Amor vincit omnia 58
58
Ik lig in scheiding. Nee, tuurlijk niet. Niet van Joke. Stel je voor zeg, het absurde idee. Nee, ik lig met mezelf in scheiding. Mijn hart zegt iets heel anders dan mijn verstand. Mijn verstandige ik weet dat de artsen het allerbeste met Joke voor hebben. Ze gaan niet over een nacht ijs. Ze laten Joke niet opnieuw de verkeerde kant op sukkelen. Ze moet sterker uit deze strijd komen, veel sterker. Maar mijn hart heeft het zwaar. Het duurt en duurt maar. We zijn al zolang bezig. Hoe lief ik ook door onze honden zowat word doodgeknuffeld, het haalt het niet bij het knuffelen van mijn plofkip. Yep, plofkip. Zo’n opgeblazen ding die je redelijk goedkoop in de supermarkt kan kopen. Want zeg ’t nou eens in gewone taal, ik heb er even geen ander woord voor. Nogmaals, ze is zeven kilo in vier dagen aangekomen, nietwaar. In mijn ogen is ze er al klaar voor om naar huis te gaan. Ze ziet er weer als vanouds uit. Daar hebben de dames en heren artsenij, terecht, geen boodschap aan. Ze blijven zoeken naar oplossingen. Gelukkig maar, want dan zou onze bergweg weleens nog engere bochten kunnen krijgen. Maar o, wat duurt ‘t lang. Voorlopig beschouwen we het maar als goed nieuws. Traag, maar goed nieuws.
Dus, in plaats van naar huis te gaan, mag ze nog langer op de salsa afdeling logeren. In hun eigen bewoordingen moet ik het de afdeling oncologie noemen, maar als we hun ringtonen horen, horen we verschillende salsamuziekjes. Zo heeft vijf hoog, afdeling chirurgie, Efteling toontjes. Het lijkt de belastingdienst wel, leuker kunnen we het niet maken, maar in ieder geval toch zo gezellig mogelijk. Daar zal ze denk ik overmorgen ook haar chemo krijgen. Maar dat is voor woensdag.
Ik lig in scheiding. Nee, tuurlijk niet. Niet van Joke. Stel je voor zeg, het absurde idee. Nee, ik lig met mezelf in scheiding. Mijn hart zegt iets heel anders dan mijn verstand. Mijn verstandige ik weet dat de artsen het allerbeste met Joke voor hebben. Ze gaan niet over een nacht ijs. Ze laten Joke niet opnieuw de verkeerde kant op sukkelen. Ze moet sterker uit deze strijd komen, veel sterker. Maar mijn hart heeft het zwaar. Het duurt en duurt maar. We zijn al zolang bezig. Hoe lief ik ook door onze honden zowat word doodgeknuffeld, het haalt het niet bij het knuffelen van mijn plofkip. Yep, plofkip. Zo’n opgeblazen ding die je redelijk goedkoop in de supermarkt kan kopen. Want zeg ’t nou eens in gewone taal, ik heb er even geen ander woord voor. Nogmaals, ze is zeven kilo in vier dagen aangekomen, nietwaar. In mijn ogen is ze er al klaar voor om naar huis te gaan. Ze ziet er weer als vanouds uit. Daar hebben de dames en heren artsenij, terecht, geen boodschap aan. Ze blijven zoeken naar oplossingen. Gelukkig maar, want dan zou onze bergweg weleens nog engere bochten kunnen krijgen. Maar o, wat duurt ‘t lang. Voorlopig beschouwen we het maar als goed nieuws. Traag, maar goed nieuws.
Dus, in plaats van naar huis te gaan, mag ze nog langer op de salsa afdeling logeren. In hun eigen bewoordingen moet ik het de afdeling oncologie noemen, maar als we hun ringtonen horen, horen we verschillende salsamuziekjes. Zo heeft vijf hoog, afdeling chirurgie, Efteling toontjes. Het lijkt de belastingdienst wel, leuker kunnen we het niet maken, maar in ieder geval toch zo gezellig mogelijk. Daar zal ze denk ik overmorgen ook haar chemo krijgen. Maar dat is voor woensdag.