Ameland
Voordat de chemo van start gaat gaan we eerst nog lekker een paar dagen samen naar Ameland. Ik geniet erg van de boottocht: het wad is drooggevallen en duizenden vogels baden zich in het goudgele licht van de zonsopgang. Hemelsbreed is het niet ver, vanuit Holwerd kun je Ameland al zien liggen, maar door de zigzaggende vaargeul doen we er toch nog 45 minuten over. We vinden een camping in het midden van het eiland bij het plaatsje Nes, midden in de duinen. Het stikt er van de konijnen. We gaan eerst buiten met onze dikke winterjassen aan ontbijten. Het zonnetje is verdwenen achter een dikke laag bewolking. ‘s Middags fietsen we helemaal naar het Oerd, het uiteinde van het eiland. Het Oerd is een prachtig natuurgebied langs de waddenkust met rode, vetplantachtige begroeiing. Als we op een bankje zitten, zien we het wad in no time leeglopen. Alsof je een stop uit de badkuip trekt.
De volgende dag is de zee blauw en glad als een spiegel en er drijven honderden blauwe kwallen in die aanspoelen op het strand. We fietsen nu naar de andere kant van het eiland en rusten uit op het Noordzee strand met de zon op onze blote huid. We maken een strandwandeling met de voeten door het water, de kwallen zorgvuldig vermijdend en fietsen tenslotte terug via de kant van de Waddenzee en het Nesserbos. Nu hebben we wel zo’n beetje het hele eiland doorkruist. We zijn erg blij met onze fietsen. ’s Avonds eten we bij Hollandse Hap, waar ze vers geschoten duinkonijn op het menu hebben staan, maar dat nemen wij natuurlijk niet! Voor we naar bed gaan liggen we in onze tuinstoelen met een dik dekbed over naar de sterrenhemel te kijken.
’s Nachts wordt onze camper gegeseld door wind en regen en de volgende dag maken we een wandeling langs de zee, die nu veranderd is in een grijze, kolkende massa. Eind van de middag klaart het weer op en gaat Frans een eindje joggen, terwijl ik een wandeling door een prachtig duingebied maak. Ik word echter, zoals wel vaker sinds de bestraling, overvallen door een plotselinge vermoeidheid en heb moeite om terug te komen bij de camper. Daarom mag ik ’s avonds bij Frans achterop de fiets als we uit eten gaan bij ‘Een Zee van Tijd’.