Uitslag pathologisch onderzoek
Maandag 28 juli hebben we weer een afspraak bij de chirurg. Ik voel me goed en vol vertrouwen gaan we naar binnen. Hij begint te vertellen dat de tumor slechts één cm groot was en dat de snijranden van het weggehaalde weefsel schoon zijn. Zie je wel, denk ik, goed nieuws. Maar vertelt hij verder, de tumor is zeer agressief, was vergroeid met een bloedvat en reeds uitgezaaid naar acht van de zestien lymfeklieren die zijn weggehaald. Verder is de tumor hormoongevoelig en eiwitgevoelig. Een agressieve soort die niet veel voorkomt en waar een langdurige behandeling tegenover staat met bestraling, chemotherapie, immuuntherapie en hormoontherapie. Mits er nog geen uitzaaiingen zijn, want dan wordt het een heel ander verhaal, besluit hij zijn verslag. We zullen eerst moeten kijken of er geen uitzaaiingen zijn elders in het lichaam. Daarna kunnen we kijken of behandeling zinvol is.
Wat? Dit bericht had ik zo totaal niet verwacht. Geen haar op mijn hoofd die had gedacht dat het naar elders in mijn lichaam zou zijn uitgezaaid. Deze klap komt echt keihard binnen. De arts zegt: ‘u kunt zich er maar het beste bij neerleggen en alles ondergaan.’ Ik kijk hem vernietigend aan en zeg: ‘jezus, ik ga net zo lief meteen dood. Hier heb ik dus echt helemaal geen zin in’. De levenskunstenaar in mij is ver te zoeken.
Ik ben er nu wel achter dat, als ik zeg dat ik dood wil, dat eigenlijk betekent dat ik er geen zin in heb, dat ik het NIET wil meemaken. Flikker op met die zogenaamd verrijkende ervaringen, ik wil gewoon leuk leven net als iedereen. Ik wil dit NIET. De weerstand in mij is enorm. Ik ben zo vreselijk boos, alleen weet ik niet zo goed op wie. Een toekomst van nul komma nul; of een lijf vol uitzaaiingen en een vreselijke dood sterven of een behandeling van anderhalf jaar met alle ellende van dien. Ik wil het geen van tweeën.
De arts wil nog even naar de borst kijken om te zien of de wond goed geneest. Even later wordt er een naald met een slangetje in mijn borst gejast en tappen ze maar liefst 1,3 liter vocht af. De borst loopt leeg als een ballonnetje en hangt er na afloop slap bij. Een uur geleden zou ik hier hartstikke blij mee zijn geweest, maar nu interesseert het me geen sikkepit.
Via het secretariaat worden direct een thoraxfoto en leverecho ingepland voor over twee dagen. Ook nemen ze contact op met het Rijnstate ziekenhuis in Arnhem voor een botscan. Prachtig dat het allemaal zo snel kan, maar het onderstreept natuurlijk ook de urgentie.
De tranen biggelen over mijn wangen als we samen naar huis lopen. Eenmaal thuis ga ik dubbelgeklapt op de trap zitten en stijgt er vanuit het diepst van mijn ziel een luid en jammerlijk gehuil omhoog. Ik geef luidruchtig gehoor aan mijn pijn en verdriet met hartverscheurende kreten die door de holle gang galmen. Tranen mengen zich met snot. Misschien nog wel meer dan mijn eigen verdriet, doet het ongelooflijk zeer om de pijn en het verdriet te zien in de ogen van Frans.
We zitten allebei op de trap. Hij kijkt me aan met troebele ogen van pijn en zegt, terwijl zijn stem breekt, ‘ik wil niet dat je dood gaat’ en dan barsten we allebei in huilen uit en huilen net zolang tot alle tranen op zijn.
3 reacties
ik heb je hele blog gelezen en herken zoveel in je verhalen !! Meis, hou vol en blijf positief. Ik ga je volgen. Dikke knuffel van een lotgenoot, Desiree xxx