Herstel
Nu mijn lichaam niet meer een wekelijkse portie Taxol te verduren krijgt, gaat het herstel met sprongen vooruit. Mijn haren groeien gestaag en piepen bij de nek en de oren al onder de pruik vandaan. Als je goed kijkt kun je mijn kleine, grijze bakkebaardjes traceren. Ik laat nu in huis steeds vaker mijn pruik af en ook de eerste nacht zonder slaapmuts is een feit. Al moet ik nog wel wennen aan mijn witgrijze haar dat als een kortpolig tapijt over mijn hoofd groeit. Door het grijze haar voel ik me in één klap getransformeerd tot oude vrouw, alsof ik ineens aan de foute kant van de lijn ben terecht gekomen. De onzichtbare, maar onvermurwbare scheidingslijn tussen jong en oud. Nog even en ik behoor tot de vijftigplussers met dito lijf en dat terwijl ik me vanbinnen nog dertig plus waan.
Heb ik altijd het geluk gehad van een rank en slank lijf en was ik bang om door de chemo te veranderen in een wandelend geraamte, blijkt dat ik tijdens de chemo ruim vijf kilo ben aangekomen. Het lijkt erop dat mijn stofwisseling is veranderd; ik kan nu onverklaarbaar dromen over pannenkoeken met poedersuiker, krijg zomaar zin in chocomel of heb behoefte aan taart met slagroom. Allemaal dingen die ik jarenlang niet heb gegeten en die nu ineens aantrekkelijk zijn. Misschien komt het door het advies van de vaatchirurg, die tegen me zei: ‘denk niet aan gezond eten, denk niet aan je cholesterol, maar eet wat je eten kunt tijdens de chemo.’ En dat heb ik gedaan. Ik heb alles gegeten waar ik maar zin in had zonder ergens op te letten. God zij dank, had ik eetlust tijdens de chemo, maar het heeft wel iets in mijn brein veranderd. Mijn lichaam lijkt nu te smachten naar vet en zoetigheid. Ik krijg voor het eerst in mijn leven een beetje inzicht in wat er om moet gaan in zwaarlijvige mensen. Ik dacht altijd: ‘kom op een beetje discipline, als je het echt wilt moet het lukken.’ Maar ik weet nu dat het lastig is als je lichaam vraagt om zoetigheid, het lijkt een vorm van verslaving. Toch ben ik alweer geswitcht naar een dieet van veel groente en fruit, maar als er chocola in huis is gaat die wel op.
Veel goeds is er te melden over mijn conditie en energiepeil; die zijn met sprongen vooruit gegaan. Ik kan alweer een uurtje wandelen in een redelijk normaal tempo of een half uurtje fietsen op de hometrainer. Eigenlijk wilde ik van de week weer starten met een klein beetje joggen. Gewoon een minuutje joggen en dan weer wandelen, maar de verpleegkundig specialist oncologie zei, dat mijn borst vanbinnen nog één grote wond is van de bestraling en dat mijn lichaam nu pas de tijd krijgt om dat te helen. Ik moet mijn lichaam de tijd geven om te genezen. Dus voorlopig rustig wandelen en dat joggen alleen in mijn hoofd doen.
Was ik tijdens de elfde kuur nog bang voor een verergering van de neuropathie: het tintelen, branden en gevoelloos worden van zenuwuiteinden in vingers en tenen, nu kan ik melden dat de klachten zijn gestabiliseerd. De twaalfde en laatste chemo heeft daar geen verandering in gebracht, precies zoals mijn oncoloog al had voorspeld. Vooral de topjes van mijn wijsvingers en duimen zijn min of meer gevoelloos, maar ik ben er nu aan gewend en kan er alles mee doen.
En dan de lymfoedeemarm. Na de eerste immuunkuur was de arm ernstig dik en opgezwollen tot aan mijn pols toe, maar de lymfoedeemtherapie heeft goed geholpen. Ook de maatregel om niet meer op mijn rechterzijde te slapen werpt zijn vruchten af, al is het af en toe lastig als ik een onrustige nacht heb om alleen van de linkerzij op mijn rug en weer terug te kunnen draaien. Tenslotte zijn er de dagelijkse oefeningen die ik nu met wat meer discipline doe, dat is wel nodig, want de beweeglijkheid van de arm is flink afgenomen. De spieren en het bindweefsel zijn als gevolg van de bestraling aan het inkrimpen. Kon ik eerst gemakkelijk mijn arm boven het hoofd krijgen, nu lukt dat nog nauwelijks. Wel is het vocht in de arm een stuk minder. Ik heb het gevoel dat mijn arm weer een beetje normale proportie heeft. Het zware gevoel is minder, maar ’s avonds is er nog wel een vervelend, pijnlijk en trekkend gevoel. Ik ben nog aan het overwegen of ik hyperbare zuurstoftherapie wil. Als dit een blijvend effect heeft voor de lange termijn is het het overwegen waard.
Ongemerkt pak ik weer dingen op die als vanzelfsprekend voelen, zoals eten koken of onkruid wieden in de tuin. Ik heb weer auto gereden en gefietst. Het voelt als normaal en ik sta er eigenlijk niet heel erg bij stil. We hebben de plannen om een ruimte voor Dolfijncoaching aan te bouwen serieus opgepakt en zijn bij de architect geweest die een ontwerpschets heeft gemaakt. Dit soort afspraken kan ik ook weer aan. Ook krijg ik weer zin om mijn cursusgroepjes op te pakken en met mensen af te spreken buitenshuis. Grote groepen blijven nog even een stap te ver en het kan ook zomaar gebeuren dat ineens de vermoeidheid toe slaat, dan moet ik gewoon even op bed gaan liggen om te rusten. Ik zou bijna vergeten dat ik dat tijdens de chemo iedere dag moest doen.
Het herstel verloopt dus voorspoedig, al blijft balans het toverwoord. Of zoals Frans het verwoordt: ‘mijn dagelijkse bolletje energie is groter, maar ik moet er nog steeds gedoseerd en bewust mee omgaan en niet met mijn energie gaan smijten.’
4 reacties
Lieve groet, Doortje
Groet Jawi