel en abrupt gegaan dat het accepteren en te integreren hiervan wat na-ijlt.
Houd vol en weet: een mens is veerkrachtig, en innovatief. Ik ben ervan overtuigd dat er weer een tijd komt dat jij/ik weer vrede hebben met onszelve, en de volgende episode van ons leven weer gaan omarmen. Blij zijn dat we er zijn. Misschien zijn er alleen maar krokusjes nodig, of een mooie voorjaarsdag om te realiseren hoe fijn t leven is.
Sterkte!