Amor vincit omnia 70
70
Ik heb een vreemd gevoel in me. Ik zweef ergens tussen kwaad, verdriet, teleurstelling…..voldoening? Of is voldoening misschien niet helemaal het woord dat ik zoek? Want voldaan voel ik me helemaal niet.
Het gebeurde een paar dagen geleden. Ik liep ‘s morgens mijn rondje met de honden. Op de weg terug loop ik dan altijd langs de Noorder Boerenvaart liep een oudere dame, aan de overkant, met een rollator. Vlak langs de helling, kijkend naar het water. Ze liet haar rollator los, en schuifelde naar de helling. In eerste instantie dacht ik dat ze iets zocht. Maar ze zakte door een knie en liet zich voorover vallen. Dat besef streed met een gevoel van het ontkennen van wat ik zag. Dit is niet waar! Dit kan niet echt zijn! Maar het gebeurde echt, vijftig meter van me vandaan. Surrealisme ten top. Ze ging kopje onder. Haar jas was zo een met van die luchtzakken, waardoor ze als een drenkeling met een zwemvest met haar gezicht naar boven draaide.
Ik kon niet meteen naar haar toe. Ik liep met drie honden aan de overkant. Gelukkig kwam aan haar kant net een meneer op de fiets. Ik heb naar hem geschreeuwd dat er een vrouw in het water lag. Hij stopte en sprong het water in. Ondertussen was ik, al hulp roepende, via een brug in hun richting gehold. Daar aangekomen bond ik mijn honden aan een paal vast. Ondertussen waren er een jonge dame en een jonge man aan gekomen. Die jonge man was als een held, nog in pyjama, van de overkant het water ingedoken om te helpen. Samen kregen we mevrouw op het droge. 112 was ondertussen al gealarmeerd. Op aanwijzing van de alarmcentrale moesten we mevrouw zo goed als mogelijk droge kleding geven. We kregen een paar badjassen van toegesnelde buurtbewoners. Als extra legde ik mijn jas over haar heen, over haar hoofd. We bleven met mevrouw praten, ze was goed bij. Al rillend vertelde ze hoe ze heette, vierennegentig jaar oud, en het leven moe was. Het gaf me een enorme schok om dat, wat ik dacht te hebben gezien, bevestigd te krijgen.
Pas als het ambulancepersoneel haar onder hun hoede hebben genomen, voel je de kou. Ik trok gauw mijn jas weer aan, en zei tegen de jongeman in pyjama dat hij maar flink onder een warme douche moest gaan. We bedankten elkaar voor de door ons geboden hulp, en ieder ging weer zijn eigen weg. Ik maakte de flink in de war geraakte riemen los en ging ook naar huis. Pas toen zag ik dat ik ruim een half uur later thuis kwam. Joke was flink ongerust, en stond op het punt om mij te zoeken. Stom van me, ik had geen telefoon mee. Dat halfuurtje zonder jas zorgde ervoor dat ik me de afgelopen paar dagen steeds rilleriger ging voelen. Gisteren was k zelfs genoodzaakt om me ziek te melden. Vanochtend belde ik met het tehuis van mevrouw. Ze is flink in de war, vond één poging genoeg. Maar, heb ik haar een dienst bewezen? Is ze achteraf blij dat ze hulp kreeg? Dat weet ik niet. Ik heb er, met alle respect voor een ieder die vindt dat het leven pijn doet, best begrip voor. Begrip voor het hebben van zelfbeschikkingrecht over je eigen leven. Ik heb als privépersoon en als conducteur al vele malen mislukte en gelukte pogingen tot zelfdodingen meegemaakt. Maar ik had de stap daartoe nog nooit gezien. Ik ken zelfs mensen die niet gereanimeerd willen worden.
Maar wij, en jullie, wij vechten om te leven. Vechten voor elke dag, voor een menswaardige manier van leven. Wij weten hoe zwaar de term ,,kwaliteit van leven” weegt. Ons vechten maakt dat ik mij teleurgesteld voel. Beetje boos. Een volgende keer denk ik opnieuw niet na. Dan zal ik weer hulp bieden.
Ik heb een vreemd gevoel in me. Ik zweef ergens tussen kwaad, verdriet, teleurstelling…..voldoening? Of is voldoening misschien niet helemaal het woord dat ik zoek? Want voldaan voel ik me helemaal niet.
Het gebeurde een paar dagen geleden. Ik liep ‘s morgens mijn rondje met de honden. Op de weg terug loop ik dan altijd langs de Noorder Boerenvaart liep een oudere dame, aan de overkant, met een rollator. Vlak langs de helling, kijkend naar het water. Ze liet haar rollator los, en schuifelde naar de helling. In eerste instantie dacht ik dat ze iets zocht. Maar ze zakte door een knie en liet zich voorover vallen. Dat besef streed met een gevoel van het ontkennen van wat ik zag. Dit is niet waar! Dit kan niet echt zijn! Maar het gebeurde echt, vijftig meter van me vandaan. Surrealisme ten top. Ze ging kopje onder. Haar jas was zo een met van die luchtzakken, waardoor ze als een drenkeling met een zwemvest met haar gezicht naar boven draaide.
Ik kon niet meteen naar haar toe. Ik liep met drie honden aan de overkant. Gelukkig kwam aan haar kant net een meneer op de fiets. Ik heb naar hem geschreeuwd dat er een vrouw in het water lag. Hij stopte en sprong het water in. Ondertussen was ik, al hulp roepende, via een brug in hun richting gehold. Daar aangekomen bond ik mijn honden aan een paal vast. Ondertussen waren er een jonge dame en een jonge man aan gekomen. Die jonge man was als een held, nog in pyjama, van de overkant het water ingedoken om te helpen. Samen kregen we mevrouw op het droge. 112 was ondertussen al gealarmeerd. Op aanwijzing van de alarmcentrale moesten we mevrouw zo goed als mogelijk droge kleding geven. We kregen een paar badjassen van toegesnelde buurtbewoners. Als extra legde ik mijn jas over haar heen, over haar hoofd. We bleven met mevrouw praten, ze was goed bij. Al rillend vertelde ze hoe ze heette, vierennegentig jaar oud, en het leven moe was. Het gaf me een enorme schok om dat, wat ik dacht te hebben gezien, bevestigd te krijgen.
Pas als het ambulancepersoneel haar onder hun hoede hebben genomen, voel je de kou. Ik trok gauw mijn jas weer aan, en zei tegen de jongeman in pyjama dat hij maar flink onder een warme douche moest gaan. We bedankten elkaar voor de door ons geboden hulp, en ieder ging weer zijn eigen weg. Ik maakte de flink in de war geraakte riemen los en ging ook naar huis. Pas toen zag ik dat ik ruim een half uur later thuis kwam. Joke was flink ongerust, en stond op het punt om mij te zoeken. Stom van me, ik had geen telefoon mee. Dat halfuurtje zonder jas zorgde ervoor dat ik me de afgelopen paar dagen steeds rilleriger ging voelen. Gisteren was k zelfs genoodzaakt om me ziek te melden. Vanochtend belde ik met het tehuis van mevrouw. Ze is flink in de war, vond één poging genoeg. Maar, heb ik haar een dienst bewezen? Is ze achteraf blij dat ze hulp kreeg? Dat weet ik niet. Ik heb er, met alle respect voor een ieder die vindt dat het leven pijn doet, best begrip voor. Begrip voor het hebben van zelfbeschikkingrecht over je eigen leven. Ik heb als privépersoon en als conducteur al vele malen mislukte en gelukte pogingen tot zelfdodingen meegemaakt. Maar ik had de stap daartoe nog nooit gezien. Ik ken zelfs mensen die niet gereanimeerd willen worden.
Maar wij, en jullie, wij vechten om te leven. Vechten voor elke dag, voor een menswaardige manier van leven. Wij weten hoe zwaar de term ,,kwaliteit van leven” weegt. Ons vechten maakt dat ik mij teleurgesteld voel. Beetje boos. Een volgende keer denk ik opnieuw niet na. Dan zal ik weer hulp bieden.
9 reacties
Gr. Monique