Respecteren
Je laat mij moeizaam toe. Ik wil bij jou zijn!
Jouw afzien, jouw lijden doet mij pijn.
Ik wil jou helpen. Ik weet niet hoe.
Ik wil wat doen. Ik wil naar je toe.
Af en toe als ik ren in de polder. ik laat me soms
even gaan.
Af en toe, als niemand mij ziet, laat ik om jou een
traan.
Hoe loopt dit af? Ik wil jou nog niet kwijt!
Je bent wel een knokker, maar onbekend in deze
strijd.
Laat me maar even, het komt allemaal weer goed.
Jouw woorden
aan mij.
Onbedoeld, geen afwijzing, toch zette jij mij
opzij.
Ik kan niets anders dan respecteren, jouw woorden,
jouw wens.
Ik nam afstand, maar beleefde jouw ziek zijn heel
intens.
Ik hoor in mijn gedachten, “Ben ik er wel voor jou
geweest”.
Ik hoor in mijn gedachten, een zin zo vaak
gevreesd.
Niet bij jou, geduldig wachtte ik het af.
Respecterend, dat jij voorkeur aan de stilte gaf.
Respecteren, jouw keuze in deze strijd.
Respecteren, dat jij lijden delen vermijdt.
Komt het uit onze koerstijd misschien?
Daar lieten wij zwakte of pijn ook niet zien.
Blijven demarreren, moesten wij gaan.
Alleen door knokken en afzien bleven wij staan.
Ploegmaatjes voor het leven en hoe zwaar tijden nog
gaan zijn.
Weet ik, dat ik jou wil steunen in zorgen en in
pijn.