Lijst van mogelijkheden
De chemo valt me zwaar en ik vind het lastig te merken dat mijn lichaam heel langzaam, bijna ongemerkt, toch steeds iets verder achteruit gaat. Ik slaap steeds iets langer en ik moet ook overdag regelmatig even rusten. De rondjes die ik kan lopen worden steeds korter en ik heb het tempo van een slak. Ik krijg steeds minder energie om dingen te doen. Maar er is ook goed nieuws.
In het kader van ‘help Dorothé de chemo door’ koken vrienden en familie regelmatig voor mij, waarbij ze hun best doen een voedzame, calorierijke en lekkere maaltijd te bereiden. Dit werpt zijn vruchten af. Ik heb al 25 jaar een gewicht dat schommelt tussen de 50 en 52 kilo. En nu ben ik, ondanks de zware chemokuren, de misselijkheidsaanvallen en het gebrek aan eetlust, zomaar een kilo aangekomen. Mijn gewicht is hierdoor gestegen tot een ongekende 53 kilo. Ik vind mezelf nu onwijs dik, ervaar een spekbuik en vetkwabjes op mijn bovenbenen, maar ik prijs me er gelukkig mee. Alles beter dan een mager, uitgemergeld lijfje dat vel over been is. Een beetje reserve is goed in de strijd tegen de kanker.
Wat ik ook goed kan is slapen en dat schijnt toch bijzonder te zijn. De verpleegkundig specialist oncologie vraagt tenminste telkens of ik nog wel kan slapen. Het gebrek aan rode bloedcellen kan voor slapeloze nachten zorgen en het zware pepmiddel Dexamethason dat ik de eerste drie dagen van de kuur krijg, kan ervoor zorgen dat mensen liggen te stuiteren in bed. Ik heb van dit alles geen last. In tegendeel, ik slaap die eerste dagen ongekend veel, toch zeker zo’n twaalf uur ’s nachts en dan ook nog wat uurtjes overdag. Gelukkig maar. Ik denk dat mijn lichaam de slaap hard nodig heeft om te herstellen. Soms lig ik wel eens een uurtje wakker. Dan lig ik lekker te filosoferen in mezelf, dat vind ik helemaal niet erg.
In het kader van een positieve mindset heb ik een lijst gemaakt van alles wat ik nog wel kan. Dit als tegenhanger voor alles wat ik niet meer kan. En eigenlijk kom ik dan tot de conclusie dat de lijst met alles wat ik nog kan oneindig lang is. Veel langer dan de lijst met dingen die ik niet meer kan. Ik kan nog slapen, eten, drinken, praten, zingen, lopen, dansen, telefoneren, typen, wandelen, afwassen, bloemen water geven, tekenen en kleuren, mediteren, schrijven en nog veel meer. Ik ben heel blij dat ik nog kan wandelen, ook al heb ik inmiddels het tempo van een slak.