De operatie

Dit is deel 5 van de blogreeks. 

Dan is daar dinsdag 27 juli 2021. De dag van de opname. Mijn moeder brengt me die avond. We komen aan op de afdeling en worden naar 'mijn' kamer gebracht. De verpleegkundige geeft aan zo terug te komen voor het opnamegesprek en wat controles. Eenmaal op de kamer pluk ik eerst nog wat spullen van de vorige patiënt van de kamer. Ik vind een formulier met naam erop en een vuile (iel!) onderbroek in het kastje. Snel maak ik het kastje schoon. We grappen er maar over, wat de situatie wat lichter maakt, ook fijn. De verpleegkundige die het opnamegesprek voert heb ik eerder op de poli gezien, dat is fijn. Als de verpleegkundige klaar is gaat m'n moeder weg en ik stort me op de serie Friends. De verpleegkundige geeft nog aan dat als ik niet kan slapen ik er iets voor mag vragen, maar dit doe ik liever niet. Na 01:00h kijk ik niet meer op de klok en val ik uiteindelijk toch zelf in slaap. 

Dag 0

Ergens tussen zes en zeven uur word ik wakker. Om zeven uur moet ik twee flesjes preOp drinken (goor!). Om negen uur staat de operatie gepland. Ik ga snel douchen en lees nog even wat ontvangen berichtjes door. Wat een betrokken mensen heb ik (we) toch om me heen. Kwart over negen word ik dan eindelijk opgehaald. Ik voel m'n hartslag stijgen. Ik kom aan op de holding. Ik word aangesloten aan de monitor en krijg een infuus. Natuurlijk komt al snel ter sprake dat ik recoveryverpleegkundige ben. Er word gevraagd waar ik werk en zo blijkt er een connectie te zijn via m'n vader. Dat geeft een vertrouwd gevoel, fijn. Ik word er rustig van. Een van de gynaecologen komt zich voorstellen. Daarna komt de anesthesioloog. We bespreken het plan en hebben het even over mijn achtergrond. Vervolgens komt ook de anesthesiemedewerker en word ik naar de operatiekamer gereden. Hier komen nog twee gynaecologen zich voorstellen. Dan gaan ze van start. Eerst krijg ik de epiduraal met wat slaapmiddel. Het is wat lastig, maar het lukt. Dan leggen ze me in positie en begint de inleiding. Eerst wat zuurstof en dan val ik in slaap.

Het enige wat ik van de verkoever weet is dat er gevraagd werd of ik het al zag zitten om naar de afdeling te gaan. Ik zeg ja, maar eigenlijk heb ik geen idee van wat er allemaal gebeurt en doe ik voor mijn gevoel voor het eerst mijn ogen open. Eenmaal op de afdeling zijn Bob een m'n vader er. Ik slaap alleen maar. Ik heb een lage bloeddruk, 75/30mmHg. Voor de zekerheid komt gynaecoloog een echo maken of er geen nabloeding is. Gelukkig niet. Ik krijg extra vocht en m'n Hb wordt afgenomen. Ik heb het heel koud en word opgewarmd. Bob en m'n vader vertrekken na een aantal uur als ik wat stabieler ben. M'n moeder komt in de avond ook nog. Nu krijg ik het juist heel warm en zelfs koorts, 38.5*C. Er worden bloedkweken afgenomen. Laat op de avond voel ik nattigheid in m'n nek. De epiduraal blijkt losgeschoten te zijn. Ik druk op de bel en bel m'n vader (anesthesioloog) wat te doen. Ze bellen uiteindelijk de anesthesie en het mag weer op elkaar aangesloten worden na schoonmaken met alcohol. De rest van de nacht slaap ik. Ik wil absoluut geen infectie, maar heb de epiduraal wel nodig, dus ik kan weer gerust verder slapen.

Dag 1

Donderdag is een zware dag. Ik ben nog steeds ontzettend moe maar ook steeds misselijk. Als ik omhoog kom word ik misselijk en ga ik weer plat. En dan val ik weer in slaap. Zo gaat het eigenlijk de hele dag. Ik eet en drink minimaal. Bob is in de middag op bezoek en zit de Olympische Spelen te kijken. Het is fijn dat hij er is, en ik gewoon m'n eigen ding (slapen dus) kan doen. Tussen het bezoek door moet ik er keertje op de rand van het bed komen zitten. Dit gaat wel, maar ik moet gelijk overgeven. Balen van het eten, want zo komt er geen voeding m'n lijf in. In de avond komen m'n vader en broer. Ik kan al iets meer wakker blijven. Maar jeetje wat is het vermoeiend. Ook het wakker zijn en kletsen. Na een uur kan ik niet meer en vertrekken ze.

Dag 2

Vrijdag word ik toch weer heel misselijk wakker. Ik krijg medicatie en probeer wat te eten, met grote tegenzin. De epiduraal gaat stop en ik krijg andere medicatie. De misselijkheid blijft een ze blijven me medicatie geven. Ik word in de ochtend in de stoel geholpen, wat ik een paar minuten volhoud. De epiduraal wordt verwijderd en ter vervanging krijg ik extra pijnmedicatie. Rond 12 uur krijg ik de paracetamol via mijn infuus. Binnen 5 minuten merk ik dat het infuus niet meer goed zit en dik wordt. Ik bel de verpleegkundige. Ze zet hem uit en nu begrijp ik ook waarom de medicatie tegen de misselijkheid niet helpt. Dan begint er een kleine poppenkast. Er moet een nieuw infuus komen. Verpleegkundige 1 durft het niet aan (zonde naar mijn idee), verpleegkunde 2 prikt twee keer hetzelfde vat aan zonder succes. Arts assistent 1 probeert wat (wederom in hetzelfde vat) maar weet niet eens welke richting ze in moet prikken. Arts assistent 2 komt binnen paraderen en denkt het wel even te fixen met zijn trucjes, maar ook dat lukt niet (en weer in hetzelfde vat!). Ik roep iedereen tot en halt en zeg dat we nu toch wel de anesthesie gaan bellen. Gelukkig wordt dit gedaan. Ik krijg gelukkig wel een tabletje tegen de misselijkheid. Na een uur kan ik bij de anesthesie terecht. Ik word hier in de watten gelegd en zie ook nog even dezelfde verpleegkundige als op de holding. Het infuus zit er zo in. Eenmaal op de kamer is Bob er, fijn zeg. Eigenlijk zou de oudste op bezoek komen, maar door al het gedoe heb ik dat even afgehouden. Eenmaal weer tot rust voel ik me echt iets beter. Ik zit nog een keer op de postoel, fijn dat ik even uit bed ben en dat de darmen ook wat gaan doen. Ik laat weten dat m'n moeder met de kinderen kan komen. En dan ben ik eindelijk herenigd met ze. Wat fijn zeg! De oudste stelt wat vragen maar doet verder normaal. De jongste vindt het wat spannender, maar trekt snel bij. Jeetje wat fijn zeg, kroelen met die twee. Na een klein uur ben ik bekaf en gaan ze met z'n allen weg. Als diner krijg ik een tosti en voor het eerst begint het me te smaken. Dit was me een dag wel. In de avond loop ik zelfs nog een keer naar het toilet.

Dag 3

Zaterdag ochtend word ik toch nog wat misselijk wakker, maar krijg erg gelijk wat tegen. Ik krijg weer ruimte in m'n hoofd om aan andere dingen te denken. Ik krijg een foto toegestuurd van de jongens en ik mis ze gelijk. Ik bericht mijn man dat ik ze ook vandaag graag wil zien. Of alleen de oudste, ietsje rustiger. Ik begin me eigenlijk best eenzaam te voelen. Ik weet niet wie een wanneer er op bezoek komt. Ik ben ontzettend afhankelijk en man, wat is dat lastig. De artsen komen weer visite lopen en bespreken het plan. Morgen starten met blaastraining en als het goed gaat, huiswaarts. Zondag mag, maandag ook. Ik heb contact met m'n broer en die zegt dat m'n vader waarschijnlijk zo komt. Dat is fijn zeg! Rond de lunch stapt hij binnen met een mooie bos bloemen wat nogal wat moeite gekost heeft. Ik laat m'n verdriet even gaan, krijg troost en kan er weer even tegen. M'n infuus gaat er uit, dat scheelt ook weer gedoe. In de middag komt Bob met de oudste langs en in de avond nog mijn moeder. Fijn zeg, om iedereen even te zien. Gedurende de dag gaat het eten en stuk beter, ik heb eetlust en probeer aan tafel te eten. Ik heb de verpleegkundigen niet nodig en hoef ze niet te bellen. Wel wordt mijn luchtbed weggehaald, want iemand anders had hem nodig (wel met mijn instemming, maar wat kon ik anders). Het ligt beduidend minder fijn. Ik krijg meteen last van mijn rug. In de avonddienst zie ik de verpleegkundige niet, ze is druk met een andere patiënt. De medisch student doet de nodige dingen. Ik leeg zelf mijn katheter. Als de verpleegkundige van de nachtdienst binnen stapt, maak ik hier een opmerking over (ik blijf aardig). Ook geef ik aan dat ik mijn luchtbed wel mis. Ze zegt dat ze zal zoeken naar een ander, maar helaas, ik hoor haar er niet meer over.

Dag 4

Zo, zondag vandaag. Zou ik naar huis gaan vandaag? Ik hoop het wel! De verpleegkundige komt langs een begint over het bed, waarom ik het niet had gezegd gister. Ik vond niet dat ik een keus had, maar goed. We laten het erbij. Ze sluit mijn katheter af en op hoop van zegen gaat dit snel goed. De arts komt langs en we richten ons op ontslag vandaag. Ze gaat het ontslag regelen. Ik doe mijn best met plassen en na twee keer gaat mijn katheter er uit. Wat een meevaller! Dit is niet een vanzelfsprekende situatie. Vaker ontstaan hier nog wel problemen mee, maar ik heb geluk. Ik douche me en al snel staat mijn moeder in de kamer. We krijgen de ontslagpapieren aangereikt van de verpleegkunde en ze zegt ons uitgebreid gedag. Mijn moeder pakt mijn spullen in een brengt ze naar de auto, terwijl ik mijn lunch eet. Als alles klaar is verlaten we met de rolstoel het ziekenhuis. Dit is fijn zeg, even een ander uitzicht!

De rit naar huis vind ik best spannend. Ik doe een kussen op mijn buik om deze te beschermen. Het gaat wel, maar ik houd me groot. Eenmaal thuis snel naar binnen om even op de bank te liggen. En Bob, wat is die blij! En glimlach van oor tot oor, zo lief. Ook mijn vader is er. Na even bijkomen verplaats ik me naar boven. Dat traplopen gaat best aardig, maar het voelt wel alsof ik de Mount Everest beklim. Zo, eindelijk in m'n eigen bed, heerlijk! De kinderen komen snel daarna thuis en zijn ook heel blij. Mijn zusje komt even op bezoek en onderwijl eet ik beneden bij het gezin. Mijn zusje begeleidt me snel weer naar boven. In de avond heb ik nog even een dipje. Het was een mega vermoeiende dag zo een dat voel ik aan m'n lijf. Na even besluit om extra pijnstilling in te nemen en dat werkt. Bob komt nadat de kinderen op bed liggen ook lekker bij me liggen. Echt fijn om weer thuis te zijn. Twee vriendinnen hebben ook nog ons huis opgeruimd en schoongemaakt toen ik er nog niet was. Wat een lieverds. 

2 reacties