De laatste
Vandaag heb ik mijn allerlaatste kuur gekregen. Aan anderhalf jaar behandeling is zomaar een einde gekomen. Het voelt onwerkelijk, bijna net zo onwerkelijk als toen ik net gehoord had dat ik borstkanker had en een behandeltraject van opereren, bestralen, chemotherapie en immuuntherapie voor de boeg had. Toen leek het een eindeloos traject; een onoverbrugbare berg waar ik overheen moest zien te komen. En nu is het voorbij. Zomaar voorbij.
Voor deze laatste keer zit ik voor het eerst in de groepskamer: een groot vertrek met een aantal stoelen waar vrouwen aan het infuus zitten. Ik vind het wel leuk om dit groepsvertrek ook eens mee te maken, maar ik ben ook blij dat ik alle andere keren een privé kamertje heb gekregen. De andere vrouwen worden allemaal in een ader in hun arm aangeprikt voor het infuus. Ik heb de luxe van een port-a-cath. Ze zien er moe en futloos uit en dragen duidelijk een pruik. Het doet mij denken aan een jaar geleden, toen was ik nog midden in mijn zware chemokuur en werd ik met een infectie in het ziekenhuis opgenomen. Wat lijkt dat alweer onwaarschijnlijk lang geleden en wat voel ik me nu – in vergelijking met toen – geweldig energiek en fit.
Als Frans een foto maakt van het memorabele moment dat ik voor de allerlaatste keer aan het infuus zit voor mijn immuunkuur met Herceptin, vraagt de verpleegkundige of ze de slingers op moet hangen. Ik moet lachen en denk dat het een grapje is. Maar ze zegt: ‘die hebben we echt hoor’ en even later komt ze terug met een rijtje kleurige vlaggetjes die ze vastplakt aan het infuusrekje en de stoel waar ik opzit. Zo zegt ze: ‘omdat we zo blij zijn dat we jou nooit meer hoeven te zien’. Ze flapt de woorden er spontaan uit en het is duidelijk een grapje, maar ze bloost ervan, omdat ze zich ineens realiseert dat ik het ook verkeerd zou kunnen opvatten. Dat is echter niet het geval. Ik vind dit soort humor juist erg leuk.
En dan is het moment aangebroken dat ik voor het laatst wegloop bij de dagbehandeling oncologie. Ik geef de aanwezige verpleegkundigen een hand en bedank hen voor de goede verzorging. Ik zal ze toch een beetje gaan missen en ik bedenk met enige spijt dat ik van een paar fijne verpleegkundigen die me regelmatig hebben begeleid geen afscheid heb kunnen nemen. Gelukkig is er ergens in maart nog een evaluatiegesprek.
Bij het restaurant van het ziekenhuis nemen we een kop thee met een brownie. Als de serveerster vraagt of we een kortingskaart willen, zegt Frans trots: ‘nee, die hebben we niet nodig, dit is de laatste keer.’ De serveerster zegt uit gewoonte: ‘tot ziens’. Om er dan snel achteraan te roepen: ‘nee hoor, niet tot ziens, fijn dat jullie hier niet meer hoeven te zijn, het ga jullie goed.’
4 reacties
Ik lees tot twee keer toe dat het ZOMAAR is afgelopen, is niet zomaar he!? Heb je heel hard voor gewerkt en heel veel voor doorstaan. Maar wel herkenbaar dat het achteraf toch nog snel lijkt te zijn gegaan. Kon je je aan het begin of toen je er nog middenin zat toch niet voorstellen? Geniet ervan dat je nu eventjes zomaar! niet meer hoeft! Liefs Ilona
Lieve Ilona,
Dank je wel voor je lieve reactie. Nee, het is onvoorstelbaar dat het nu klaar is. Niet te geloven. Alleen nog de hormoontherapie. Blij, leeg, gelukkig, dat is hoe ik me nu voel. I did it!
Ik kreeg tijdens het lezen tranen en een glimlach van jou blije foto ! Ik zie je gewoon voor me :-) Het is zo herkenbaar. Het was hard werken, maar je hebt het toch maar weer gedaan en daar mag jou Frans zeker te weten trots op zijn, you did it ! liefs Cecylia
Lieve Cecylia,
Bijzonder voor mij om te lezen dat mijn berichtje jou aan het huilen en lachen maakt en dat je er dingen van jezelf in herkent. Ja, het is klaar! Ongelooflijk. Ik ben zo blij. Dank je wel voor je reactie. Dat geeft steun en herkenning.